Tag: balen

De poenpooiers van Telenet

Ik heb het er hier onlangs nog over gehad, maar het zit me hoog en daarom blijf ik aan dat been knagen.

Maandelijks betaal ik een niet onaardig bedragje ─ ruim € 130 ─ aan Telenet en nu zat ik me af te vragen wat ik daar eigenlijk voor in de plaats krijg: televisie, telefonie, internet …

Ik heb een vaste telefoonlijn en daar bel ik gratis mee, behalve als ik met een buitenlandse correspondent wil spreken. Ik heb twee mobiele telefoonnummers en daar stuur ik gratis berichten mee en kan ik ook gratis bellen, behalve als ik me naar het buitenland begeef. Ik beschik over een internetverbinding, die Telenet supersnel noemt, maar die in mijn geval nogal wat steken laten vallen. En dan beschik ik natuurlijk over die fameuze tv-box, waarmee ik mijn kijkgedrag tot in de finesses zou kunnen beheren. Het ding blijkt evenwel nogal wat kuren te vertonen en beantwoordt zelfs niet aan mijn nochtans geringe verwachtingen. Het is zonder meer matig spul en ik krijg het er danig van op mijn teringtietjes.

Ik kan er dus opnames mee maken, of ─ je houdt het niet voor mogelijk ─ terugkijken naar programma’s die ik gemist heb, maar toch graag wil zien, al moet ik dan wel de eeuwigdurende en strontvervelende reclameboodschappen voor lief nemen, want die kan ik ─  en anderen met mij ─ onmogelijk doorspoelen. Ja zeg, maak het een beetje!

Bovendien heb ik onlangs een bericht gekregen van Telenet, dat ik slechts één jaar over mijn opnames zal kunnen beschikken, waarna die onherroepelijk gewist zullen worden. Daar ben ik dan mooi klaar mee! Binnen afzienbare tijd zal ik dus een aantal zeldzame opnames van onder meer concerten en opera’s kwijtspelen, die ik nergens meer kan terugvinden. Dat vind ik alleszins niet zo’n succes.

Foei, Telenet! Als jullie me nodig onnozele en vooral ongewenste reclame in de strot blijven rammen, zal ik afhaken en mijn heil elders zoeken. Als ik een niet gering bedrag betaal, wil ik graag zelf beslissen wat ik daarvoor in de plaats krijg en ik wil mijn tijd niet aan volstrekt nutteloze boodschappen verkwanselen. Jullie verdienen niet langer mijn aanbeveling. Nog even en ik nagel jullie aan de schandpaal.

Het ‘bakske’ van Telenet

Ik heb een behoorlijk duur abonnement bij Telenet. Allicht daarom kreeg ik onlangs hun laatste aanwinst cadeau: de TV box, ter vervanging van mijn oude, vertrouwde digicorder.

Die TV box is een vrij klein ‘bakje’, dat niettegenstaande zijn minuscule formaat tot heel wat in staat is, of toch zou moeten zijn, en tal van nieuwe mogelijkheden biedt, of toch zou moeten bieden. Zo zou ik bijvoorbeeld een onbeperkt aantal programma’s tegelijk kunnen opnemen en in de ‘cloud’ bewaren voor later gebruik. Alle ‘entertainment’ zou ik op één plek terugvinden, talloze functies met ‘voice control’ kunnen bedienen en wat weet ik al niet meer. Neem me het onnodige en dus onnozele gebruik van het Engels door Telenet niet kwalijk. Lang verhaal kort: het ding zou een soort toverdoos moeten zijn, maar het lijkt me eerder op weg om zich tot een doos van Pandora te ontpoppen.

Ik probeerde een film op te nemen, maar om onnaspeurbare redenen is de registratie halverwege gestopt. In de afdeling ‘entertainment’ beschik ik onder meer over YouTube, maar ik heb er geen idee van hoe ik dat kanaal moet bedienen. Het wordt ook nergens uitgelegd. Er zijn nog meer van die vervelende akkefietjes, maar waar ik me het meest aan erger is het terugkijken.

