Categorie: Tussendoortje

Woke

Wat is dat tegenwoordig toch met die manie van veel bedrijven, om in hun reclameboodschappen kleurlingen van allerlei slag en met kopvodden getooide vrouwmensen op te voeren?

Voor zover ik weet, leef ik niet in Afrika of in een moslimland, maar wonen er in Vlaanderen en bij uitbreiding in België nog steeds hoofdzakelijk blanke mensen, die zonder uiterlijk vertoon van wat dan ook door het leven kuieren.

Gelukkig maar!

Doe een keus en blijf daarbij

Twitter trakteerde me op onderstaande afbeelding, die niet alleen tot nadenken stemde, maar me zowaar met een verscheurende keuze opzadelde:

keus

Vrij vertaald mocht ik kiezen tussen:

1. Terugkeren naar mijn zesde levensjaar en daar herbeginnen, gewapend met alle kennis die ik tot op heden vergaard heb.
2. Onmiddellijk tien miljoen euro (dollar) opstrijken, schoon in het handje.

Ik zit me nu al dagen suf te piekeren, maar ik kan nog steeds niet besluiten wat ik zou kiezen.

Día mundial del Idioma Español

Estaba un niño jugando.
Llega su mama y le pregunta: Hijo mio,con qué juegas?
Con lo que me sale de los huevos!
Grosero! (le pega) pass!
Y desde entonces el niño ya no compra Kinder sorpresa.

Hat is vandaag de werelddag van de Spaanse taal (mijn vadertaal).

Een jongetje is aan het spelen.
Zijn moeder duikt op en ze vraagt hem: Zoon van me, waarmee ben je aan het spelen?
Met hetgeen er uit mijn eieren komt.
Smeerlap! (ze geeft hem een klap) pats!
En vanaf die dag koopt de jongen geen Kindersurprise meer.

Feeërieke lichtvervuiling

Mensen, die gewoonlijk de gordijnen en rolluiken van hun woningen bij het invallen van de duisternis sluiten, zitten nu tot ’s avonds laat te koop, zodat we met zijn allen, buitenstaanders, hun opgetuigde kerstboom en andere opsierderij kunnen aanschouwen en desgewenst bewonderen.

Zelf heb ik een gloeiende siroophekel aan het flikkerende gedoe rond kerstmis, inclusief het opgeklopte sfeertje van mensen van goede wil, want die zijn al met al dun gezaaid. Ieder zijn meug zei de boer en hij at paardenvijgen. Maar laat me vooral optimistisch blijven, hoezeer ik mezelf daarvoor ook geweld moet aandoen.

Mijn mooiste kerstversiering is de glimlach van iemand die het goed met me meent.

Wij van toen … en nu

Rubenyyo

Ik ben al bijna een eeuwigheid bevriend met Rubén uit Argentinië. We hebben talloze maanden samen doorgebracht en zowel Zuid-Amerika als Europa doorkruist. Hij was gisteren jarig, dus ontspon er zich een ‘praatje’ op WhatsApp.

WhatsApp


Vandaag denk ik aan jou, Rubén, en ik ben opnieuw bij jou, terwijl ik terugkeer naar alle uren die we samen doorbrachten en naar alle plaatsen die we zij aan zij bezochten. Zoals de Franse auteur, François Villon, al in een 1461 schreef: “… mais où sont les neiges d’antan?” (… maar waar is de sneeuw van vroeger gebleven?) Gelukkige verjaardag, lieve vriend.


Duizend keer bedankt, BENJI, VRIEND VAN HEEL MIJN LEVEN, en de sneeuw van eertijds verwarmt vandaag onze harten, en die landschappen en herinneringen vullen heel onze ziel, terwijl ze ons iedere dag de kracht en de zin geven om voort te dromen van een oneindige wereld om te doorkruisen.
Vriend van me, er gaat geen dag voorbij zonder dat ik denk aan de maanden die we samen doorbrachten, aan de duizenden kilometers die we zij aan zij aflegden, babbelend en gekscherend, genietend van een andere wereld dan die van vandaag, zonder technologie. Dank je om aan mijn verjaardag te denken. Ik hoop je terug te zien en je te omhelzen in een nabije toekomst.


Rubén, je bent een mijlpaal in mijn leven en ik overdrijf geenszins. Dank voor je vriendschap.


