Categorie: Habberdegrieks

Stelletje amateurs!

Als er hier vandaag geen nieuw schrijfsel verschijnt, dan is dat de schuld van Telenet. Die klunsharken hebben mij en duizenden anderen de hele ochtend ─ van 7 u tot 13 u ─ van onze internetverbinding beroofd en ze waren ook niet telefonisch te bereiken, zodat ik in het ongewisse bleef over wat er aan de hand was. Het was uiteindelijk het televisiejournaal van de VRT om 13 uur dat enige duidelijkheid verschafte.

Daar sta je dan met je goeie gedrag.

De gruwelen der verliefdheid

Ze was vrijwel de hele middag in de keuken bezig, want daar frotte ze een melodieuze maaltijd in mekaar. Rond de klok van zessen, toen haar geliefde eraan zat te komen, ontstak ze tientallen kaarsen en theelichtjes in de woonvertrekken, waarna ze de lampen doofde en het gemoedelijk flakkerende schouwspel in ogenschouw nam. Ze twijfelde er niet aan dat haar vriend bij zijn intrede in een romantische bui zou belanden, waarna dartelheid hem allicht zou overmeesteren … en wie weet wat er dan allemaal kon gebeuren. Haar hersens maakten reeds aanstalten om ontuchtige gedachten en gulzige taferelen te ontvouwen, maar toen knarste zijn sleutel in het slot …

Hij trad binnen, keek om zich heen en sprak de weinig romantische, ja zelfs ontnuchterende woorden:
─”Oei! Zitten we zonder stroom?”

Haar ontuchtige gedachten zakten verschrompelend in elkaar, net als de gulzige taferelen … en de soufflés die ze even later uit de oven opdiepte.

Uilskuiken

Ik heb een nieuwe oven gekocht en die is gisteren in mijn keuken gearriveerd. Volgens het boniment van de verkoper ben ik nu de in meer of mindere mate trotse, maar zeer zeker fortuinlijke bezitter van een regelrechte toverdoos, want het geval kookt niet alleen per microgolven, maar ook per hete lucht, per grill en zelfs per stoom. Ja, de ars culinaria is tegenwoordig andere koek dan pepernoten.

breekijzerIk bevrijdde het ding behoedzaam van zijn verpakking en ging vervolgens op zoek naar een handleiding. Die bleek zich binnenin de oven op te houden en ik zag het instructieboekje in kwestie ook liggen doorheen het glas van de deur, maar ik kon er niet bij, want ik slaagde er niet in om die deur te ontsluiten. Zien jullie de vicieuze cirkel waarin ik me bevond? Ik kreeg de deur niet open om bij de gebruiksaanwijzing te komen, waarin wellicht vermeld stond hoe ik de deur moest openmaken. Ik draaide aan wieltjes en drukte op alle beschikbare knopjes, maar dat zette geen zoden aan de dijk: de deur hield onvermurwbaar de klep dicht.

In arren moede telefoneerde ik met het bedrijf waar ik het vernuftige toestel op de kop getikt had. Mijn gesprekspartner vond mijn vraag blijkbaar bijzonder amusant.
─”Je loopt wel achter, hè?” zei hij en dat beviel me eigenlijk niet, maar ik wilde niet op alle slakken zout leggen.
Toen hij uitgelachen was, kreeg ik te horen dat ik simpelweg een nogal flinke ruk aan de deurgreep diende te geven. Ik zou er uit mezelf nooit opgekomen zijn.

Bij mijn vorige oven moest ik nochtans een toets indrukken om de deur te openen. Of is dat geen excuus? Ik heb het hier al eerder geschreven en ik kan het vandaag alleen maar bevestigen: er is werkelijk geen civiel ingenieur aan mij verloren gegaan.

Ik niet koed spreek de Nederlands

DiRupo2Ik heb lang geaarzeld of ik het wel zou doen, maar gisterenmiddag om halfdrie nam ik een kloek besluit: ik zette de televisie aan om naar de beleidsverklaring van de Belgische regering te kijken. Vergeef me de ietwat platte Vlaamse uitdrukking, maar ik had beter in mijn broek gescheten. De uiteenzetting gebeurde immers bij monde van onze premier, Elio Di Rupo, waarvan ondertussen iedereen weet dat hij exquis Nederlands spreekt.
─”Godverhemelstepeirdepreuten!” riep ik al na luttele minuten en dat is een uitdrukking die ik heel zelden uitstoot, want ik gebruik die enkel als ik dermate geïrriteerd ben dat ik er een kunstkop van krijg.

