Hoe open je een internetdocument?
Volgens de West-Vlaamse televisiezenders Focus en WTV doe je dat op dezelfde manier als een deur: met een klink!
Logisch toch.
Hoe open je een internetdocument?
Volgens de West-Vlaamse televisiezenders Focus en WTV doe je dat op dezelfde manier als een deur: met een klink!
Logisch toch.
Ik hou er absoluut niet van om langs en in winkels te lanterfanten. Ik vertoon immers de energie van een gestrande kwal en ben regelmatig nog luier dan een pamper. Daarom bestel ik nogal eens wat via internet. De levering ervan verloopt vrijwel altijd rimpelloos, behalve dan als het koeriersbedrijf DPD ervoor moet instaan, want dan is er gegarandeerd stront aan de knikker. Heremijntijd, wat is dat een kutbedrijf!
Onlangs kocht en betaalde ik twee artikelen in een webwinkel. De levering van artikel 1 resulteerde in de volgende e-mail:
Ze hebben helemaal niets geprobeerd! Ik ben de hele dag niet uit mijn huis geweest, maar de chauffeur van DPD heeft zich om wat voor reden ook ─ vermoedelijk uit luiheid ─ niet de moeite getroost om zich te mijnent aan te melden. Hij heeft mijn bestelling doodgemoedereerd in een afhaalpunt gedumpt, waarvan ze me niet eens vertelden welk afhaalpunt dat was.
Wat doet een mens in zo’n geval? Dan telefoneer je naar de dader natuurlijk. Bij DPD kan dat evenwel enkel via een betalend nummer, hetgeen vanzelfsprekend uitermate klantvriendelijk is. Ik belandde veertien minuten in de wacht, à dertig cent per minuut, en kreeg toen een vrouwmens aan de lijn, die aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd had. Die zurkeltrut wist van kikken noch mikken en van toeten noch blazen, zodat ik me genoodzaakt zag het gesprek stop te zetten voor ik vierkant uit mijn dak ging. Christene zielen, wat een seut!
Een paar dagen later belandde het volgende bericht in mijn mailbox, in statig Frans weliswaar, want Nederlands en Vlaams zijn voor het klootjesvolk:
Nog dezelfde dag kreeg mijn oprit een bestelwagen over de kasseien en werd het eigengereide, niet leverbare (non livrable) artikel alsnog aan me bezorgd, door een chauffeur die geen Nederlands sprak of verstond.
De levering van het tweede artikel had eveneens nogal wat voeten in de aarde en verrassingen in petto, want ik kreeg het volgende medegedeeld:
Dat spoorloze pakket werd diezelfde middag bij me thuis gebracht, wederom door een chauffeur voor wie het Nederlands Chinees was.
Maak het een beetje! Kijk, beste mensen, als ik nog wat koop op internet wil ik vooraf weten wie de levering ervan zal uitvoeren. Als dat DPD is, gaat het feest niet door en de bestelling evenmin. Ja zeg, ik ben me daar gekke Gerrit op een houtvlot en een haartje betoeterd!
Ik heb het er hier onlangs nog over gehad, maar het zit me hoog en daarom blijf ik aan dat been knagen.
Maandelijks betaal ik een niet onaardig bedragje ─ ruim € 130 ─ aan Telenet en nu zat ik me af te vragen wat ik daar eigenlijk voor in de plaats krijg: televisie, telefonie, internet …
Ik heb een vaste telefoonlijn en daar bel ik gratis mee, behalve als ik met een buitenlandse correspondent wil spreken. Ik heb twee mobiele telefoonnummers en daar stuur ik gratis berichten mee en kan ik ook gratis bellen, behalve als ik me naar het buitenland begeef. Ik beschik over een internetverbinding, die Telenet supersnel noemt, maar die in mijn geval nogal wat steken laten vallen. En dan beschik ik natuurlijk over die fameuze tv-box, waarmee ik mijn kijkgedrag tot in de finesses zou kunnen beheren. Het ding blijkt evenwel nogal wat kuren te vertonen en beantwoordt zelfs niet aan mijn nochtans geringe verwachtingen. Het is zonder meer matig spul en ik krijg het er danig van op mijn teringtietjes.
