Tag: ergernis

Woke

Wat is dat tegenwoordig toch met die manie van veel bedrijven, om in hun reclameboodschappen kleurlingen van allerlei slag en met kopvodden getooide vrouwmensen op te voeren?

Voor zover ik weet, leef ik niet in Afrika of in een moslimland, maar wonen er in Vlaanderen en bij uitbreiding in België nog steeds hoofdzakelijk blanke mensen, die zonder uiterlijk vertoon van wat dan ook door het leven kuieren.

Gelukkig maar!

Doe toch eens normaal!

Ik ben er me terdege van bewust: er zijn vervullender bezigheden dan televisiekijken. Ik doe het dan ook met mate, want ik leef in onmin met mijn plasmascherm, maar soms raak ik toch in de verleiding om iets te bezienswaardigen.

Je zal erop zitten wachten, want het is me tegenwoordig toch vaak een ongein: lauwe limonade met een rietje. Men schotelt je immers vaak hysterisch gemonteerde beelden in een stroboscopische wemeling voor. De vorm jakkert vrolijk aan de inhoud voorbij, met een hersenbouleverserend effect als gevolg.

Om te vermijden dat het hele gedoe me begint te beknellen en ik zo gespannen raak als het elastiek in mijn onderbroek ─ als ik die al draag ─ of zelfs helemaal hoteldebotel word, zie ik me soms genoodzaakt om door middel van de afstandsbediening kanaalzwemmend rustiger oorden op te zoeken, of de kwelbuis helemaal het zwijgen ─ en het vertonen ─ op te leggen, om in een boek onder te duiken.

Lezen … O, wat is dat een zalige bezigheid! Ik kan het jullie van harte aanbevelen.

Het is leuk geweest

Gastvrijheid is te mijnent niet langer dode letter, maar zal ik hoog in het vaandel voeren. Voortaan immers is mijn woning een gastvrije woning: vrij van gasten. Waarom zou ik nog langer energie verspillen aan iets dat toch niet blijft duren?

Ik heb in mijn leven al meer dan genoeg tijd en geld verkwanseld aan luiden die zo stuntelig in elkaar gehikt zijn, dat ze eigenlijk bij hun geboorte gewurgd zouden moeten worden. Ze beantwoorden zelfs niet aan mijn nochtans geringe verwachtingen en verdienen absoluut niet de moeite om er levensduur aan op te offeren.

Ik ben er mooi klaar mee! Ik word kluizenaar.

De achterlijkste koeriersdienst: DPD

Ik hou er absoluut niet van om langs en in winkels te lanterfanten. Ik vertoon immers de energie van een gestrande kwal en ben regelmatig nog luier dan een pamper. Daarom bestel ik nogal eens wat via internet. De levering ervan verloopt vrijwel altijd rimpelloos, behalve dan als het koeriersbedrijf DPD ervoor moet instaan, want dan is er gegarandeerd stront aan de knikker. Heremijntijd, wat is dat een kutbedrijf!

Onlangs kocht en betaalde ik twee artikelen in een webwinkel. De levering van artikel 1 resulteerde in de volgende e-mail:

DPD1

Ze hebben helemaal niets geprobeerd! Ik ben de hele dag niet uit mijn huis geweest, maar de chauffeur van DPD heeft zich om wat voor reden ook ─ vermoedelijk uit luiheid ─ niet de moeite getroost om zich te mijnent aan te melden. Hij heeft mijn bestelling doodgemoedereerd in een afhaalpunt gedumpt, waarvan ze me niet eens vertelden welk afhaalpunt dat was.

Wat doet een mens in zo’n geval? Dan telefoneer je naar de dader natuurlijk. Bij DPD kan dat evenwel enkel via een betalend nummer, hetgeen vanzelfsprekend uitermate klantvriendelijk is. Ik belandde veertien minuten in de wacht, à dertig cent per minuut, en kreeg toen een vrouwmens aan de lijn, die aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd had. Die zurkeltrut wist van kikken noch mikken en van toeten noch blazen, zodat ik me genoodzaakt zag het gesprek stop te zetten voor ik vierkant uit mijn dak ging. Christene zielen, wat een seut!

