Categorie: Laagvlieger

Haast u langzaam

Ik had een afspraak met mijn in een ziekenhuis gevestigde oogarts om 10 uur.

Om 9:45 uur was ik present, want ik voer stiptheid hoog in het vaandel. Ik kan me niet herinneren dat er ooit iemand op me heeft moeten wachten. Ik weet wel zeker van niet.

Anderhalf uur later, om 11:30 uur, was ik eindelijk aan de beurt. Ik kon ondertussen wel kotsen van opwinding en was zo gespannen als het elastiek in mijn onderbroek (van een goed merk), want ik ben zowel een pietje precies als een pietje secuur.

Toen ik derhalve daaromtrent op beleefde wijze mijn ongenoegen kenbaar maakte, bleek dat ze in dat ziekenhuis dergelijke vertraging kennelijk normaal vonden, want ze beschouwden mij als een lastig persoon, die op alle slakken zout legde.

Wel dan, deze lastige persoon heeft lak aan zo’n onverschillige mentaliteit. Ik zal een andere oogarts kiezen, in een ander ziekenhuis.

Laten jullie zich vooral niet haasten! Festina lente!

Buitenlands gejengel

Ik keek zondag laatstleden met enige verstomming naar een ‘zangeres’ – met name Tuto Puoane – die in het televisieprogramma De Zevende Dag haar opwachting maakte en er een paar nummers uit haar nieuwe album – Wrapped in Rhythm – ten beste mocht geven. Nu ja, ten beste? Men kan me folteren met dit soort deunen.

Ik kan me toch echt niet voorstellen dat er zich op deze aardkloot mensen bevinden, die door deze ‘muziek’ dusdanig in vervoering raken dat ze ’te vierklauwe’ naar een winkel snellen om er zich dat album aan te schaffen.

Maar goed, het zal ongetwijfeld aan mij liggen. Ik heb namelijk de smaak en de finesse van een wrattenzwijn.

De teloorgang van Colruyt

Op internet slaat Colruyt me voortdurend om de oren met dit bericht:

Colruyt2

Nu ben ik sinds jaar en dag klant bij dat bedrijf, waar ik maandelijks een slordige vijfhonderd euro besteed, al gebeurt dat de laatste tijd met aanzienlijk minder enthousiasme.Ze laten immers steeds vaker steken vallen:

─  artikelen die ik pleeg aan te schaffen, verdwijnen plots en onaangekondigd uit het assortiment en keren nooit meer terug;
─ het aantal lege rekken neemt stelselmatig toe, naar verluidt omdat ze bij leveranciers niet de gewenste prijs kunnen bedingen;
─  de kwaliteit van wat ze aan fruit en groente aanbieden, laat zeer te wensen over.

Bij mijn laatste bezoek kocht ik onder meer:
– Pruimen … die gewoon niet te pruimen waren.
– Witte druiven … die enkel als pitloze variant beschikbaar waren en waar kraak noch smaak aan zat. Echt een foute hap.
– Gele kiwi’s … die pas na een eeuwigheid rijp zijn en zelfs dan nog een lamentabel resultaat opleveren.
– Bananen … die weliswaar eetbaar zijn, maar geenszins het niveau van Chiquita of Fyffes halen.

Colruyt betrekt fruit en groente grotendeels bij een handelaar die Papillon heet en uitpakt met een nogal onnozele slogan: “fruitzinnig lekker fruit”.

Fruitzinnig lekker?! Hoe verzinnen ze het en daar klopt dus geen ene donder van. Minderwaardig spul, dat is wat ze verkopen.

Ik ga voortaan wel naar een groenteboer.

Kakmadammen en truttebollen

Hieronder een rij van tien huppelkutten, in willekeurige volgorde, die stuk voor stuk aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd hebben en waar derhalve geen land mee te bezeilen valt:

  • Caroline Gennez;
  • Nicole de Moor;
  • Annelies Verlinden;
  • Gwendolyn Rutten;
  • Nadia Naji;
  • Sihame El Kaouakibi;
  • Lisbeth Imbo;
  • Laura Tesoro;
  • Anuna De Wever;
  • Greta Thunberg.

Ik vergeet er ongetwijfeld een niet gering aantal, maar die mogen later gewis een oneervolle vermelding van me verwachten.

Het zal nog eens zo gaan dat men me misogyne trekjes zal aanwrijven. Daarom zal ik eerlang, in een volgende bijdrage, een aantal piemeldragende schobbejakken, minkukels, pezewevers en rutsepeeuwers opvoeren en de revue laten passeren.

