Ik pleeg me uiterst zelden met spelletjes in te laten, maar als er taal en woordenschat aan te pas komen, word ik wel verlokt om mijn kennis te testen en mee te doen. Meestal bezwijkt ik dan ook voor die verleiding.
Zo komt het dat ik iedere morgen wat tijd verkwansel aan Wordle, waarbij men in vijf zetten een vijfletterig woord moet achterhalen. Hoewel dat een Engelstalig programmaatje is, ben ik er tot nu toe telkens in geslaagd om het raadsel op te lossen, zij het soms met de hakken over de sloot, hetgeen niet verwonderlijk is als je niet in je moedertaal bezig bent.
Er bestaat inmiddels ook een Nederlandse versie van die breinbreker, Woordle, en het spreekt vanzelf dat ik ook daarop mijn lusten botvier: iedere keer met goed gevolg. O, wat ben ik fier!
Ik begin nu toch werkelijk te geloven dat ik slimmer ben dan ik eruitzie. Zou ik?