Een paar dagen later belandde het volgende bericht in mijn mailbox, in statig Frans weliswaar, want Nederlands en Vlaams zijn voor het klootjesvolk:

DPD1bis

Nog dezelfde dag kreeg mijn oprit een bestelwagen over de kasseien en werd het eigengereide, niet leverbare (non livrable) artikel alsnog aan me bezorgd, door een chauffeur die geen Nederlands sprak of verstond.

De levering van het tweede artikel had eveneens nogal wat voeten in de aarde en verrassingen in petto, want ik kreeg het volgende medegedeeld:

DPD2

Dat spoorloze pakket werd diezelfde middag bij me thuis gebracht, wederom door een chauffeur voor wie het Nederlands Chinees was.

Maak het een beetje! Kijk, beste mensen, als ik nog wat koop op internet wil ik vooraf weten wie de levering ervan zal uitvoeren. Als dat DPD is, gaat het feest niet door en de bestelling evenmin. Ja zeg, ik ben me daar gekke Gerrit op een houtvlot en een haartje betoeterd!

Geurvlaggen planten en bruine truien breien

Jullie kunnen en zullen nooit raden wat ik deze week in mijn brievenbus aantrof. Het was een presentje, maar hoegenaamd niet van het leuke soort. Ik diepte er namelijk een giftig groen drollenzakje uit op, met inhoud, te weten een stevige hondenbout, of wat hadden jullie gedacht?

Zal ik nu toch het zeepokkenlazarus krijgen! Als ik de schenker van dit cadeau kan pakken, is hij of zij ─ het zal wel een hij zijn, vermoed ik ─ nog niet jarig. Dan ruk ik zijn/haar de ogen uit, zodat hij/zij kan kijken hoe ik hem/haar in mekaar ram.

Naar aanleiding daarvan en hoewel ik eigenlijk wel wat beters te doen had, heb ik vanmorgen tussen 9.00 en 12:00 uur de wacht opgetrokken, om het aan mijn stulp grenzende en bovendien private bospad in de gaten te houden. Ik heb ze geteld. Vierentwintig waren het er. Vierentwintig! Wie, wat, waar?

In die drie uur zijn twee dozijn honden voorbij mijn woning gewandeld ─ nu ja, gewandeld ─ gaande van frêle juffershondjes ─ die we in Vlaanderen graag preutelikkertjes noemen ─ tot modellen waarop een zadel niet zou misstaan.

Slechts zestien ervan waren aangelijnd. Ik zag er acht zeiken en drie vonden het nodig om in de buurt van mijn oprit een drollemans uit te draaien. Geen van de begeleiders ─ mannen, vrouwen, jongens, meisjes ─ vond het nodig, of getroostte zich de moeite om die troep op te ruimen.

Ik ben al mijn hele leven een verdraagzame dierenvriend, maar nu ben ik het toch goed zat. Er zijn grenzen. Wie zich voortaan in de buurt van mijn optrekje waagt en zich niet aan de regels van het fatsoen houdt, mag van mij een tirade verwachten … en reken maar dat ik daar goed in ben. Bovendien is een private weg nog steeds een private weg en dat zullen ze geweten hebben.

Perikelen

Ik zit ondertussen al twintig jaar op internet te kleuteren en wie mij een beetje volgt, zal weten dat ik een buitengewoon onhandig mens ben: een compositie voor twee linkerhanden.

Er is absoluut geen civiel ingenieur aan mij verloren gegaan. Ik zou een kerk op zijn toren zetten, kom meestal met de klompen op het ijs, kan nog geen banaan pellen, een blikje openkrijgen, of een ei bakken. Ik zou suiker in de benzine doen, om dan te kijken of de auto nog start. Nee, mijn gestoethaspel is tot op heden nooit overtroffen en ik ben echt geen kouwe in het hanteren van eenvoudige gereedschappen, zoals hamers, zagen, tangen, sleutels en hun toebehoren, zoals daar onder veel meer zijn vijzen, moeren, nagels en pluggen.

