Tag: taal

Tussentaal

In het park zat ik op een bank aan de rand van een dromerige vijver. De lente jubelde om me heen: bomen en struiken toonden trots hun pril gebladerte; vogels repeteerden eindeloos; de zon gooide met goudstukken; zwanen beschilderden het water met witte sier.

Een jongetje kwam op nogal timide wijze met een opgestoken vingertje naar me toe, alsof hij zich in een klas tot een onderwijzer wilde wenden.
─”Men … meneer!” stamelde hij en hij wees in de richting van een door struikgewas aan het oog onttrokken grasveld, waar zich zo te horen jongelui ophielden. “Ze gaan daar voorzekers ruis maken.”
─”Wat gaan ze daar maken?” begreep ik niet meteen wat hem bezielde.
─”Ze zien doar ruuze an ’t moak’n”, schoot zijn metgezel hem in onvervalst West-Vlaams te hulp, hoewel hij enkel meegekomen was om nog een beetje te wijzen.

Normaliter bemoei ik me niet met de ruzies van een ander ─ door schade en schande wordt men wijs ─ maar nu ging ik toch even poolshoogte nemen. De kemphanen in spe waren echter al tot een vergelijk gekomen.

Ruis maken?! Zelfs Toon Hermans wist er niet meteen raad mee, want hij vroeg zich af: “Wat ruist er door het struikgewas?”

Día mundial del Idioma Español

Estaba un niño jugando.
Llega su mama y le pregunta: Hijo mio,con qué juegas?
Con lo que me sale de los huevos!
Grosero! (le pega) pass!
Y desde entonces el niño ya no compra Kinder sorpresa.

Hat is vandaag de werelddag van de Spaanse taal (mijn vadertaal).

Een jongetje is aan het spelen.
Zijn moeder duikt op en ze vraagt hem: Zoon van me, waarmee ben je aan het spelen?
Met hetgeen er uit mijn eieren komt.
Smeerlap! (ze geeft hem een klap) pats!
En vanaf die dag koopt de jongen geen Kindersurprise meer.

Aanwinst

Hij is nieuw en hij is dik.

De nieuwste Dikke van Dale is zopas te mijnent neergestreken, al kan je bij die drie turven van komsa nauwelijks van neerstrijken gewagen. Ik zoek even een geschikter werkwoord op in mijn nieuwe Dikke van Dale … neerstorten, neerploffen, neerbonken … 

O, wat ben ik opgetuigd … eh … opgetogen! Het kost misschien iets, maar dan heb je ook wat.

Gewoon voor de leuk

Ik pleeg me uiterst zelden met spelletjes in te laten, maar als er taal en woordenschat aan te pas komen, word ik wel verlokt om mijn kennis te testen en mee te doen. Meestal bezwijkt ik dan ook voor die verleiding.

Zo komt het dat ik iedere morgen wat tijd verkwansel aan Wordle, waarbij men in vijf zetten een vijfletterig woord moet achterhalen. Hoewel dat een Engelstalig programmaatje is, ben ik er tot nu toe telkens in geslaagd om het raadsel op te lossen, zij het soms met de hakken over de sloot, hetgeen niet verwonderlijk is als je niet in je moedertaal bezig bent.

Er bestaat inmiddels ook een Nederlandse versie van die breinbreker, Woordle, en het spreekt vanzelf dat ik ook daarop mijn lusten botvier: iedere keer met goed gevolg. O, wat ben ik fier!

Ik begin nu toch werkelijk te geloven dat ik slimmer ben dan ik eruitzie. Zou ik?

woordle

Hier spreekt men Vlaams

moedertaaldag

Ik laat me nog steeds weinig gelegen liggen aan wat men sociale media noemt en die ik als de latrine van de publieke opinie beschouw. Tegenwoordig heet dat ‘social media’, want het Nederlands schiet steeds vaker woorden te kort en de hedendaagse mens roert graag wat vermijdbaar Engels door hetgeen hij/zij zegt en schrijft. Ik dus niet. Nooit!

Bovendien lijkt men zich steeds vaker aan kakografie te bezondigen. Velen schrijven beroerd en kreupel. Vooral de dt-fouten vliegen in het rond als distelpluizen en ik stoor me daar mateloos aan. Dergelijke miskleunen vind ik even erg als valse muzieknoten en laten we wel wezen: zo moeilijk zijn die regels nu toch ook weer niet.

Ik heb net een exemplaar van de nieuwste editie, de zestiende, van de Dikke van Dale gereserveerd. Die verschijnt over een maand, op 22 maart, en kost € 179 € tot 19 april. Daarna wordt dat € 209.

Ik hoop dat men bij van Dale nu eindelijk dat verfoeilijke ‘Belgisch Nederlands’ geschrapt heeft. Het zal wel niet zeker?

Belgisch Nederlands is Vlaams. En daarmee uit!