Ik mag Theo Francken ─ politicus en tegenwoordig volksvertegenwoordiger van N-VA ─ graag in een lijstje zetten. Hij slaagt erin nogal wat sympathie bij me los te weken, omdat hij meestal de spijker op de kop slaat.
Onlangs moest ik toch even de wenkbrauwen fronsen en me terdege inspannen, om niet ontwapend in een peristaltisch gelach uit te barsten. Hij vond het namelijk nodig om zich van een zich in een experimenteel stadium bevindend Engels te bedienen en een Nederlandstalige uitdrukking te vermassacreren, met name: “De druppel die de emmer doet overlopen.” De talenknobbel van Francken vertaalde dat als:
“The drop in the emmer who is totally full.”
O, lordmytime (heremijntijd)! What is that a plucked from the pot translation (van de pot geplukte vertaling).
Tja, bij sommigen ─ en vandaag de dag bij velen ─ schiet het Nederlands woorden te kort, waardoor ze zich genoodzaakt voelen om er wat steenkolenengels doorheen te roeren en zich hopeloos belachelijk en onverstaanbaar te maken.
Zelf uit ik me graag in het West-Vlaams: een prachtig maar voor menigeen ondoordringbaar dialect. Helaas moet ik vaststellen dat mijn heerlijke taaltje, net als het keurige Nederlands, aan het wegkwijnen is. Ik kan het alleen maar jammer vinden.
Ja, ’t is wreed spietig, moar me goan uus nie loaten doen.