Nu dienen er ook te mijnent af en toe wat klusjes of karweien uitgevoerd te worden en ik kan natuurlijk niet telkens een beroep doen op de welwillendheid van mensen die zowel handig als me goedgezind zijn. Ze zullen me zien komen! En vaklui monsteren, die me diep in de buidel doen tasten, vind ik ook niet bepaald een aanlokkelijk idee, dus …

Bij een bedrijf dat op de reviewplatforms van internet hoge ogen gooide, bestelde ik, tegen beter weten in, een nogal prijzige schroefboormachine die, wellicht ter compensatie van het prijskaartje, toegerust was met twee accu’s en bovendien vergezeld zou zijn van nuttige accessoires, te weten een boren- en een bitset. Het leek me heel wat en meer hoefde dat van mij niet te zijn.

Een dag later liet men me weten dat mijn bestelling overgemaakt was aan de pakjesdienst van de Belgische post en me binnen de kortste keren bezorgd zou worden. Ik ontving tevens een zogeheten Track & Tracecode, waarmee ik desgewenst de gang van zaken kon volgen. Toen ik dat deed kreeg ik een nogal raadselachtige boodschap te lezen:

bpost1

Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat het voor mij bestemde pakket op een dwaalspoor terechtgekomen was en dat men probeerde om het eigengereide ding op het rechte pad te krijgen.

Daar leek men niet meteen in te slagen, want een paar dagen later veranderde de mededeling enigszins van coupe:

bpost2

Die boodschap bleef me enkele dagen aanstaren en ik begon al mijn wanhoop tegen de afzender uit te schreeuwen, maar toen schotelde men me opeens dit voor:

bpost3

Mijn hart was nog bezig van vreugde op te zingen toen de postbode te mijnent opdaagde en me een danig gehavende doos bezorgde, waarvan men de schade met plakband had pogen te verhullen, hetgeen niet bijster goed gelukt was. Tot mijn grote opluchting bleek de inhoud evenwel intact te zijn.

bpost4

Ik was tot nu toe heel tevreden over de pakjesdienst van de Belgische post, maar die goedgunstigheid heeft, net als de doos die ze bij me neergepoot hebben, nogal wat averij opgelopen. Ik vrees dat het even kan duren voor die hersteld is.

Wat een secreet, zeg!

Over een paar weken, op 19 december, start bij de Vlaamse Radio en Televisie het jaarlijkse solidariteitsprogramma ‘De Warmste Week’.

Een van de vier presentatoren is dit keer ene Fien Germijns. De haren rezen me zowat te berge toen ik dat vernam, want dat vrouwmens heeft het dusdanig bij me verkorven dat ze zelfs niet in mijn onderste lade ligt. Ik zal jullie vertellen hoe dat zo komt.

Tijdens de voorbije zomer fungeerde die klapkut als quizleidster van Switch: een onschuldig vraag- en antwoordspelletje van de VRT. In een van de afleveringen bestond die boerentrien het om zich klakkelings en op zeer onbeschofte wijze uit te laten over twee Vlaamse politici. Ik citeer haar woordelijk:

“Je hebt natuurlijk altijd uitzonderingen, zoals Tom van Grieken en Dries Van Langenhove, maar de meeste politici zijn ook maar mensen.”

Zal ik het lazarus krijgen?! Hoe haalt die zurkeltrut het in haar bolle kop om zoiets te verkondigen op een openbare omroep, die neutraal hoort te zijn?