Di Rupo bestond het namelijk om opnieuw en nog maar eens de taal van de hoofdmoot der Belgische bevolking te radbraken, te vermassacreren, van verkeerde klemtonen te voorzien en op schabouwelijke wijze uit te spreken met een van de vervaarlijkste accenten die ik ooit heb waargenomen.
─”Ach man, ga bananen plukken met je moeder en zeg het in het Frans!” foeterde ik wanhopig.

Ik krijg langzamerhand goed balen van dat erbarmelijke Nederlands van Di Rupo, vooral ook omdat er niettegenstaande zijn talloze beloften geen beterschap in zicht is. Ofwel deugt zijn leraar Nederlands voor geen meter, ofwel doet Di Rupo geen enkele inspanning om onze taal behoorlijk onder de knie te krijgen. Ik gok op de laatste mogelijkheid. Misschien kan hij beter wat minder tijd aan zijn uiterlijk besteden en bijvoorbeeld het haarverven door enkele uitspraakoefeningen vervangen. Hij is tenslotte geen fotomodel. Hij is premier van een drietalig land en zestig percent van zijn onderdanen spreekt Nederlands.

Gisteravond verscheen hij dan ook nog in wat men een duidingsprogramma noemt.
─”Het zal toch niet waar zijn!” krijste ik.
─”Ik ben optimistisch voor de toekomst”, sprak hij.
Ja, wij ook natuurlijk. Zou er ooit al eens iemand optimistisch voor het verleden geweest zijn?

Het geheim van het raadselachtige mysterie

Het zal een week of vijf geleden zijn dat er hier te mijnent een bokaal uit de koelkast ontsnapte en spoorloos verdween.

mayonaiseIk pleeg de mayonaise die ik gebruik zelf te bereiden, maar als ik een pijnlijke maandstond heb ─ en die heb ik vrijwel iedere dag ─ wil dat niet lukken en is een compleet geschifte saus het resultaat van mijn noeste arbeid. Om te vermijden dat ik me in voorkomend geval met droge frieten tevreden moet stellen, koop ik af en toe een bokaal mayonaise van Devos Lemmens, want dat beschouw ik, en velen met mij, als de lekkerste vervanging van het eigen maaksel. Het is zo’n bokaal die ruim een maand geleden op onverklaarbare wijze uit mijn koelkast verdween. Ik heb me toen een hele tijd het ongans gezocht, maar zowel Devos als Lemmens lieten zich niet zien en ook hun mayonaise was nergens te bespeuren. Ik stond voor een raadsel.

Ik heb vanmorgen tijdens mijn fietstocht naar het dorp wat averij opgelopen, met name een lekke band. Een uurtje geleden ben ik met rasse tred … eh … met frisse tegenzin naar de garage gekeuteld om het plakwerk aan te vatten. Ik trok de kast open waarin ik onder veel meer de reparatiedoosjes bewaar … en daar stond de vermiste bokaal met de ondertussen al van een rebelse haardos voorziene mayonaise.

Ik heb er geen flauw idee van hoe dat ding op die allerminst voor de hand liggende plek terechtgekomen is. Eigenlijk ben ik nog veel te jong om nu al in mezelf verloren te lopen. Ik sta dus nog steeds voor een raadsel … en ik maak me zelfs een beetje zorgen.

Piepers jassen

Er bestaan ongetwijfeld vervullender bezigheden dan televisiekijken. Ik doe het dan ook met mate, maar als ik het doe, valt het me telkens weer op: bijna niemand verstaat nog de kunst om een aardappel op fatsoenlijke wijze van het jasje te beroven.

In films, feuilletons, series en soaps komt het versterken van de inwendige mens en de daarmee gepaard gaande bereiding van voedsel vaak aan bod en dan zie je de vermeende keukenprinsessen en dito prinsen klungelen dat het een aard heeft. Met allerhande snijwerktuigen hakken ze op die arme aardappelen in, tot er vrijwel niets van overblijft. Zelfs Jeroen Meus heeft er geen verstand van, maar het is hem van harte vergeven, want hij is met voorsprong de beste televisiekok van Vlaanderen en belendende percelen.

