Tag: vrienden

Gedachten zijn tolvrij

Mijn Zwarte Pieten waren, zijn en zullen altijd zo zwart als Moriaantje zijn. Christene zielen, wat heb ik een hekel aan die halfslachtige pieten en vooral aan dat met roet besmeurde manwijf, dat in Antwerpen naast Sinterklaas mocht postvatten.

Mijn kerstmarkten waren, zijn en zullen altijd KERSTmarkten zijn en niet die ondingen met ‘WINTER’se benamingen, waarmee men ─ de pietluttige woke-adepten ─ ons tegenwoordig probeert op te zadelen.

Een zwarte medemens was, is en zal voor mij altijd een neger of een negerin zijn en laat mij dat een charmante benaming vinden.

Een Melocake was, is en zal voor mij altijd een negerinnentette zijn, waar ik trouwens immens plezier aan beleef. Lekkere tetten!

Mijn beste vriend is een jood. Hij heeft nog nooit iemand vermoord en is dat ook niet van plan.

Net geen gratis geschenk

Ik breng altijd een glimlach in stelling als een bedrijf in een reclameboodschap het verwerven van een gratis geschenk in het vooruitzicht stelt. Een geschenk hoort volgens mij altijd gratis te zijn, want anders is het geen geschenk … maar dit terzijde.

Een goede vriendin van me was jarig en daarmee verdiende ze dit keer geen bloemetje, maar een geschenkkaart van de supermarkt waar ze meestal haar inkopen pleegt: OKay. Ik begaf me naar een filiaal van die winkel en bestelde daar zo’n kaart, ten bedrage van € 100. Ik mag dan misschien een stuitende vrek zijn, maar voor de mensen die ik graag mag, houd ik de hand niet op de knip.

De vrouw die de kassa bediende bezorgde me zo’n kaart. Ze rekende af en ik betaalde per mobieltje, maar toen diepte ze twee biljetten van € 50 uit de geldlade op, om die aan me te overhandigen.
─ “Wat krijgen we nu?” hing ik even in het luchtledige.
─ “De honderd euro van je kaart”, zei ze.
─ “Nu begrijp ik het niet meer”, schuddekopte ik. “Ik heb een geschenkkaart gekocht en betaald, dus hoef ik geen honderd euro van u te ontvangen.”
Ze keek me aan alsof ze snot zag branden en toen ging er haar opeens een licht op.
─ “Wat ben ik toch een polderpatat!”, snoof ze en ze sloeg zich voor het hoofd.
─ “Dat heb je mij niet horen zeggen”, meesmuilde ik.
─ “Waar zit ik met mijn gedachten?” vroeg ze zich af.
─ “Ik zou het begot niet weten”, schokschouderde ik en ik gaf de honderd euro aan haar terug.

Zoals ik hierboven al schreef bestaat een gratis geschenk volgens mij niet, maar dit keer heeft het toch geen haartje gescheeld of ik had er een te pakken.

Wij van toen … en nu

Rubenyyo

Ik ben al bijna een eeuwigheid bevriend met Rubén uit Argentinië. We hebben talloze maanden samen doorgebracht en zowel Zuid-Amerika als Europa doorkruist. Hij was gisteren jarig, dus ontspon er zich een ‘praatje’ op WhatsApp.

WhatsApp


Vandaag denk ik aan jou, Rubén, en ik ben opnieuw bij jou, terwijl ik terugkeer naar alle uren die we samen doorbrachten en naar alle plaatsen die we zij aan zij bezochten. Zoals de Franse auteur, François Villon, al in een 1461 schreef: “… mais où sont les neiges d’antan?” (… maar waar is de sneeuw van vroeger gebleven?) Gelukkige verjaardag, lieve vriend.


Duizend keer bedankt, BENJI, VRIEND VAN HEEL MIJN LEVEN, en de sneeuw van eertijds verwarmt vandaag onze harten, en die landschappen en herinneringen vullen heel onze ziel, terwijl ze ons iedere dag de kracht en de zin geven om voort te dromen van een oneindige wereld om te doorkruisen.
Vriend van me, er gaat geen dag voorbij zonder dat ik denk aan de maanden die we samen doorbrachten, aan de duizenden kilometers die we zij aan zij aflegden, babbelend en gekscherend, genietend van een andere wereld dan die van vandaag, zonder technologie. Dank je om aan mijn verjaardag te denken. Ik hoop je terug te zien en je te omhelzen in een nabije toekomst.


Rubén, je bent een mijlpaal in mijn leven en ik overdrijf geenszins. Dank voor je vriendschap.


Er kan geen twijfel over bestaan dat dit wederzijds is. Ik kan mijn leven niet onder woorden brengen zonder jou te vermelden. Jouw vriendschap is altijd mijn trots geweest.


Op mijn profielfoto van Whats App zie je mijn twee kleinkinderen, Tali en Isabella.

Kijk, daar ben ik nu blij mee, zie. Vriendschap kent geen tijd, geen afstand en geen grenzen. Het is een strohalm waaraan ik me in deze benarde tijden van ziekte en oorlog vastklamp. Als het allemaal een beetje meezit, reis ik over een paar maanden naar Argentinië.