Bakje leut en blikje pauze

Ik heb het nu lang genoeg verzwegen. Vandaag moet het eruit, zij het schoorvoetend: ik zit met een drankprobleem. Hèhè, dat lucht op.

Iedere morgen, vlak na het opstaan, word ik er patsboem mee geconfronteerd. Ik kan namelijk niet functioneren zonder koffie. Als ik het ledikant ontstijg, richt ik meteen de nog slaapdronken schreden naar de keuken om koffie te zetten. Nu is zetten een beetje een groot woord voor hetgeen ik verricht. Ik beschik namelijk over een druppelator, of hoe zo’n toestel ook mag heten, die het eigenlijke zetten voor zijn rekening neemt. Ik hoef enkel gemalen bonen in een filter te scheppen — ik mag daar trouwens graag een lepeltje ouderwetse cichorei aan toevoegen — een tankje met water te vullen, op een knopje te drukken en hupsakee … daar gaan de poppen aan het dansen! Alleen al door het aroma dat zich verspreidt, begin ik te kwijlen als een Dogue de Bordeaux en ik kan haast niet wachten tot mijn opkikker klaar is … maar dan begint de misère.

Om niet nutteloos stroom te verbruiken en geld te verspillen, dien ik het brouwsel aan een isoleerkan toe te vertrouwen. Het transport verloopt meestal vlekkeloos, maar het overgieten … Harrejakkes! Wat is dat toch iedere keer een kliederboel! Koffie op het aanrechtblad, koffie op de vloer, koffie op mijn lichaam … De schenktuiten van de bij koffiezetapparaten horende kannen deugen immers voor geen meter. De ontwerpers die voor de vormgeving ervan instaan, kennen absoluut hun vak niet. Ik heb inmiddels een half dozijn toestellen van diverse merken versleten, maar het is iedere keer van dattum: rotzooien!

Wie lacht daar? Als jullie denken dat het aan mij ligt, dat ik er niks van bak omdat er wat aan mijn behendigheid schort en er geen slag van heb, of gewoon omdat ik een echte klunshark ben, dan hebben jullie verkeerd gedacht. Over deze kwestie heb ik dames geïnterpelleerd die op jaren ervaring kunnen bogen en algemeen als bedreven koffieschenksters bekend staan. Ze zijn unaniem in hun vernietigende oordeel: de kannen van koffiezetapparaten zijn een regelrechte aanfluiting van efficiëntie. Nu jullie weer!

Er is een tweede luik aan mijn drankprobleem. Dat handelt over lafenis in metalen containertjes. Het kan inbeelding van me zijn, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat cola en consorten langer fris en sprankelend blijven in die miniatuurtonnetjes. Herbruikbare verpakkingen zijn allemaal goed en wel, maar dat heen en weer zeulen van kratten vind ik maar niks en bovendien kan ik makkelijker blikjes dan flessen in mijn koelkast kwijt.

De laatste tijd ondervind ik echter regelmatig problemen bij het openen van die dingen. Als ik het ringetje dat bovenaan zit verbuig, teneinde met een ruk het daarmee verbonden lipje weg te scheuren en me aldus toegang tot de inhoud te verschaffen, dan breekt het oogje regelmatig af nog voor ik een opening heb kunnen bewerkstelligen. Vroeger gebeurde dat slechts af en toe, maar nu is het bijna dagelijkse kost. Ik moet dan telkens andere instrumenten gebruiken om alsnog de drank aan te boren, terwijl iedereen weet dat ik geen verstand van werktuigen heb en iedere keer lichamelijke schade riskeer.

Volgens mij saboteren de groene rakkers de boel. Hun activisten zijn geïnfiltreerd in de blikjesfabrieken en doen daar tersluiks wat met die ringetjes, teneinde mensen als ik dusdanig te ontmoedigen dat we alsnog op flessen overschakelen. Wel, het zal aan hun pietje zijn!

The Author