Jullie zullen er me waarschijnlijk niet voor aanzien, maar ik kan heel goed aardappelen ontkleden, om van vruchten zoals bijvoorbeeld appelen en peren nog te zwijgen. Ik heb het namelijk van mijn moeder geleerd en het mag gerust gezegd dat dergelijke vaardigheden bij de oudere generatie schering en inslag zijn.

Zoals bij alle karweien is het kiezen van het juiste gereedschap van het grootste belang:

Reclameblokje
Voor het betere schilwerk kan ik het zogeheten molenmesje van Robert Herder uit Solingen aanbevelen, waarvan jullie hierboven een afbeelding aantreffen.

Verder zoeken jullie het zelf maar uit, maar vergeet vooral de gulden regel niet: oefening baart kunst. En nu ga ik piepers jassen.

Een droogje en een natje

Ik was met vrienden op Walcheren in Zeeland. Je zult het nooit anders zien: we kregen honger en dienden noodgedwongen een restaurant binnen te treden, teneinde de inwendige mens te versterken.

Wie hier vaker komt lezen, zal inmiddels weten dat ik een haat-liefdeverhouding met voedselverstrekkende bedrijven heb. Ik kom er graag, omdat ik veel van de knap houd en van nature een nogal verwend verhemelte heb, maar meestal raak ik er ook in iets onverkwikkelijks verwikkeld, wat dan weer een domper op de eetvreugde zet.

We kwamen terecht in de grandeur van een door de horeca geëxploiteerd kasteel, waar uit de loog geborstelde kelners in een entourage van nostalgie en romantiek tussen met roze damast opgesmukte tafels laveerden en als het ware een ballet opvoerden. Er was daar alleszins op geen miljoentje gekeken. Het voedsel dat men ons voorzette, was overigens ook aan de lekkere kant.

Ik verwijderde me even om wat hygiënische handelingen te verrichten en toen gebeurde het. De wastafel was voorzien van een bijzonder fraaie en wellicht zeer antieke kraan. Ik draaide die open en terwijl ik in de spiegel naar mijn tanden grijnsde, kletterde de uitloopbek op de vloer en geiserde het water omhoog als de Old Faithful in het Amerikaanse Yellowstone Park.

Pas minuten later durfde ik naar het restaurant terug te keren, met een kop als een boei en een pantalon die de indruk wekte dat ik me flink had staan bezeiken. Ik had veel bekijks.

Bakje leut en blikje pauze

Ik heb het nu lang genoeg verzwegen. Vandaag moet het eruit, zij het schoorvoetend: ik zit met een drankprobleem. Hèhè, dat lucht op.

Iedere morgen, vlak na het opstaan, word ik er patsboem mee geconfronteerd. Ik kan namelijk niet functioneren zonder koffie. Als ik het ledikant ontstijg, richt ik meteen de nog slaapdronken schreden naar de keuken om koffie te zetten. Nu is zetten een beetje een groot woord voor hetgeen ik verricht. Ik beschik namelijk over een druppelator, of hoe zo’n toestel ook mag heten, die het eigenlijke zetten voor zijn rekening neemt. Ik hoef enkel gemalen bonen in een filter te scheppen — ik mag daar trouwens graag een lepeltje ouderwetse cichorei aan toevoegen — een tankje met water te vullen, op een knopje te drukken en hupsakee … daar gaan de poppen aan het dansen! Alleen al door het aroma dat zich verspreidt, begin ik te kwijlen als een Dogue de Bordeaux en ik kan haast niet wachten tot mijn opkikker klaar is … maar dan begint de misère.

Om niet nutteloos stroom te verbruiken en geld te verspillen, dien ik het brouwsel aan een isoleerkan toe te vertrouwen. Het transport verloopt meestal vlekkeloos, maar het overgieten … Harrejakkes! Wat is dat toch iedere keer een kliederboel! Koffie op het aanrechtblad, koffie op de vloer, koffie op mijn lichaam … De schenktuiten van de bij koffiezetapparaten horende kannen deugen immers voor geen meter. De ontwerpers die voor de vormgeving ervan instaan, kennen absoluut hun vak niet. Ik heb inmiddels een half dozijn toestellen van diverse merken versleten, maar het is iedere keer van dattum: rotzooien!

