Zoals jullie weten, ben ik een grote fan van het weergaloze West-Vlaamse dialect. Om te voorkomen dat prachtige woorden, zinnen en uitdrukkingen in onbruik raken, of zelfs helemaal verdwijnen, zal ik dat zo nu en dan met een kleine bloemlezing proberen te vermijden.
een astrabanselienge:
= een ingewikkelde toestand, een strubbeling, een chaos, een handgemeen
een verdestewaasje:
= een chaos, een verwarde toestand, een warboel
een bataklang = een tammesoor
= een rommeltje, toebehoren, hebben en houden
een fietematrulle:
= een dadel
vanensentens:
= over de hele lengte, van einde tot einde
scherreldewiep:
= schrijlings
mezienke (gods)!
= uitroep: inderdaad! warempel!
kardjasse geven = slunse geven = vanieke geven:
= er de sokken in zetten, zich hard inspannen, tempo maken
godverhemelstepeirdepreuten!
= uitroep van verbazing, ontzetting, ongenoegen
een kaliesjeklutser:
= een nietsnut, een verfoeilijke man
een klunten zoetekoeke:
= een domme, brave sul
een netebuk:
een achterbakse, geniepige man