Tag: fruit

Eén keer, nooit weer

limelon

Op zoek naar gezonde versnaperingen kuierde ik wat rond in de groente- en fruitafdeling van een grootwarenhuis en daar stond ik plots oog in oog met een groengele bol, zijnde een mij onbekende vrucht, die naar de naam Limelon luisterde en naar verluidt een combinatie was van meloen en limoen, hetgeen resulteerde in een ‘juicy melon with a touch of lime’ of ook nog ’the most refreshing melon on the market’.

Ik vertaal dit even voor de schaarse Engels-onkundigen onder jullie:
– een sappige meloen met een vleugje limoen;
– de meest verfrissende meloen op de markt.

Het spreekt vanzelf dat ik ─ altijd in voor nieuwe ervaringen op alle gebied ─ zo’n intrigerende bol naar de kassa transporteerde. De dame ─ juffrouw ─ die daar de dienst uitmaakte en niettegenstaande de door haar tentoongespreide vingervlugheid ─ ik heb slomere kassabediendes meegemaakt ─ nog de tijd vond om op luchtige wijze een babbel met haar klanten te voeren, verbaasde zich eveneens over deze vrucht, want ze zei:
“De hemel mag weten hoe ze erin slagen om een meloen met een limoen te verenigen.”
Ik wist het ook niet en ik vroeg het me eveneens af.

Thuis heb ik die merkwaardige en ‘supersappige dorstlesser’ meedogenloos vermoord en geproefd. Tja, laaiend enthousiast ben ik er niet over. Ik hou van limoenen en meloenen vind ik om te zoenen, maar samen … nee, toch maar niet. Geen gelukkig huwelijk.

Ik zal me van mijn lieve levensdagen geen Limelon meer aanschaffen. Dat weet ik wel zeker.

Vroegrijp ─ 2

Ik koop mijn bananen altijd als die zich nog in enigszins groene toestand bevinden. Desalniettemin zijn die binnen de kortste keren ─ hooguit een week ─ rijp, om niet te zeggen overrijp.

Volgens internet moet je die wassen en de kop van de kam vervolgens met vochtig keukenpapier omwikkelen. Heb ik gedaan, maar bij mij sorteert dat bitter weinig effect en verhindert het allerminst een te snelle rijping.

Nu vraag ik me af hoe men erin slaagt om die vruchten uit verre, exotische contreien in gave en presentabele toestand tot bij ons te brengen. Als daar een trucje voor bestaat, wil ik me dat handigheidje bijzonder gaarne eigen maken.

Hoe doen ze dat?!

banaan

De teloorgang van Colruyt

Op internet slaat Colruyt me voortdurend om de oren met dit bericht:

Colruyt2

Nu ben ik sinds jaar en dag klant bij dat bedrijf, waar ik maandelijks een slordige vijfhonderd euro besteed, al gebeurt dat de laatste tijd met aanzienlijk minder enthousiasme.Ze laten immers steeds vaker steken vallen:

─  artikelen die ik pleeg aan te schaffen, verdwijnen plots en onaangekondigd uit het assortiment en keren nooit meer terug;
─ het aantal lege rekken neemt stelselmatig toe, naar verluidt omdat ze bij leveranciers niet de gewenste prijs kunnen bedingen;
─  de kwaliteit van wat ze aan fruit en groente aanbieden, laat zeer te wensen over.

Bij mijn laatste bezoek kocht ik onder meer:
– Pruimen … die gewoon niet te pruimen waren.
– Witte druiven … die enkel als pitloze variant beschikbaar waren en waar kraak noch smaak aan zat. Echt een foute hap.
– Gele kiwi’s … die pas na een eeuwigheid rijp zijn en zelfs dan nog een lamentabel resultaat opleveren.
– Bananen … die weliswaar eetbaar zijn, maar geenszins het niveau van Chiquita of Fyffes halen.

Colruyt betrekt fruit en groente grotendeels bij een handelaar die Papillon heet en uitpakt met een nogal onnozele slogan: “fruitzinnig lekker fruit”.

Fruitzinnig lekker?! Hoe verzinnen ze het en daar klopt dus geen ene donder van. Minderwaardig spul, dat is wat ze verkopen.

Ik ga voortaan wel naar een groenteboer.

Sluikse toestanden

Tijdens het fietsen passeerde ik een barakje, waar men luidens een uithangbord vruchten van de zomer kon kopen. Ik heb hier al eerder vermeld dat ik absoluut geen fan van automaten ben, maar in mijn hoedanigheid van zwakkeling liet ik me toch verleiden om in de remmen te knijpen, teneinde te kijken wat men er in de aanbieding had.