Ik kan er dus opnames mee maken, of ─ je houdt het niet voor mogelijk ─ terugkijken naar programma’s die ik gemist heb, maar toch graag wil zien, al moet ik dan wel de eeuwigdurende en strontvervelende reclameboodschappen voor lief nemen, want die kan ik ─ en anderen met mij ─ onmogelijk doorspoelen. Ja zeg, maak het een beetje!
Bovendien heb ik onlangs een bericht gekregen van Telenet, dat ik slechts één jaar over mijn opnames zal kunnen beschikken, waarna die onherroepelijk gewist zullen worden. Daar ben ik dan mooi klaar mee! Binnen afzienbare tijd zal ik dus een aantal zeldzame opnames van onder meer concerten en opera’s kwijtspelen, die ik nergens meer kan terugvinden. Dat vind ik alleszins niet zo’n succes.
Foei, Telenet! Als jullie me nodig onnozele en vooral ongewenste reclame in de strot blijven rammen, zal ik afhaken en mijn heil elders zoeken. Als ik een niet gering bedrag betaal, wil ik graag zelf beslissen wat ik daarvoor in de plaats krijg en ik wil mijn tijd niet aan volstrekt nutteloze boodschappen verkwanselen. Jullie verdienen niet langer mijn aanbeveling. Nog even en ik nagel jullie aan de schandpaal.
Ik stel met enige ergernis vast dat nogal wat neringdoenden, en niet in het minst die van de horeca, zich niet de moeite getroosten om er een eigen website op na te houden, maar op internet enkel bereikbaar zijn via het zeer door mij verfoeide Facebook.
Wel, dat gedrocht komt bij mij de computer niet in. Ik vind het niet de moeite om er levensduur aan op te offeren. Aangezien ik er geen deel van uitmaak en ook niet van plan ben om dat ooit te doen, verkeer ik dus vaak in het ongewisse omtrent het doen en laten van deze bedrijfjes.
Zo plande ik een paar dagen geleden een bezoek aan een restaurant en wilde er me op voorhand van vergewissen of ik er mijn gading zou vinden, maar die informatie kon men me dus enkel via dat smoelenboek verstrekken. Wie niet in de netten van die zogeheten sociaalnetwerksite verstrikt zit, zoals ik, heeft daar dus het raden naar, want zonder lidmaatschap raak je bij hen niet binnen.
Ik heb derhalve dat restaurant geschrapt en mijn heil gezocht bij een eethuis dat ik wel per gewoon internet kon bereiken. Voortaan zal ik alles en iedereen liquideren die zich niet via een normale weg kenbaar maakt en me iets anders in de strot probeert te duwen. Mij zien ze daar niet meer!
Foert Facebook! Ik maak mijn handen niet vuil aan een fluim.
Onlangs schreef ik hier dat ik goed op weg ben naar een leven als knorrige brompot. Dat was natuurlijk lichtjes overdreven. Af en toe stel ik me wat milder op en durf ik me zelfs op positieve wijze over iets of iemand uit te laten. Als het goed is, zeg ik het ook.
Zo kan ik bijvoorbeeld enkel enthousiaste superlatieven wijden aan de website/webwinkel van:
Wie mij een beetje kent, weet dat ik bereid ben in onmacht te vallen voor alles wat met schrijven te maken heeft. Mijn furiositeit behelst zowel papier als pennen, agenda’s en allerhande bureaubehoeften van het betere soort … en dat is nu net waar Penworld me mee verlokt. Lang verhaal kort: ik vind er mijn gading en ben dus al ettelijke keren overgegaan tot een aankoop, zijnde onder meer exclusieve vulpennen, een Filofax, lederwaren, agenda’s en notitieboeken van Moleskine en Leuchtturm, potjes inkt met uitzonderlijke kleuren …
En kijk, als je bij hen wat koopt, mag je zeker zijn van een vlotte, correcte behandeling van je bestelling en een verzorgde levering ervan. Je krijgt je pakketje snel thuisbezorgd, vergezeld van een vriendelijk en handgeschreven dankwoord en een kleine attentie: een trio bonbons van Napoleon.