Laat ik als voorbeeld een aflevering van CSI nemen. Ik kan die tot ongeveer halverwege rechtstreeks bekijken, maar dan moet ik dat onderbreken, wegens – ik zeg maar wat – een telefoon, of een onverwachte visite. Als ik daarna, gedane zaken, opnieuw het desbetreffende programma wil bekijken, kan ik niet zomaar doorspoelen naar het moment van de onderbreking, maar dien ik tientallen stupide reclameboodschappen voor lief te nemen.

Ja zeg, daar krijg ik het behoorlijk van op mijn teringtietjes en op zo’n moment heb ik een godsgruwelijke schurfthekel aan Telenet, waardoor ik als een Tourettepatiënt een mitraillade schunnigheden op ze zit af te vuren, maar zelfs dat zet geen zoden aan de dijk. We mogen betalen, maar verder hebben we geen morzel in de melk te brokken.

Kwalijkgezien

Ik stel met enige ergernis vast dat nogal wat neringdoenden, en niet in het minst die van de horeca, zich niet de moeite getroosten om er een eigen website op na te houden, maar op internet enkel bereikbaar zijn via het zeer door mij verfoeide Facebook.

Wel, dat gedrocht komt bij mij de computer niet in. Ik vind het niet de moeite om er levensduur aan op te offeren. Aangezien ik er geen deel van uitmaak en ook niet van plan ben om dat ooit te doen, verkeer ik dus vaak in het ongewisse omtrent het doen en laten van deze bedrijfjes.

Zo plande ik een paar dagen geleden een bezoek aan een restaurant en wilde er me op voorhand van vergewissen of ik er mijn gading zou vinden, maar die informatie kon men me dus enkel via dat smoelenboek verstrekken. Wie niet in de netten van die zogeheten sociaalnetwerksite verstrikt zit, zoals ik, heeft daar dus het raden naar, want zonder lidmaatschap raak je bij hen niet binnen.

Ik heb derhalve dat restaurant geschrapt en mijn heil gezocht bij een eethuis dat ik wel per gewoon internet kon bereiken. Voortaan zal ik alles en iedereen liquideren die zich niet via een normale weg kenbaar maakt en me iets anders in de strot probeert te duwen. Mij zien ze daar niet meer!

Foert Facebook! Ik maak mijn handen niet vuil aan een fluim.

Ga voor andermans hol keffen!

Ik baad in weelde, althans wat telefonie betreft. Ik beschik niet enkel over twee mobiele nummers, maar ook over een vast toestel dat meestal werkloos op mijn schrijftafel staat. Als het ding al eens een zoemend geluid produceert, wordt dat over het algemeen veroorzaakt door Engelstalige personen van beiderlei kunne, die voorwenden dat ze me contacteren in opdracht van Microsoft, om… Ik snoer ze de mond door af te bellen nog voor ze me dat kunnen vertellen.

Gisteren kreeg ik evenwel een vrouw aan de lijn, die mijn ‘hallo’ in het Nederlands beantwoordde.
–”Ik ben Suzanne Vanzwiereltruis”, begon ze. Ze gebruikte natuurlijk een andere naam, maar ik wil haar hier niet aan de schandpaal nagelen. Ze vervolgde: “U kent me niet persoonlijk, maar ik ben zeer begaan met het lot van de mensen. Mag ik u vragen hoe het met u gaat?”
–”Met mij gaat het prima. Wie zei u ook weer dat u bent?”
–”Suzanne Vanzwiereltruis”, herhaalde ze. “Ik ben een getuige van Jehova …”
–”Wees gegroet!” snoof ik en ik verbrak de verbinding.

Er is een tijd geweest dat die lastige lieden op zondagmorgen bij je aanbelden en zich zodoende aan je opdrongen om je te bekeren. Als ze zich nu ook nog via de telefoon aan zieltjeswinnerij overgeven zijn we daar mooi klaar mee. Dan is het einde niet in zicht.

In tijden van schaarste

Het dorp waar ik hoofdkwartier houd, huisvest naast mijn ietwat kleurloze persoontje onder meer ook drie warme bakkers. Dat zou handig zijn, ware het niet dat bakker 1 met verlof is, bakker 2 gesloten is wegens verbouwingswerken en bakker 3 met een ziekte opgezadeld zit, die hem het werken ─ in dit geval het bakken ─ verhindert.