Dat waren naast aardbeien ook kersen die, dat stond in grote, ietwat onbeholpen letters vermeld, niet alleen vlezige en sappige eigenschappen bezaten, maar ook van een Belgische teler afkomstig waren. Of dat een meerwaarde is, weet ik eigenlijk niet, maar de kersen zagen er buitengewoon appetijtelijk uit en ik mag graag de Belgische, of toch zeker de Vlaamse economie een ruggensteuntje geven, want ik kan niet ontkennen dat ik meer Vlaming dan Belg ben.

Het toestel bleek geen bankjes van vijftig euro te accepteren en ik had niets kleiners bij me ─ wie het breed heeft, laat het breed hangen ─ maar gelukkig kon men ook met de pinpas betalen, zowaar zelfs contactloos. Ik toonde mijn kaart aan het schermpje en het ding begon enthousiast met lampjes te flikkeren en piepgeluidjes te produceren, maar verder gebeurde er niets. Het door mij gekozen vakje met kersen bleef potdicht en de kaartlezer keerde doodgemoedereerd terug naar zijn startpositie.

Nu ben ik nogal een doordouwer en hardleers bovendien, dus herhaalde ik de hele procedure … met hetzelfde resultaat. Nul, prot, nogabal. Ik droop derhalve af zonder kersen en begaf me naar de supermarkt ─ Colruyt ─ waar ik me van een bakje van die vruchten aanschafte, hoewel die kleiner van formaat waren en zichtbaar minder sappig. Bovendien biedt Colruyt die kersen aan in een open verpakking, die normaliter een halve kilogram van dat fruit moet bevatten, maar aan de kassa controleert men dat gewicht niet en je betaalt letterlijk het volle pond, terwijl ik thuis dat gewicht controleerde en vaststelde dat ik slechts vierhonderdtwintig gram kersen verworven had. Mijn sympathie voor Colruyt stond al op een heel laag peil en is nu onder nul gezakt. Weeg die kersen aan de kassa! Of verkoop ze in een gesloten verpakking! Zo moeilijk kan dat toch niet zijn.

Om mijn dag helemaal te verkloten ontdekte ik niet veel later dat de eigengereide automaat die me geen kersen bezorgd had, wel twee keer € 4,80 van mijn bankrekening had gehaald.

Krijg nu tieten en kus een beetje mijn klo…oster!

Sul die ik ben!

Ik gaf mijn fiets opdracht halt te houden bij een aardbeienautomaat en hij gaf gewillig gehoor aan dat verzoek.

“De aangeboden aardbeien komen rechtstreeks van bij een Vlaamse teler”, verkondigde een bord in grote, onbeholpen letters.

Dat was alleszins mooi meegenomen. Ik ben zeer begaan met het welzijn van Vlaanderen en besloot derhalve over te gaan tot het kopen van zo’n bakje Vlaamse aardbeien.

Nu heb ik de ballen verstand van automaten, dus stond ik even op dat gevaarte te kijken als een uil op een kluit, want niet gehinderd door enige kennis van zaken, waarna ik de gebruiksaanwijzing van de machine raadpleegde.

“Koop geen lege vakjes!” luidde de eerste regel.
“Wie koopt er nu een leeg vakje?” mompelde ik hoofdschuddend. “Daar moet je toch een achterlijk ezelsveulen voor zijn.”

Ik las verder:
– gooi je munten in de gleuf;
– gebruik de pijltjestoetsen om het vakje met het door jou gewenste product voor het venster te brengen;
– open het venster en voorzie je van je aankoop.

Mijn munten, ten bedrage van € 4, gleden in de gleuf. Ik begon op de pijltjestoetsen te drukken, maar die bezigheid werd verstoord door een automobilist, die achter me stopte en naar de weg vroeg. Ik gaf hem tekst en uitleg, aarzelde niet om zelfs een beetje te wijzen, draaide me om en … verstrooid als ik was, sloeg ik de eerste regel van de handleiding in de wind, schoof het venstertje open en behoorde gelijk tot het ras van de achterlijke ezelsveulens, want ik kocht toch wel een leeg vakje zeker!

Ze moeten me met rust laten als ik me met een automaat bezighoud.

Alsof de duivel, of wellicht mijn engelbewaarder, ermee speelde, dwarrelde er iets verderop een biljet van € 5 over het asfalt. Zo werd het toch nog een aangename en zowaar winstgevende lentedag.

Een gemeen hapje

ananassnijderMijn mond lust graag verse ananas. Helaas is dat niet zo’n fortuinlijke voorkeur, want deze exoot laat zich niet bepaald gemakkelijk soldaat maken.

In de allereerste plaats valt het moeilijk te bepalen wanneer de vrucht in staat van rijpheid verkeert. Internet biedt daaromtrent diverse hulpmiddeltjes aan, maar ik heb ondervonden dat die lang niet altijd betrouwbaar zijn. Bovendien is het ontkleden, of beter gezegd het ontbolsteren van dit tropisch fruit allerminst een sinecure. De koks en kokessen van de televisie, zoals bijvoorbeeld Jeroen Meus, hebben daar kennelijk weinig moeite mee, maar ik beschik hoegenaamd niet over de handigheid die zij tentoonspreiden.