Perfectie mag dan misschien niet van deze wereld zijn, maar Penworld benadert die toch heel dicht. Daarom steek ik ze graag, zij het enigszins oneerbiedig, een veer in het gat. Van harte aanbevolen.
Ik pleeg me uiterst zelden met spelletjes in te laten, maar als er taal en woordenschat aan te pas komen, word ik wel verlokt om mijn kennis te testen en mee te doen. Meestal bezwijkt ik dan ook voor die verleiding.
Zo komt het dat ik iedere morgen wat tijd verkwansel aan Wordle, waarbij men in vijf zetten een vijfletterig woord moet achterhalen. Hoewel dat een Engelstalig programmaatje is, ben ik er tot nu toe telkens in geslaagd om het raadsel op te lossen, zij het soms met de hakken over de sloot, hetgeen niet verwonderlijk is als je niet in je moedertaal bezig bent.
Er bestaat inmiddels ook een Nederlandse versie van die breinbreker, Woordle, en het spreekt vanzelf dat ik ook daarop mijn lusten botvier: iedere keer met goed gevolg. O, wat ben ik fier!
Ik begin nu toch werkelijk te geloven dat ik slimmer ben dan ik eruitzie. Zou ik?
Niettegenstaande deze warrige, om niet te zeggen beroerde tijden, waarin men over een uitermate schrander stel hersens moet beschikken om uit te vogelen wat vandaag de dag nog toegestaan is, of juist niet meer mag, besloot ik me toch aan een restaurantbezoek te wagen, in het gezelschap van een paar vrienden en bewapend met een coronapas, teneinde daar mes en vork in stelling te brengen en het op een geweldig eten te zetten.
Nu bevindt er zich op spuugafstand van mijn woning een door de horeca opgeknapt boerderijtje, waar het naar verluidt ─ zelf ben ik er nooit geweest ─ goed toeven en tafelen is, als je tenminste niet op pauwentongetjes uit bent … en dat ben ik niet, al kan ik niet ontkennen dat ik op een nogal verwend verhemelte kan bogen.
Nu sta ik nogal wantrouwig tegenover alles wat men me via ‘naar verluidt’ probeert wijs te maken, dus begaf ik me op internet, teneinde er me van te vergewissen dat hetgeen men in dat etablissement klaarstoomde en in de aanbieding had aan mijn verwachtingen ─ zowel gastronomische als financiële ─ zou beantwoorden, want voor je het weet ben je er klauwen geld kwijt, of schotelen ze je gerechten voor die je mond niet graag eet.
Lang verhaal kort: de wetenswaardigheden van het voedselverstrekkend bedrijfje in kwestie kon men enkel via Facebook inkijken. Aangezien ik geen lid ben van dat onnozele smoelenboek en halsstarrig weiger om dat te worden ─ ik loop niet te koop met wat ik doe, denk, eet en voel en reserveer dat voor de lezers van mijn blog ─ ving ik bot en diende ik noodgedwongen een ander restaurant te kiezen, om er met mijn vrienden een boulimisch schransfestijn aan te richten.
Middenstanders aller pluimage: met Facebook kunnen jullie mij niet strikken … en ik ben zeer zeker geen uitzondering. Wees dat indachtig en zorg dus voor een eigen website.
Een beetje uit gemakzucht, maar vooral vanwege het prijsverschil met de plaatselijke handelaars, koop ik een aantal producten via internet bij Farmaline: de online apotheek voor België. Inmiddels heb ik daar al vrij veel geld gelaten, want een mens moet er wat voor over hebben om gezond, proper en welriekend te blijven.
Net voor kerstmis heb ik mijn voorraad flessen, potjes, tubes en doosjes met heerlijke balsems, crèmes, gels, lotions, poeders, zalfjes en pilletjes aangevuld en daar een ferme grijpstuiver voor betaald. We zijn nu drie weken later en inmiddels heb ik zowel per e-mail als per post de volgende aanbiedingen van Farmaline ontvangen:
– een kortingsbon van 5% wegens eindejaar;
– een geschenk ter waarde van € 23 ter gelegenheid van eindejaar;
– een kortingsbon van 5% ter gelegenheid van mijn verjaardag;
– een korting van 22% ter gelegenheid van nieuwjaar.