DomoMijn indrukwekkende broodmachine van Domo zou me uit de nood kunnen helpen, maar ik heb dat in een van mijn opwellingen gekochte geval nog nooit gebruikt en ik weet bij God almachtig niet waar ik de handleiding ervan ondergebracht heb. Die moet op internet wel te vinden en te raadplegen zijn, maar net nu heeft men me laten weten dat ik daar vandaag en morgen niet op terechtkan, wegens een kink in de kabel of een andere storing van die strekking.

Daar sta je dan met je goeie gedrag. Ik zal me naar een nabijgelegen dorp moeten begeven als ik brood wil bemachtigen, maar de hemel weet wat er daar allemaal aan de hand is.

Het zijn barre tijden, maar ‘bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien’, luidt een Vlaams spreekwoord en die pasteien … tja, die koop je bij de bakker.

Als we maar gezond zijn ─ 2

Een beetje uit gemakzucht, maar vooral vanwege het prijsverschil met de plaatselijke handelaars, koop ik een aantal producten via internet bij Farmaline: de online apotheek voor België. Inmiddels heb ik daar al vrij veel geld gelaten, want een mens moet er wat voor over hebben om gezond, proper en welriekend te blijven.

farmalineNet voor kerstmis heb ik mijn voorraad flessen, potjes, tubes en doosjes met heerlijke balsems, crèmes, gels, lotions, poeders, zalfjes en pilletjes aangevuld en daar een ferme grijpstuiver voor betaald. We zijn nu drie weken later en inmiddels heb ik zowel per e-mail als per post de volgende aanbiedingen van Farmaline ontvangen:
– een kortingsbon van 5% wegens eindejaar;
– een geschenk ter waarde van € 23 ter gelegenheid van eindejaar;
– een kortingsbon van 5% ter gelegenheid van mijn verjaardag;
– een korting van 22% ter gelegenheid van nieuwjaar.

Aangezien mijn bestelling geplaatst en reeds geleverd was en ik niet van plan ben om eerlang nog wat aan te kopen, kan ik dus niet van die kortingen en cadeaus genieten …

… en daar is deze jongen niet blij mee. Farmaline, ga een beetje met iemand anders sollen. Ik heb er mijn bekomst van. Ik koop niets meer bij jullie! Apotheken op internet: schijthuizen kan je ermee dekken. Keuze genoeg.

Hallmark gebruiken is kladdeboteren

Hoewel ik het hardnekkig blijf proberen, kan ik mezelf niet langer voorliegen dat ik jong ben. Ik heb immers de Dode Zee nog gekend toen die nog leefde.

Nee, ik ben inmiddels helemaal van mijn jeugd bekomen en men beweert zelfs dat ik me een beetje ouderwets durf te gedragen. Misschien is dat wel zo, want ik klamp me nogal gewillig vast aan enigszins voorbijgestreefde gewoontes. Zo heb ik bijvoorbeeld een haat-liefdeverhouding met de moderne communicatiemiddelen, zoals aaifoons, smoelenboeken, e-mails, sms-berichten en wat dies meer zij.

Als iemand uit mijn kennissenkring ten prooi valt aan een feestelijke of gedenkwaardige gebeurtenis ─ zoals daar zijn: verjaardagen, jubilea, geboortes, communies, jaarwisselingen, allerhande vieringen, ziektes en zeertes, sterfgevallen ─ pleeg ik daar nog steeds een met kalligrafische hand beschreven kaartje aan te besteden, dat ik vervolgens aan Tante Pos toevertrouw.

Ik laat mijn vaak bevlogen, ja, soms zelfs ronduit poëtische boodschappen bij voorkeur uit een ouderwetse vulpen vloeien en daar zijn de meeste wenskaarten ─ en zeker die van Hallmark ─ absoluut niet blij mee. Het duurt uren voor ze de inkt laten opdrogen en als je ondertussen even niet oplet, veroorzaak je een kliederboel van je welste.