Vieze hoest’n

Toen ik per internet het door Colruyt aangeboden assortiment raadpleegde, teneinde mijn boodschappenlijst te redigeren, kwam ik tot de ontdekking dat men in hun slagerij ook bereid konijn kon krijgen.

Ik begon gelijk te likkebaarden en te watertanden, want mijn geheugen keerde gretig terug naar een zalig vroeger, waarin mijn koninklijk kokende moeder, toen ze nog leefde en beroepshalve een meer dan voortreffelijke kokkin was, op onnavolgbare wijze konijn bereidde. Mensen kinderen, dat was smullen! Onvergetelijke klokspijs.

Er stak meteen een ‘vieze hoeste’ bij me op, want zo noemen we een vieze goesting, ofte rare trek in West-Vlaanderen. Ik liet me dus verleiden om in Colruyt 0,714 gram bereid konijn aan te schaffen en daar € 13,55 voor neer te tellen.

Thuis vertrouwde ik het stoffelijk en geprepareerd overschot van dat knaagdier toe aan de microgolfoven en probeerde niet aan het lieftallige wezentje te denken, dat zich voor mijn ‘vieze hoeste’ opgeofferd had.

Het resultaat viel dik tegen en leek eigenlijk nergens op. Het is niet dat ik een verwend verhemelte heb, maar ik heb zelden smakelozer voedsel op mijn bord gekregen. Kataas. Een heel smerige hap.

Als de slagers van Colruyt iets niet beheersen, dan is dat volgens mij toch zeker de ars culinaria: de kunst van het fijne koken.

Konijn van Colruyt: eens en nooit weer!

Een beetje een relatietje

Vandaag de dag maakt men nogal wat ophef over kindermisbruik in het algemeen en in het bijzonder over de wandaden van bedienaars van de katholieke kerk, die kennelijk hun handen niet kunnen thuishouden en zich aan onmondigen vergrijpen.

Dat men kinderen op geen enkele manier mag bezeren, lees bezoedelen, is iets dat bij mij hoog in het vaandel staat.

Ik zou graag iets bijdragen aan de commotie en heisa daaromtrent. Als titel van mijn aandeel gebruik ik de in hoge mate eufemistische uitspraak van een zeer ontuchtige en uitermate schijnheilige West-Vlaamse bisschop, die onze contreien onveilig maakte door het bepotelen van zijn neefje en zijn uitspattingen probeerde te vergoelijken door dit als ‘een beetje een relatietje’ te omschrijven.

Zelf heb ik een aantal jongensbroeken op de schoolbanken van een groot en streng college versleten. In die tijd ─ hoe lang is dat wel niet geleden? ─ dienden we na de lesuren tot zeven uur ’s avonds in een gemeenschappelijke studiezaal door te brengen, onder het waakzaam oog van een surveillant, die men subregent noemde. In ons geval was die bewaker een priester, die niettegenstaande zijn vrij jonge leeftijd niet kaalde, maar reeds zo kaal als een biljartbal was en over een buitengewoon cholerisch temperament beschikte. Hij schrok er niet voor terug om inktpotten, sleutelbossen en wat dies meer zij door de studiezaal te gooien als iets hem niet beviel. Ook zagen en hoorden we met zijn allen hoe hij op een keer een jongen zo ongenadig op zijn falie gaf, dat die naar het ziekenhuis diende overgebracht te worden. En rinkelend met ook weer een sleutelbos liep hij tijdens de pauzes langs de rij urinoirs met plassende jongeren, ‘koppen omhoog!’ roepend, zodat we niet in de verleiding kwamen om onze piemel, of die van onze buurjongens te begluren.

Hij placht ook regelmatig jongens naar zijn kamer uit te nodigen voor een zogeheten opvoedend gesprek. Toen ik daarvoor aan de beurt was, vroeg hij me of ik al wit spul aan mijn geslachtsorgaan ontlokte. Hoewel ik dat op dat moment al op regelmatige basis deed en daar onnoemelijk veel plezier aan beleefde, voelde ik me niet geroepen om dat aan hem toe te vertrouwen, dus veinsde ik groot onbegrip en verbazing.

Enkele maanden later werd hij uit het college verbannen, omdat gebleken was dat hij zelf wil spul aan jongens ontlokte.

En nog een decennium later zag ik die smeerlap terug. Ik vergezelde een vriend van me naar de opendeurdag van de school waar hij leraar was en daar stelde hij me voor aan zijn directeur …

… en dat was godverdomme die viespeuk!

De katholieken hadden hem gewoon overgeplaatst naar een nieuw jachtgebied voor … een beetje een relatietje.