Om deze reden heb ik me enige tijd geleden een apparaat aangeschaft, dat naar de naam ananassnijder luistert en over ingenieuze eigenschappen beschikt. Het is een soortement boor, waarmee je in één min of meer vloeiende draaibeweging zowel het omhulsel verwijdert, als de vrucht in een spiraalvormige schijf snijdt en van de kern, het klokhuis als het ware, ontdoet. Je houdt het niet voor mogelijk! Je moet het maar verzinnen.

Er is echter een niet te onderschatten nadeel aan dat toestel. Het klokhuis in kwestie blijft namelijk in de boorcilinder steken en dien je dus manueel te verwijderen. Dat blijkt een gevaarlijk karwei te zijn, want voor je het weet, schiet die prop onverhoeds los en kunnen je vingers met een smak op een snijdend gedeelte terechtkomen, wat meestal niet zonder gevolgen blijft. Dat overkwam me een paar keer, want ik ben zoals ik zei een uitermate onhandig mens, tot ik besloot om het verraderlijke klokhuis met de steel van een houten lepel uit te stoten.

Gisteren lette ik even niet op, want ik ben naast onhandig ook buitengewoon verstrooid, en toen de vruchtkern bezweek onder de druk van de lepelsteel en als een raket uit die cilinder schoot, belandde mijn duim met doodsverachting op het getande mes …

Je hoort me niet beweren dat ik bloedde als een rund, maar toch zeker als een kalfje. Ik herstelde enigszins de schade, maar toen bleek de Touch ID van mijn iPad niet meer te gehoorzamen aan de afdruk van die gehavende vinger.

Blijkbaar ben ik naast onhandig en verstrooid ook niet bepaald snugger, want het heeft even geduurd voor ik ontdekte dat ik op mijn iPad ook een tweede afdruk kon instellen. Nu zit ik me af te vragen welke vinger bij mij het minst kans loopt op beschadiging, want zoals ik zei, ben ik een uitermate onhandig, verstrooid en dom persoon.

De geneugten van de zomer

Ik was diep in het door de zon verpletterde binnenland van West-Vlaanderen doorgedrongen, toen ik bezijden de weg een groot aantal weelderig rankende braamstruiken ontwaarde die met verrukkelijke bessen pronkten. Aangezien ik deze donkere vruchtjes als een lekkernij beschouw, die ik bovendien gratis en voor niks kon verwerven, maande ik mijn rijwiel tot stoppen. Vervolgens wapende ik me met een fietspomp, die ik als machete gebruikte om me een weg door verlekkerd kijkende brandnetels te banen. Helaas merkte ik niet dat er zich onder die netels een sloot ophield, waarin zich niettegenstaande de aanhoudende droogte nog water bevond. Plots verdween de grond onder mijn voeten, met een plompend geluid kwam ik in de smurrie terecht, probeerde mijn evenwicht te bewaren, slaagde daar niet in en plofte neer in een schoot van netels.

Ik ben rijkelijk voorzien van netelblaren thuisgekomen, nat tot net onder de knieën, zonder braambessen en zonder fietspomp, want in al mijn misère heb ik mijn machete daar ergens laten liggen.

Grote gierende grasdoedels! Wat ben ik toch een klunshark!

Benjamín zag eens bramen hangen,
o, als frambozen zo groot,
’t scheen dat Benjamín wou gaan plukken,
maar hij kukelde in de sloot.

Naakt fruit en te ontkleden vruchten

etiketWelke achterlijke dakhaas is in vredesnaam op het onzalige idee gekomen om hapklaar fruit, zoals daar zijn appelen, peren, pruimen en nectarines, met hinderlijke pleistertjes, plakkertjes, etiketjes of stickertjes te tooien? Het gebeurt niet zelden dat ik in een opwelling het kloeke besluit neem om verstandig te snoepen en dientengevolge naar een fruitige versnapering grijp, er mijn tanden in zet, om vervolgens mijn mond van zo’n West-Vlaams ‘plakiestertje’ te bevrijden, als ik dat onding al niet ingeslikt heb. Ik zou natuurlijk het door mij aangekochte fruit van deze overtolligheden kunnen ontdoen, vooraleer ik het in een schaal onderbreng, maar ik heb daar allemaal geen tijd voor.

Ik stel vast dat ik me bij het verorberen van een sinaasappel, een clementine of een mandarijntje bijna altijd verslik … en vaak niet te min. Mijn vader had dat ook, herinner ik me, en nu vraag ik me af hoe dat zo komt. Zou ik misschien algerisch voor citrusvruchten zijn?