Er kan geen twijfel over bestaan dat dit wederzijds is. Ik kan mijn leven niet onder woorden brengen zonder jou te vermelden. Jouw vriendschap is altijd mijn trots geweest.


Op mijn profielfoto van Whats App zie je mijn twee kleinkinderen, Tali en Isabella.

Kijk, daar ben ik nu blij mee, zie. Vriendschap kent geen tijd, geen afstand en geen grenzen. Het is een strohalm waaraan ik me in deze benarde tijden van ziekte en oorlog vastklamp. Als het allemaal een beetje meezit, reis ik over een paar maanden naar Argentinië.

Zou Sandra een manwijf zijn?

Een van mijn telefoons gaf te kennen dat iemand me probeerde te bereiken.
─”Met Benjamín!” maakte ik me kenbaar met een Spaans accent ─ BenchaaMIEN ─ en de diepe basstem ─ timbre contrabassaxofoon ─ waarmee ik toegerust ben.
─”Is ’t met Sandra?” vroeg een vrouw in mijn oor.

Sandra?! Met zo’n nobele bas van een spreekorgaan? Sommige mensen hebben toch echt een bord voor hun kop. Of zou die Sandra toevallig over de viriele stem van een oudtestamentische god beschikken?

Neusjes van de zalm

Ik ben eigenaar van een hebbelijkeid ─ ik ben de optelsom van allerlei menselijke zwaktes ─ waarvoor bij mijn weten geen Nederlands woord bestaat en ik ken nochtans veel Nederlandse woorden, zelfs heel veel.

Wie wel een woord voor dit aanwensel hebben, zijn de ingezetenen van het land van de rijzende zon. Ik heb hier al eerder vermeld dat men Japanners vooral niet moet onderschatten. Ik schreef in dit verband:

“Ze bemoeien zich met alles en ze houden van onnatuurlijkheid. Ze kunnen geen plant of dier zien, of ze knoeien er met hun perverse vingertjes aan tot er softenonachtige misvormingen ontstaan, zoals goudvissen met blazige ogen in wrattenkoppen, het lichaam voorzien van vreemdsoortige schubben, wapperende vinnen en onbruikbare sluierstaarten, of bomen die in hun groei gestuit zijn en van hun eerste jaar af zo verminkt worden dat ze een eeuw later nog in een bloempotje passen.”

Desalniettemin beschouw ik ze als de chicste bewoners van de aardkloot, op de voet gevolgd door de Vlaming Thomas Vanderveken. Die heeft sinds jaar en dag een wit voetje bij me. Ik vind hem een verfijnd persoon met een verfrissend naturel en als presentator/interviewer kunnen slechts weinigen, of eigenlijk niemand aan hem tippen. Hij heeft stijl te koop, is ongekunsteld hoffelijk, op een bijna nonchalante manier beschaafd, vol empathie, maar hij is absoluut geen watje en hij kan beter pianospelen dan veel andere over het paard getilde pianisten.

Wat mij betreft mag hij gerust die ijdelzuchtige kwek, Lisbeth (b)Imbo, vervangen, die op zondagmorgen, vervuld van eigendunk, het programma De Zevende Dag presenteert. Nu ja, presenteert … Christene zielen! Wat erger ik me aan dat vrouwmens! Ze is in staat om heel mijn zondag te vergallen.

Ik dwaal echter af, maar ik wou het toch even gezegd hebben. Ik had het over het Japanse woord voor een eigenaardigheid van me. Dat woord is het kraakbeenontwrichtende KUCHISABISHII. Ja! Zeg het eens langzaam na! Je zult het in boterletters krijgen. Het betekent: eten als je geen honger hebt, gewoon omdat je mond eenzaam is.

Gisteravond moet mijn mond buitengewoon eenzaam geweest zijn, want tijdens het televisiekijken stouwde ik het volgende in mijn voerklep: een zakje pickles-chips van Croky, en twee Milky Ways, en vier natuurboterwafels van Destrooper, en een tros witte druiven, en vier cuberdons, en twee clementines …
“Gie vroede gorre!” zei ik toen in het West-Vlaams tegen mezelf, hetgeen zoveel betekent als: jij gulzige vreetzak!

Kuchisabishii … Je zult er maar mee behept zijn. Alle worstjes op een stokje!