Wie lacht daar? Als jullie denken dat het aan mij ligt, dat ik er niks van bak omdat er wat aan mijn behendigheid schort en er geen slag van heb, of gewoon omdat ik een echte klunshark ben, dan hebben jullie verkeerd gedacht. Over deze kwestie heb ik dames geïnterpelleerd die op jaren ervaring kunnen bogen en algemeen als bedreven koffieschenksters bekend staan. Ze zijn unaniem in hun vernietigende oordeel: de kannen van koffiezetapparaten zijn een regelrechte aanfluiting van efficiëntie. Nu jullie weer!

Er is een tweede luik aan mijn drankprobleem. Dat handelt over lafenis in metalen containertjes. Het kan inbeelding van me zijn, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat cola en consorten langer fris en sprankelend blijven in die miniatuurtonnetjes. Herbruikbare verpakkingen zijn allemaal goed en wel, maar dat heen en weer zeulen van kratten vind ik maar niks en bovendien kan ik makkelijker blikjes dan flessen in mijn koelkast kwijt.

De laatste tijd ondervind ik echter regelmatig problemen bij het openen van die dingen. Als ik het ringetje dat bovenaan zit verbuig, teneinde met een ruk het daarmee verbonden lipje weg te scheuren en me aldus toegang tot de inhoud te verschaffen, dan breekt het oogje regelmatig af nog voor ik een opening heb kunnen bewerkstelligen. Vroeger gebeurde dat slechts af en toe, maar nu is het bijna dagelijkse kost. Ik moet dan telkens andere instrumenten gebruiken om alsnog de drank aan te boren, terwijl iedereen weet dat ik geen verstand van werktuigen heb en iedere keer lichamelijke schade riskeer.

Volgens mij saboteren de groene rakkers de boel. Hun activisten zijn geïnfiltreerd in de blikjesfabrieken en doen daar tersluiks wat met die ringetjes, teneinde mensen als ik dusdanig te ontmoedigen dat we alsnog op flessen overschakelen. Wel, het zal aan hun pietje zijn!

Jongens met ballen

Ik zat per televisie naar het tennis op Roland Garros te kijken.

De beide protagonisten hadden zich kennelijk voorgenomen om er een lang en meeslepend spektakel van te maken. Ze sloegen werkelijk geen klaviertje over en rond de klok van zevenen was het nog steeds niet duidelijk wie het strijdperk als overwinnaar zou verlaten.

Na het zoveelste spelletje zaten de onversaagde tegenstanders wat uit te hijgen op een stoel aan de zijlijn. We kregen een van de spelers in beeld. Achter zijn rug klapte een ballenjongen een parasol open, om de tennisser tijdens zijn rustpauze van schaduw te voorzien. Vanwege het gevorderde uur stond de zon reeds laag en haar invalshoek zorgde voor wat problemen. Ik zag de knul nerveus over en weer trappelen en mikkende bewegingen maken, om toch maar het hele lichaam van de man voor de zon te behoeden. Eindelijk slaagde hij daarin … en uitgerekend op dat moment verschool de zon zich achter een grote wolk.

Ik heb zelden iemand zo beteuterd zien kijken.

Zal ik mijn mond maar eens houden?

Hij behoort tot mijn kennissenkring, maar onze levenspaden hadden zich al geruime tijd niet gekruist. Gisteren zat hij echter aan een tafeltje in de bistro, waar ik tussen de middag binnenstommelde voor een snelle hap. Terwijl ik hem de hand schudde, viel me de donkerrode streep op die de omtrek van zijn hals volgde, alsof een knellend sieraad daar een spoor achtergelaten had  Om de een of andere reden vond ik dat ik dit niet onbesproken mocht laten.
─"Misschien dat je vrouw je halsband voortaan wat minder strak moet aanhalen", zei ik onder het verstrekken van een lachje en een knipoog, want ik vond mezelf een sympathieke en buitengewoon geestige guit.
─"Ah, dit …" zuchtte hij en hij probeerde de striem onder zijn hemdsboord te verbergen. "Ze hebben een tumor verwijderd en gelijk de helft van mijn schildklier weggehaald."

Ik wist even niet waar ik me bergen moest en stond daar als een paard in de regen. ‘Stop er voortaan maar een kurk in!’ foeterde ik binnensmonds. Ik mompelde een verontschuldiging en vroeg: 
─"Drink je wat van me?"
Hij knikte.