Heremijntijd! Ik heb zodoende al een klein fortuin aan kaarten verkwanseld, maar ik weiger halsstarrig afstand te doen van mijn geliefde vulpennen. Hallmark daarentegen … komt bij mij het huis niet meer in.

Den goedgunstigen lezer, heil!

Als verwoed lezer geef ik nog altijd de voorkeur aan echte boeken, de papieren druksels, zelfs nadat ik zo’n acht jaar geleden een e-reader van Sony in de schoot geworpen kreeg, omdat ik vrij nauwkeurig het aantal deelnemers aan een prijsvraag ingeschat had.

Na een bezoek aan de röntgenafdeling van een ziekenhuis liet dat het toestelletje het evenwel afweten, wellicht omdat het door de stralingen helemaal in de war raakte en alles door mekaar hutselde, zoals vermeld in mijn schrijfsel Vreugde met een dompertje dat ik op 21 september 2013 aan deze gebeurtenis wijdde.

Omdat ik tegenwoordig vaak uithuizig ben en meer dan me lief is wachttijden moet trotseren, leek het me handig om toch maar weer zo’n draagbare bibliotheek bij de hand te hebben, teneinde me geen hernia te zeulen aan gewichtige boeken. Ik koos een lezer van Kobo.

Jullie zullen me niet horen beweren dat ik opgetogen ben over mijn aanwinst. Mijn ongenoegen geldt niet zozeer het apparaat zelf, maar wel de weergave van de boeken die ik bij Kobo aangekocht heb. Die vertonen namelijk een potpourri aan tekortkomingen, zoals daar zijn ontbrekende bladzijden, foutieve splitsingen, mankerende spaties, krakkemikkige interpunctie …

Door dat alles lezen die boeken niet lekker en in mijn hoedanigheid van perfectionist omtrent teksten, zit ik me daar zo omstandig, ja zelfs buitensporig aan te ergeren dat het niet mooi meer is.

Wat mij betreft, is Kobo allerminst een aanbeveling. Ach, was ik maar in de moederschoot gebleven.

De nationale (k)loterij

Gokken, kansspelen, tombola’s, loterijen en wat dies meer zij, zijn niet aan mij besteed. Er zit geen engeltje op mijn schouder en ik ben dus niet voor het geluk geboren, zodat ik nooit, of toch uiterst zelden, in de prijzen val.

Desalniettemin ben ik ooit een keer de speelzaal van een casino aan de Belgische kust binnengedwarreld, omdat een kennis van me daar als croupier optrad en ik hem graag eens aan het werk wilde zien. Hoe heet die bezigheid? Croupieren? Men kon me die avond door een ringetje halen. Ik zag er bijzonder patent uit, want ik had aan een galadiner deelgenomen, omgord met de smoking die mijn vader zaliger, in zijn hoedanigheid van maestro sastre ─ meester kleermaker ─ op vernuftige wijze voor me vervaardigd had en die me zelfs nu nog als aangegoten zit, hoewel ik vandaag de dag slechts zelden de gelegenheid krijgt om die aan te trekken, want ik word bijna nooit meer op galafestiviteiten uitgenodigd.

Aldus opgebaard sloeg ik enige tijd de intrigerende bezigheden aan een roulettetafel gade en toen voelde ik plots de James Bond  in me ontwaken, waardoor ik besloot om zelf ook een gokje te wagen.

Dat was leuk en het werd nog leuker toen ik enige tijd later een winst van zo maar eventjes meer dan € 1000 mocht incasseren. Jullie horen me niet beweren dat de hierboven vermelde croupier daar een handje in gehad heeft. Hij blijft het in alle geval ten stelligste ontkennen.

Ik ben sindsdien nooit meer in een casino geweest, hoewel ik door die eerste meevaller vaak de verleiding voelde opwellen om het nog een keer te proberen. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik een geheel uit voortreffelijkheid opgetrokken persoon ben en merg in de knoken heb, al zijn we natuurlijk nooit zo goed als we zelf denken.

