Ik niet koed spreek de Nederlands

DiRupo2Ik heb lang geaarzeld of ik het wel zou doen, maar gisterenmiddag om halfdrie nam ik een kloek besluit: ik zette de televisie aan om naar de beleidsverklaring van de Belgische regering te kijken. Vergeef me de ietwat platte Vlaamse uitdrukking, maar ik had beter in mijn broek gescheten. De uiteenzetting gebeurde immers bij monde van onze premier, Elio Di Rupo, waarvan ondertussen iedereen weet dat hij exquis Nederlands spreekt.
─”Godverhemelstepeirdepreuten!” riep ik al na luttele minuten en dat is een uitdrukking die ik heel zelden uitstoot, want ik gebruik die enkel als ik dermate geïrriteerd ben dat ik er een kunstkop van krijg.

Di Rupo bestond het namelijk om opnieuw en nog maar eens de taal van de hoofdmoot der Belgische bevolking te radbraken, te vermassacreren, van verkeerde klemtonen te voorzien en op schabouwelijke wijze uit te spreken met een van de vervaarlijkste accenten die ik ooit heb waargenomen.
─”Ach man, ga bananen plukken met je moeder en zeg het in het Frans!” foeterde ik wanhopig.

Ik krijg langzamerhand goed balen van dat erbarmelijke Nederlands van Di Rupo, vooral ook omdat er niettegenstaande zijn talloze beloften geen beterschap in zicht is. Ofwel deugt zijn leraar Nederlands voor geen meter, ofwel doet Di Rupo geen enkele inspanning om onze taal behoorlijk onder de knie te krijgen. Ik gok op de laatste mogelijkheid. Misschien kan hij beter wat minder tijd aan zijn uiterlijk besteden en bijvoorbeeld het haarverven door enkele uitspraakoefeningen vervangen. Hij is tenslotte geen fotomodel. Hij is premier van een drietalig land en zestig percent van zijn onderdanen spreekt Nederlands.

Gisteravond verscheen hij dan ook nog in wat men een duidingsprogramma noemt.
─”Het zal toch niet waar zijn!” krijste ik.
─”Ik ben optimistisch voor de toekomst”, sprak hij.
Ja, wij ook natuurlijk. Zou er ooit al eens iemand optimistisch voor het verleden geweest zijn?

The Author