Tag: Vlaams
Hier spreekt men Vlaams
Ik laat me nog steeds weinig gelegen liggen aan wat men sociale media noemt en die ik als de latrine van de publieke opinie beschouw. Tegenwoordig heet dat ‘social media’, want het Nederlands schiet steeds vaker woorden te kort en de hedendaagse mens roert graag wat vermijdbaar Engels door hetgeen hij/zij zegt en schrijft. Ik dus niet. Nooit!
Bovendien lijkt men zich steeds vaker aan kakografie te bezondigen. Velen schrijven beroerd en kreupel. Vooral de dt-fouten vliegen in het rond als distelpluizen en ik stoor me daar mateloos aan. Dergelijke miskleunen vind ik even erg als valse muzieknoten en laten we wel wezen: zo moeilijk zijn die regels nu toch ook weer niet.
Ik heb net een exemplaar van de nieuwste editie, de zestiende, van de Dikke van Dale gereserveerd. Die verschijnt over een maand, op 22 maart, en kost € 179 € tot 19 april. Daarna wordt dat € 209.
Ik hoop dat men bij van Dale nu eindelijk dat verfoeilijke ‘Belgisch Nederlands’ geschrapt heeft. Het zal wel niet zeker?
Belgisch Nederlands is Vlaams. En daarmee uit!
Niet te temmen
Maskeradefeest
Woar is da fièstje?
Sul die ik ben!
Ik gaf mijn fiets opdracht halt te houden bij een aardbeienautomaat en hij gaf gewillig gehoor aan dat verzoek.
“De aangeboden aardbeien komen rechtstreeks van bij een Vlaamse teler”, verkondigde een bord in grote, onbeholpen letters.
Dat was alleszins mooi meegenomen. Ik ben zeer begaan met het welzijn van Vlaanderen en besloot derhalve over te gaan tot het kopen van zo’n bakje Vlaamse aardbeien.
Nu heb ik de ballen verstand van automaten, dus stond ik even op dat gevaarte te kijken als een uil op een kluit, want niet gehinderd door enige kennis van zaken, waarna ik de gebruiksaanwijzing van de machine raadpleegde.
“Koop geen lege vakjes!” luidde de eerste regel.
“Wie koopt er nu een leeg vakje?” mompelde ik hoofdschuddend. “Daar moet je toch een achterlijk ezelsveulen voor zijn.”
Ik las verder:
– gooi je munten in de gleuf;
– gebruik de pijltjestoetsen om het vakje met het door jou gewenste product voor het venster te brengen;
– open het venster en voorzie je van je aankoop.
Mijn munten, ten bedrage van € 4, gleden in de gleuf. Ik begon op de pijltjestoetsen te drukken, maar die bezigheid werd verstoord door een automobilist, die achter me stopte en naar de weg vroeg. Ik gaf hem tekst en uitleg, aarzelde niet om zelfs een beetje te wijzen, draaide me om en … verstrooid als ik was, sloeg ik de eerste regel van de handleiding in de wind, schoof het venstertje open en behoorde gelijk tot het ras van de achterlijke ezelsveulens, want ik kocht toch wel een leeg vakje zeker!
Ze moeten me met rust laten als ik me met een automaat bezighoud.
Alsof de duivel, of wellicht mijn engelbewaarder, ermee speelde, dwarrelde er iets verderop een biljet van € 5 over het asfalt. Zo werd het toch nog een aangename en zowaar winstgevende lentedag.
Van Dale schiet woorden tekort
Het valt niet te ontkennen dat de woordenboekmakers van Van Dale het Vlaams als een ondergeschoven kindje beschouwen. Zo weigeren ze bijvoorbeeld halsstarrig om de benaming Vlaams te gebruiken en verkiezen ze zich van de term Belgisch-Nederlands, of nu zelfs gewoon Belgisch, te bedienen. Wel, dames en heren lexicografen: ik woon niet in Belgisch- of Zuid-Nederland en ik spreek geen Belgisch, maar ik woon in Vlaanderen en ik spreek Vlaams, ja, zelfs het zo vaak geridiculiseerde West-Vlaams.
Jullie woordenboeken van het Nederlands, ook de dikste uitvoering ervan, schieten trouwens schromelijk tekort waar het woorden en uitdrukkingen betreft die we in Vlaanderen geregeld gebruiken. Zo heb ik tevergeefs gezocht naar:
– opneemsel, dat we veel vaker gebruiken dan aanwensel;
– de uitdrukking ‘de volle pot’, in de betekenis van: het volledige bedrag zonder aftrek van om het even wat;
– de uitdrukking ‘een bruine boterham gegeten hebben’, in de betekenis van: een oppepper gekregen hebben en daar tevreden mee zijn;
– de uitdrukking ‘iemand op zijn kousenvoeten horen aankomen’, in de betekenis van: doorhebben hoe iemand op slinkse wijze een doel probeert te bereiken;
– de uitdrukking ‘daar mag (kan) je mee thuiskomen’, in de betekenis van: dat is iets deugdelijks;
– de uitdrukking ‘dat is het sap (sop) van weegluizen’, in de betekenis van: heel slecht volk, crapuul;
– de uitdrukking ‘als hij in zijn hand schijt, dan wordt dat een koek’, in de betekenis van: hij heeft altijd geluk.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
In 1302 hakten we de Fransen in de pan
Bijna juist ─ 25
Er wordt weer ‘gewielrend’ dat het een lieve lust is. Als de televisie een wedstrijd uitzendt, en dat durven ze soms te doen, mag ik daar graag naar kijken, vooral als Michel Wuyts het commentaar verzorgt, want dan zit ik me werkelijk te verkneukelen. Zijn woordgebruik is namelijk een niet te onderschatten aanwinst voor het Nederlands. Als liefhebber van alles wat met taal verband houdt, is dat iets dat ik van harte verwelkom.
Tijdens de voorbije reportages is bijvoorbeeld onderstaande kippetjespraat met vrolijk aplomb uit zijn mond en over zijn lippen gestruikeld:
– “Er is geen vuiltje aan de hand.”
Vroeger moest dat vuiltje zich aan de lucht bevinden, maar voor velen is dat toch iets te hooggegrepen.
– “Er is een kleine kink in het peloton.”
Wellicht bij gebrek aan een kabel.
– “De start werd verdonkeremaand.”
Ik had die nochtans gezien, al zorgde een losgeraakt tapijtje wel voor wat geharrewar.
– “Brutaliteit wordt genadeloos afgeslacht.”
Bij mij zou afgestraft volstaan, want ik ben niet zo’n bloeddorstig type.
Nu zondag voltrekt Paris-Roubaix zich op het ruitje. Ik zal vanzelfsprekend acte de présence te geven, met pen en papier in de aanslag. Ik ben benieuwd wat de heer Wuyts dan weer allemaal uit zijn botten zal slaan, om het eens met een Belgisch-Nederlandse staande uitdrukking te zeggen.
Belgisch Nederlands?! Het is me een raadsel waarom van Dale hardnekkig weigert om deze taalvariant Vlaams te noemen. Ik ben geen Belgische Nederlander, maar een Vlaming, en ik spreek geen Belgisch-Nederlands, maar Vlaams … ja, zelfs West-Vlaams.