Aangezien mijn bestelling geplaatst en reeds geleverd was en ik niet van plan ben om eerlang nog wat aan te kopen, kan ik dus niet van die kortingen en cadeaus genieten …
… en daar is deze jongen niet blij mee. Farmaline, ga een beetje met iemand anders sollen. Ik heb er mijn bekomst van. Ik koop niets meer bij jullie! Apotheken op internet: schijthuizen kan je ermee dekken. Keuze genoeg.
In een vlaag van verstandsverbijstering en tegen beter weten in heb ik me laten verleiden om mijn slimme telefoon te voorzien van de app van Itsme en me vervolgens te registreren als gebruiker van het programma.
Wat is Itsme en wat zou ik er allemaal mee kunnen doen? Ik laat die luiden zelf even aan het woord:
Itsme is een superhandige en op-en-top veilige manier om digitaal je identiteit te verifiëren.
Log in op al je accounts met je unieke itsme-code? Registreer je snel online zonder fouten in je gegevens? Een transactie bij je bank bevestigen? Documenten aanvragen bij de gemeente via een e-loket? Download itsme en regel alles voortaan met je digitale ID.
Krijg nou tieten! Dat zou allemaal buitengewoon handig zijn, ware het niet dat het ding voor geen meter werkt. Ik overdrijf lichtjes. Het ding werkt één keer op honderd pogingen en in de negenennegentig andere gevallen krijg ik het volgende te zien:
Ik dacht aanvankelijk dat er wat aan mijn telefoon of de instellingen ervan haperde, maar dat bleek niet het geval, want twee vrienden en drie kennissen van me kregen precies hetzelfde te zien: nul, prot, nogabal.
Ik stuurde derhalve een e-mail naar Itsme en kreeg een nietszeggend antwoord, met instructies van wat ik zou moeten doen en nazien. Ik deed dat en zag alles na, maar het zette geen zoden aan de dijk, of wat hadden jullie gedacht? Per e-mail bracht ik ze daarvan op de hoogte en ze lieten me weten dat de schuld niet bij hen lag ─ ocharme! ─ maar bij de overheidsinstellingen, die kennelijk problemen hebben met het accepteren van digitale identiteiten. Tja, daar zijn we dan mooi klaar mee. Het verbaast me eigenlijk niet. Ik heb het al gezegd en ik wil het graag herhalen: Vivaldi is een regering van de onderste plank. Prutsers!
En Itsme is brol van de onderste plank. Brol!
Hoewel ik sociale media als de latrine van de publieke opinie beschouw, verkwist ik af en toe wat tijd aan Twitter. Wat me daarbij opvalt, is dat veel van die twitteraars lang niet alles scherp te krijgen wat de Nederlandse taal betreft. Nauwelijks gehinderd door enige kennis van zaken schrijven ze als een keukenmeid en bezondigen ze zich ongegeneerd aan taal- en stijlfouten, waarbij vooral de dt-regels het moeten ontgelden.
Nu ik toch Twitter bij de kop heb, wil ik daar nog wat meer over kwijt. Sommigen gebruiken dat medium immers om de wereld kond te doen van treurige, of zelfs tragische gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld het verscheiden van een geliefd wezen ─ mens of dier ─ of het toeslaan van onheil, zoals daar zijn lichamelijke of materiële rampspoed. Het leven is nu eenmaal een potpourri van tegenslagen. Hun lezers kunnen omtrent deze berichten hun deelneming betuigen, wat bij Twitter evenwel enkel mogelijk is via de knop ‘ik vind dat leuk’. Bewaar me, zeg!
─ “Er is bij mij borstkanker vastgesteld.”
─ “Mijn hond is onder een auto terechtgekomen en heeft dat niet overleefd.”
─ “Mijn vader heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.”
Het zijn allemaal berichten die anderen ‘leuk vinden’.
Ik vind dat eigenlijk niet zo’n succes, laat staan leuk.