In het met uitermate krakkemikkige fietspaden toegeruste Jabbeke, aan de rand van de weg die Brugge met Gistel verbindt en op strompelafstand van het Permekemuseum, botste ik tijdens het fietsen op een kraam, waar er je geen gebraden duiven in de mond vlogen, maar waar je wel gebraden kippen kon kopen.
Ik hield halt, stapte af, wachtte mijn beurt af en bestelde toen zo’n vogel.
─”Klein, medium of groot?” vroeg het meisje dat daar de dienst uitmaakte.
─”Groot!” sprak ik met een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.
Ik hou nogal veel van de knap en als ik mes en vork in stelling breng, moet je serieus de ijskast openzetten.
Het slachtoffer werd gewogen en absoluut niet te licht bevonden, want toen ik thuis de kassabon raadpleegde, bleek die ministruisvogel schoon aan de haak zo maar eventjes 1,616 kg te wegen. Het viel dan ook niet te verbazen dat ik er € 15,27 diende voor te betalen, maar ik was desalniettemin in hoge mate verbaasd, want het was veel meer dan ik verwachtte. Ik kreeg er weliswaar een gratis slaatje bij, al was dat niet echt een pleister op de wonde.
Terwijl ik thuis de kip uitpakte, struikelde mijn oog over het plastic tasje dat er omheen zat en waarop een in precieuze schoonschriftletters gedrukte boodschap mijn aandacht trok. Ik las:
gevolgd door de firmanaam.
Het weze mij toegestaan om dit allerminst een geslaagde slogan te vinden. Het onschuldige beest is tenslotte op brutale wijze vermoord en het lijkt me ongepast om daar gewag van te maken, teneinde er munt uit te slaan. Het scheelde echt niet veel of het bericht ontnam me mijn appetijt, maar zoals ik hierboven al schreef: ik heb een gulzige, om niet te zeggen vraatzuchtige mond.