Mossel noch vis

Tijdens de voorbije zomer heb ik herhaaldelijk gepoogd om me aan het verorberen van Zeeuwse mosselen te verlustigen. Hoewel ik niet bepaald buitensporige eisen aan het bereiden van die weekdieren stel, ben ik er tot op heden ─ de herfst is inmiddels begonnen ─ niet in geslaagd om die in eigen keuken klaar te … eh … stomen.

Ik heb nochtans niet meer nodig dan mosselen ─ uiteraard ─ mosselkruiden, mosselgroenten en mosselsaus. Die ingrediënten vind ik normaliter allemaal bij Colruyt, waar ik zoals bekend al mijn aankopen pleeg te plegen, maar dit jaar laat dat bedrijf  steeds vaker steken vallen, waardoor ik er niet meer aan mijn trekken kom. Ik heb dat hier al eerder aangekaart, maar ik krijg het er nu toch echt op mijn teringtietjes van.

Iedere keer ontbreekt er immers een element van dat voor mij essentiële kwartet in hun winkelrekken. Eerst waren de kruiden niet beschikbaar. Daarna ontbraken de groenten. Vervolgens was de saus nergens te bespeuren en verleden week gaven zowel de kruiden, de groenten en de saus acte de présence, maar de mosselen gaven ‘acte de absence’ en schitterden door afwezigheid. Naar verluidt was de hele voorraad bedorven geraakt en dientengevolge weggegooid.

Ja zeg, Colruyt … schei nu eindelijk eens uit met dat gekleuter! Ik ben steeds vaker ontevreden met wat jullie doen, of juist niet doen, en als jullie zo doorgaan zal ik de ongeveer zevenhonderd euro die ik maandelijks bij jullie besteed voortaan elders verkwisten.

In ‘den Aldi’ bijvoorbeeld.

Blij met een dode mus ─ 2

Die van Colruyt hebben me nog maar eens bij mijn pietje (zeg maar piet).

Er tuimelde een van hun reclamefolders bij me in de bus en ik feuilleteerde die, om uit te vogelen of er misschien wat te kadijzen viel.

En ja hoor! Als je een dozijn blikken pils van Crystal kocht, kreeg je zo maar eventjes vijftig procent korting. Jawadde!

cristal

Nu ben ik niet echt een liefhebber van pils – doe mij maar een Hoegaarden – maar als ik toch een biertje wil likken, verkies ik het vocht van Crystal, dus kon ik dat aanbod niet laten lopen.

Ik opende het boodschappenlijstje dat ik op de app van Colruyt bijhoud en …

cristal2

Nu nog mooier! Kijk, ze moeten me niet verleiden met faveurtjes die ik niet op de kop kan tikken, want dan schiet ik uit mijn slof, maar ik hield me in en stuurde hun klantendienst een mail, om ze op kordate wijze, maar toch beleefd op dat schoonheidsfoutje te wijzen.

Denken jullie dat ze me van antwoord gediend hebben? Wat zouden ze! Ik ben tenslotte maar een simpel zieltje, die maandelijks een schamele vijfhonderd euro in hun winkeltje besteed.

Ik moet me inhouden of Uilenvlucht vliegt voortaan naar den Aldi, naar Lidl, Jumbo, Carrefour, AH, Delhaize …

Klant is koning

Wegens nogal onverkwikkelijke omstandigheden diende ik me onlangs tot de klantendiensten van twee nutsbedrijven te wenden, te weten: Telenet en Engie.

Wat ik al vreesde, gebeurde: ik kwam telkens in schier eindeloze keuzemenu’s terecht en de hemel weet hoezeer ik die dingen verafschuw. Zowel bij Engie als Telenet hielden ze me daar een aantal minuten mee onledig en toen belandde ik alsnog in de met pokkenmuziek gelardeerde wacht – moet je die herrie horen! – die om de halve minuut doorbroken werd door een ambetant vrouwmens, die verkondigde dat het drukker was dan verwacht en dat het derhalve wel even kon duren voor ik aan de beurt zou komen.

Even duurde bij Engie een kwartier en negen minuten bij Telenet, waarna ik bij Engie een botte boerentrien aan de lijn kreeg, die me op onbeschofte wijze te woord stond en van toeten noch blazen wist. Bij Telenet was dat een vriendelijk en zeer behulpzaam manspersoon, die meteen orde op zaken stelde.

Het is maar dat jullie het weten. Ik hoop dat ik hier eerlang met een positief bericht uit de hoek mag komen, maar we beleven een sombere tijden.