Tag: groente

De teloorgang van Colruyt

Op internet slaat Colruyt me voortdurend om de oren met dit bericht:

Colruyt2

Nu ben ik sinds jaar en dag klant bij dat bedrijf, waar ik maandelijks een slordige vijfhonderd euro besteed, al gebeurt dat de laatste tijd met aanzienlijk minder enthousiasme.Ze laten immers steeds vaker steken vallen:

─  artikelen die ik pleeg aan te schaffen, verdwijnen plots en onaangekondigd uit het assortiment en keren nooit meer terug;
─ het aantal lege rekken neemt stelselmatig toe, naar verluidt omdat ze bij leveranciers niet de gewenste prijs kunnen bedingen;
─  de kwaliteit van wat ze aan fruit en groente aanbieden, laat zeer te wensen over.

Bij mijn laatste bezoek kocht ik onder meer:
– Pruimen … die gewoon niet te pruimen waren.
– Witte druiven … die enkel als pitloze variant beschikbaar waren en waar kraak noch smaak aan zat. Echt een foute hap.
– Gele kiwi’s … die pas na een eeuwigheid rijp zijn en zelfs dan nog een lamentabel resultaat opleveren.
– Bananen … die weliswaar eetbaar zijn, maar geenszins het niveau van Chiquita of Fyffes halen.

Colruyt betrekt fruit en groente grotendeels bij een handelaar die Papillon heet en uitpakt met een nogal onnozele slogan: “fruitzinnig lekker fruit”.

Fruitzinnig lekker?! Hoe verzinnen ze het en daar klopt dus geen ene donder van. Minderwaardig spul, dat is wat ze verkopen.

Ik ga voortaan wel naar een groenteboer.

Dat ruimt lekker op

Jopididoe! Wat keken we blij gisterenmorgen. Mijn hart zong op van vreugde toen ik me gezapig, want fietsend, door het bedaarde West-Vlaamse landschap voortbewoog, want ze zijn er eindelijk aan begonnen, zij het op treuzelige wijze.

Ik heb het over het rooien, het oogsten, het hakselen … ja, hoe heet dat kortwieken van mais eigenlijk? Tijdens mijn fietstocht zag ik namelijk twee niets ontziende machines, die zich meedogenloos een weg door dat gewas baanden en de hoogbenige stengels neermaaiden als waren het lucifershoutjes. Opgekrast staat netjes, al kan men het stoppelveld dat achterblijft bezwaarlijk met een schoonheidsprijs bedenken.

Ik haat mais vanuit mijn tenen. Die beplanting belemmert in niet geringe mate mijn kijk op de wereld en op kruispunten is het een ronduit gevaarlijke uitzichtbelemmering.

Nu nog het suikerriet en het bamboe … en ik ben helemaal in mijn knollentuin.

maisoogst

Ik vraag maar raak

Ik houd me al bijna mijn hele leven onledig met het uitzoeken van prangende kwesties: vragen waarop ik pas na flink wat vijven en zessen en dan nog mondjesmaat een enigszins afdoend antwoord vermag te verzinnen.

Zo heb ik me bijvoorbeeld het ongans gezocht naar de verschillen tussen een gans en een eend, tussen een boot en een schip, of tussen een rivier en een stroom. Tegenwoordig probeer ik uit te vogelen wanneer ik tijdens het koken in een gerecht uien dan wel sjalotten dien te gebruiken. Ik raak er maar niet wijs uit.

Naar verluidt zou een sjalot over een delicatere smaak beschikken, maar eerlijk gezegd merk ik daar weinig van en dat veroorzaakt een flinke deuk in het imago van fijnproever dat ik mezelf graag aanmeet. Het verschil voel ik vooral in mijn portemonnee, want sjalotten zijn aanzienlijk duurder dan uien.

Ik had mijn moeder tekst en uitleg moeten vragen toen ze nog leefde. Zij was dusdanig bedreven in de kunst van het koken, dat ze er haar beroep van maakte en met fraai gecomponeerde gerechten duizenden mensen tot het aanheffen van jubelzangen dreef. Ze zou het me ongetwijfeld haarfijn uitgelegd hebben, want ze wist haar weetje wel.

Ik tast dus vooralsnog in het duister en blijf sjalot een koddige naam vinden voor een groente. Nu ja, dat is artisjok ook. En komkommer. En pompoen. En rammenas. En … basta!

Aangezien ik nog nooit van sjalottensoep gehoord heb, begeef ik me nu naar de keuken om daar uiensoep klaar te stomen, met alle gevolgen van dien. Zoals Erasmus al schreef in zijn Adagia: Suus cuique crepitus bene olet. Iedereen vindt zijn eigen winden prima ruiken.