Ik heb niets uit te staan met beide heren, maar ik vind het absoluut niet kunnen dat die appelteef ongegeneerd mensen aan de schandpaal nagelt en ik ben lang niet de enige. ’t Scheldt, een inmiddels beruchte en gevreesde satirische website, typeerde haar naar aanleiding daarvan en ook vanwege haar ietwat mollige uiterlijk als een hangbuikzwijn, hetgeen nogal oneerbiedig is, maar wat kan je verwachten als je zelf de smaak en de finesse van een wrattenzwijn tentoonspreidt?

Kijk, ik pleeg normaal een kleinigheid te doneren aan De Warmste Week, maar dit jaar krijgen ze geen rooie cent van me, omdat die truttebol daar de dienst uitmaakt. Naar verluidt strijkt ze ieder jaar een slordige € 150.000 op, van jullie en mijn belastinggeld. Als ze daar een fractie van afstaat aan De Warmste Week zullen ze de ontstentenis van mijn bescheiden bijdrage nooit merken.

En moge ze voortaan haar brutale klep houden.

Een vreemd fatsoentje ─ 2

Op strompelafstand van de plek waar ik hoofdkwartier houd, bevindt er zich een kraaknet ‘doeninkje’, dat weliswaar vriendelijkheid en rust uitstraalt, maar op nogal voortvarende wijze met de benaming restaurant een beetje uit zijn heupen loopt, want eigenlijk is het niet meer dan een café dat ook wel te eten schaft. Men zet er je met andere woorden geen onvergetelijke happen voor, wat niet belet dat ik er vrij regelmatig aanschik, als ik honger, maar geen zin om te koken heb.

Laatst had ik daar niet bepaald voortreffelijk gegeten ─ de scampi waren niet gaar en de diabolische saus waarin ze zwommen, had in de verste verte geen duivel gezien ─ maar desalniettemin ontstak ik toch in een gulle bui ─ het overkomt me nochtans zelden ─ en besloot ik het personeel (de bazin, een kelner, de kok en een keukenhulpje) een drankje aan te bieden.

Toen ik de rekening gepresenteerd kreeg, vertoonde die evenwel geen spoor van mijn vrijgevige geste, dus meende ik er goed aan te doen die vergetelheid te melden.
─ “’t Is de kok!” stamelde de bazin. “Hij zegt dat we geen traktaties van klanten mogen aannemen.”
─ “’t Is nochtans geen oneerbaar voorstel”, liet ik het duidelijk blijken dat ik danig in mijn West-Vlaamse gat gebeten was. “Soit. Zeg maar aan die kok dat hij een onbeschoft stuk potvreten is. Hij zal me daar een beetje beslissen wat ik met mijn centen doe.”

Op strompelafstand van mijn hoofdkwartier bevindt er zich een ordinair eetbarakje, waarin zich een bemoeizieke en onbehouwen kok ophoudt. Mij zullen ze daar niet meer zien. Nooit meer! Zelfs niet als ze daar het laatste broodje in Hongerstad verkopen.

De poenpooiers van Telenet

Ik heb het er hier onlangs nog over gehad, maar het zit me hoog en daarom blijf ik aan dat been knagen.

Maandelijks betaal ik een niet onaardig bedragje ─ ruim € 130 ─ aan Telenet en nu zat ik me af te vragen wat ik daar eigenlijk voor in de plaats krijg: televisie, telefonie, internet …

Ik heb een vaste telefoonlijn en daar bel ik gratis mee, behalve als ik met een buitenlandse correspondent wil spreken. Ik heb twee mobiele telefoonnummers en daar stuur ik gratis berichten mee en kan ik ook gratis bellen, behalve als ik me naar het buitenland begeef. Ik beschik over een internetverbinding, die Telenet supersnel noemt, maar die in mijn geval nogal wat steken laten vallen. En dan beschik ik natuurlijk over die fameuze tv-box, waarmee ik mijn kijkgedrag tot in de finesses zou kunnen beheren. Het ding blijkt evenwel nogal wat kuren te vertonen en beantwoordt zelfs niet aan mijn nochtans geringe verwachtingen. Het is zonder meer matig spul en ik krijg het er danig van op mijn teringtietjes.

