Tag: humor

Een vleugje moeder

Mijn moeder is weliswaar al heel lang dood, maar dat belet niet dat ik haar vandaag, op Moederdag, even in het zonnetje zet. Dat doe ik met een tekening van de Argentijnse schrijver, dramaturg en cartoonist, Copi, waarmee ze indertijd zo hard moest lachen dat ze reddeloos uit de plooi raakte. Ik heb die lach in mijn geheugen bewaard om er op dagen als vandaag naar te kijken.

De titel van de cartoon, die van authentieke, met veel stiltes gepaard gaande Argentijnse humor getuigt, is bovendien ‘Madre’ en dus een beetje toepasselijk.

copi

In welke hoek wil je liggen?

De televisie dobberde in het kielzog van een lokale persmuskiet naar de woning van een man, die zich hobbygewijs aan de zeer door mij verafschuwde bokssport wijdde. De vechtersbaas in kwestie was zichtbaar in zijn nopjes met het bezoek. Hij tooide zich inderhaast met indrukwekkende handschoenen en stelde zich op naast een nogal verfomfaaide bokszak, waar hij een pugilistische pose aannam en onverschrokken, om niet te zeggen manhaftig in de cameralens keek, alsof hij daar geen vogeltje, maar een krokodil met een gemeen kakement verwachtte.

─”Ze noemen mij de slager van Flémalle”, verkondigde hij trots.
─”Hoe kom je aan die bijnaam?” vroeg de reporter bloeddorstig.
─”Wel,” sprak de man, “ik ben slager van beroep en ik woon in Flémalle.”

Mensen kinderen, dan kan je me wegdragen hè!

Verkocht

Eenmaal!
Toen ik vanmorgen door het dorp keutelde, sprak een man me aan.
─”Kunt u me zeggen waar ik het dierenasiel kan vinden?” vroeg hij.
─”Zeer zeker kan ik dat”, zei ik en ik wees hem de weg.
De dag was nog maar net begonnen en ik had mijn goede daad al verricht, door een asielzoeker te helpen.


Andermaal!

Het heerschap dat naast me aan de tapkast zat, vertelde een anekdote, die ik met een volslagen gebrek aan belangstelling aanhoorde.
─”Ik was toen nog getrouwd”, besloot hij zijn relaas.
─”Hoe is er een eind gekomen aan je huwelijk?” veinsde ik interesse, want het antwoord kon me geen ene moer verblotekonten.
─”Door de dood”, zei hij.
─”Wiens dood?” vroeg ik.


Derdemaal en scheepsrecht!

Oma en opa zitten op een bank en kijken naar het sterven van de zee op het versgestreken strand. Als oma plots zin in een ijsje heeft, biedt opa hoffelijk aan om dat voor haar te halen. Wat mag het wezen?
─”Een bolletje vanille en een bolletje mokka”, zegt ze. “Zal ik het even voor je opschrijven?”
─”Nee, dat hoeft niet.”
─”Weet je ’t zeker?” dringt ze nog even aan.
─”Heel zeker!”
Even later keert opa terug met twee porties frieten.
─”Zie je wel!” foetert oma. “Nu ben je toch de mayonaise vergeten.”

De bezige bij

We hingen op hoge krukken aan de tapkast en hielden een kwieke stroom van opgeruimde komkommerpraatjes gaande.
─”Wat ik vragen wou …” zei hij opeens. “Ben je toevallig een liefhebber van honing?”
─”Da’s een ding dat zeker is”, antwoordde ik zonder de waarheid geweld aan te doen.

Als ik op zondagmorgen een genereuze sliert van dat spul in de geopende zijde van een knisperende croissant laat vloeien, zit ik daar meestal met een jarig gezicht en spinnend van verwachting naar te kijken.

─”In dat geval heb ik een faveurtje voor je dat je niet kunt laten lopen”, verkondigde hij met kleverige handelsreizigersvlotheid. “Ik kan je loepzuivere Pyrenese honing bezorgen voor slechts twee euro het kilogram. Tel uit je winst!”
─”Prijs de hemelen!” riep ik, want ik was al lang lekker. “Da’s een weggevertje.”
─”Zo is ’t maar net”, knikte hij. “Zal ik een kilootje voor je reserveren?”
─”Doen!” hapte ik toe en ik kwam al dusdanig in een luxueuze stemming, dat ik even met de gedachte speelde om meteen maar twee kilo te bestellen, maar ik ben en bleef een beetje op de penning. “Je zit me toch niet in de zeik te nemen, wel?”
─”Ik zou niet durven”, monkelde hij. “Je zult wel wat geduld moeten oefenen, want de imker in kwestie beschikt voorlopig nog maar over één bijtje.” 

Christene zielen! Ik ben nog makkelijker te pakken dan een slak. Soms vraag ik me af wat er mijn oren gescheiden houdt.