Mijn Zwarte Pieten waren, zijn en zullen altijd zo zwart als Moriaantje zijn. Christene zielen, wat heb ik een hekel aan die halfslachtige pieten en vooral aan dat met roet besmeurde manwijf, dat in Antwerpen naast Sinterklaas mocht postvatten.
Mijn kerstmarkten waren, zijn en zullen altijd KERSTmarkten zijn en niet die ondingen met ‘WINTER’se benamingen, waarmee men ─ de pietluttige woke-adepten ─ ons tegenwoordig probeert op te zadelen.
Een zwarte medemens was, is en zal voor mij altijd een neger of een negerin zijn en laat mij dat een charmante benaming vinden.
Een Melocake was, is en zal voor mij altijd een negerinnentette zijn, waar ik trouwens immens plezier aan beleef. Lekkere tetten!
Mijn beste vriend is een jood. Hij heeft nog nooit iemand vermoord en is dat ook niet van plan.