Ik kan er dus opnames mee maken, of ─ je houdt het niet voor mogelijk ─ terugkijken naar programma’s die ik gemist heb, maar toch graag wil zien, al moet ik dan wel de eeuwigdurende en strontvervelende reclameboodschappen voor lief nemen, want die kan ik ─  en anderen met mij ─ onmogelijk doorspoelen. Ja zeg, maak het een beetje!

Bovendien heb ik onlangs een bericht gekregen van Telenet, dat ik slechts één jaar over mijn opnames zal kunnen beschikken, waarna die onherroepelijk gewist zullen worden. Daar ben ik dan mooi klaar mee! Binnen afzienbare tijd zal ik dus een aantal zeldzame opnames van onder meer concerten en opera’s kwijtspelen, die ik nergens meer kan terugvinden. Dat vind ik alleszins niet zo’n succes.

Foei, Telenet! Als jullie me nodig onnozele en vooral ongewenste reclame in de strot blijven rammen, zal ik afhaken en mijn heil elders zoeken. Als ik een niet gering bedrag betaal, wil ik graag zelf beslissen wat ik daarvoor in de plaats krijg en ik wil mijn tijd niet aan volstrekt nutteloze boodschappen verkwanselen. Jullie verdienen niet langer mijn aanbeveling. Nog even en ik nagel jullie aan de schandpaal.

Het gestoethaspel van Colruyt

Ik ben hoe langer hoe meer mistevreden ─ en dientengevolge hoe langer hoe minder tevreden ─ over de supermarkt, Colruyt, waar ik maandelijks toch ongeveer zeshonderd euro besteed.

Dan heb ik het niet meteen over de botte trien, die mij onlangs op ronduit onbeschofte wijze van antwoord diende toen ik het aandurfde haar een vraag te stellen, want zodoende zou ik de andere personeelsleden, die wel vriendelijk en behulpzaam zijn, onrecht aandoen.

Neen, mijn ongenoegen beperkt zich hoofdzakelijk en vooralsnog tot het in hoge mate wispelturige aanbod waaraan Colruyt zich bezondigt en waarmee ze mijn ergernis opwekken.

Zo placht ik maandelijks in de diepvriesafdeling een aantal verpakkingen Scampi Diabolique te kopen, tot die plots en om onnaspeurbare redenen uit het assortiment verdwenen. Nadat ik daaromtrent mijn ongenoegen kenbaar had gemaakt bij de klantendienst doken die weer op, om na een paar weken opnieuw compleet de mist in te gaan en niet terug te keren, net als de limoensorbet, het worstenbrood, de kaaskroketten … en wat weet ik al niet meer. En daar sta je dan met je goeie gedrag.

sorbet

Kijk, Colruyt, jullie zijn lang niet het laatste broodje in Hongerstad. In een straal van nog geen kilometer kan ik terecht bij Lidl, Carrefour, Delhaize, Jumbo en Aldi … En ik heb even mijn licht opgestoken bij Delhaize. Daar heb ik zowel Scampi Diabolique, als limoensorbet, worstenbrood en kaaskroketten, ja zelfs het vermaarde streekproduct ─ de mosterd van Wostyn ─ aangetroffen, dat jullie halsstarrig weigeren te verkopen, hoewel de fabrikant ervan zich binnen schootsafstand van jullie winkeltje ophoudt. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook nog tal van andere producten aan te schaffen, ten bedrage van driehonderdzevenenzestig euro: bedrag dat jullie aan jullie eigengereide neus zien voorbijgaan.

Meer zelfs: ik denk dat ik voortaan mijn centen aan voedsel van Delhaize zal besteden. Hun gamma is niet alleen veel uitgebreider, maar het is ook een veel mooiere en aangenamere supermarkt dan jullie bunker. Dan mogen ze van mij gerust iets duurder zijn. Eigen schuld, dikke bult, Colruyt. De klant is nog altijd koning en we laten niet met ons sollen.