Toen kwam dat boosaardig virus zich met ons leven bemoeien. Het ondingetje beperkte danig mijn bewegingsvrijheid, waardoor ik af en toe ten prooi viel aan virulente verveling. Als tijdpassering nam ik een keer of zeven deel aan Euro Millions, waarmee ik, of iemand anders, zo maar eventjes meer dan € 100.000.000 kon winnen. Honderd miljoen! Krijg dat op je dak en op je bankrekening. Ik verkwanselde in zeven beurten € 179 aan dat spel en mocht slechts € 22,60 aan winst opstrijken. In arren moede schakelde ik over op de ‘gewone’ lotto, verkwistte daar in vijf beurten € 104 aan en kon € 39,60 binnenrijven. Samengevat heb ik dus in totaal € 283 ingezet en slechts € 62,20 gerecupereerd. Dat betekent een verlies van € 220,80. Ik had beter in mijn broek gescheten.

Ik heb derhalve een kloek besluit genomen, want ik ben daar goed in: ik stop met die ongein, voor het een gewoonte of een verslaving wordt. Tel uit mijn winst!

Wat zal ik nu eens gaan doen om wat tijd te vermorsen en de verveling te verdrijven? Met mijn tenen spelen? De luiaardsboog spannen? Kringetjes spugen? Of epibreren ─ even aanklikken voor tekst en uitleg ─ zoals Simon Carmiggelt?

loterij

Er zijn van die dagen …

Vanwege het door Jan en alleman verfoeide en gevreesde virus staan mijn sociale contacten vandaag de dag op een nog lager pitje dan anders. Ik ontvang vrijwel geen bezoek, moet zelf ook nergens naartoe en tijdens mijn wandelingen en fietstochten valt er nauwelijks wat te beleven dat de moeite van het vermelden waard is.

Dientengevolge zijn mijn blogbronnen zo goed als opgedroogd, waardoor er hier slechts sporadisch iets verschijnt en ik me genoodzaakt zie om wat anekdotisch proza aan te boren. Het gebeurde gisteren.

Toen ik ’s morgens mijn woonkamer betrad, ontwaarde ik tot mijn grote ontsteltenis een in hoge mate verontrustende vochtvlek in een hoek van het plafond. Ik ging derhalve op onderzoek uit en ontdekte niet veel later dat een lekkende dakgoot het mankement veroorzaakte. Gelukkig behoort er iemand tot mijn kennissenkring ─ ik zou hem geen vriend noemen, maar toch zeker een gewaardeerde kameraad ─ die zich met dakgootkundige problemen onledig houdt en beloofde om zich binnen de kortste keren met het euvel te bemoeien.

In afwachting daarvan ging ik over tot de orde van de dag en begaf me naar de badkamer, waar ik mijn wang tijdens het scheren een jaap van je welste bezorgde. Tot overmaat van ramp ─ ik overdrijf schromelijk ─ vond ik nergens het aluinstiftje om het bloeden te stelpen, zodat ik me met de ouderwetse methode diende te behelpen, zijnde een sigarettenvloei. Het is geen gezicht, maar het sorteert kennelijk nog steeds effect.

auroraAldus getooid vertoefde ik geruime tijd vol vlijt aan de schrijftafel in mijn werkkamer, tot ik plots ─ in een wellicht door het bloedverlies veroorzaakt onachtzaam ogenblik ─ mijn vulpen van de dop ontdeed en slordig neerlegde, waardoor het instrument aan het rollen ging en met een doodsmak op de meedogenloze vloer belandde, hetgeen de gouden penpunt niet overleefde en waardoor het fraaie lichaam doormidden brak, wat mij erg verdroot.

Mensen kinderen! Wat was dat een machtig mooie, soepele en buitengewoon dure schrijfstok geweest ─ een Aurora Optima Afrika Marbled vulpen ─ die ik ooit cadeau gekregen had van iemand die ik zeer beminde, maar nu al geruime tijd niet meer tot de levenden behoort.

Vervuld van hartzeer stond ik niet veel later in de keuken een biefstuk te bakken. Tijdens het keren van de lap vlees ontsnapte die echter aan mijn tang en nam een duik in de pan, waardoor het zich daarin bevindende vet uitbundig opspatte, om op mijn arm terecht te komen en daar een brandwond te veroorzaken.

Ik denk dat ik vegetariër word.