Geld over de balk

Op een avond besloot ik de luiaardsboog te spannen en wat tijd te vermorsen, door me met de energie van een gestrande kwal in een vleesetende fauteuil te nestelen en naar het televisieprogramma ‘Stukken van mensen’ te kijken.

Aldaar verscheen een manspersoon die een vintage bureaulamp model Z, die ene Louis Kalff voor Philips ontworpen had, wilde slijten. Toen dat artikel in beeld verscheen, maakte mijn hart aanstalten om van vreugde op te zingen, want zelf was ik ook de eigenaar van zo’n lamp, hoewel ik er me niet van bewust was dat het ding – waarvoor ik niet bepaald een warm kloppend hart had en het eigenlijk nogal lelijk vond – zoveel waarde kon hebben dat het door sommigen begeerd werd.

Kalff

Groot was dan ook mijn verbazing toen een van de mededingers in ruil voor elfhonderd euro eigenaar van die lichtarmatuur werd. Ik kreeg er zowaar eurotekens in mijn ogen van, maar toen drong het opeens tot me door dat ik mijn exemplaar twee maanden eerder in het milieupark bij de kraak gedumpt had.

Ik zal ook nooit eens mazzelen, hè.

Is ‘t nu gedaan, ja?!

Mijn nogal eigengereide auto liet het afweten, dus begaf ik me met de fiets, geplaagd door opwindende windvlagen, naar een zes kilometer verderop gelegen supermarkt, waar ik geconfronteerd werd met een onvoorstelbaar aantal lege rekken ─ alsof ik onverhoeds in de Gazastrook of een onderontwikkeld land terechtgekomen was ─ waardoor ik absoluut niet aan mijn trekken kwam en grotendeels onverrichter zake diende huiswaarts te keren, opnieuw humeurige windvlagen trotserend.

Kijk mensen, daar krijg je toch een kunstkop van. Als dat het resultaat is van al dat boerenprotest voel ik me absoluut niet geneigd om die luiden nog langer te steunen. Weten jullie wat ze wat mij betreft kunnen krijgen, die boeren?

  • de donkerbruine tering
  • de kledderkramp
  • de kouwe koorts
  • de pip
  • de pleuris
  • de vellen
  • de vliegende tering
  • de wratten
  • een bult
  • een staart
  • het aan hun lip
  • het bloedspeen
  • het falderappes
  • het leplazarus
  • het schijt
  • het zeepokkenlazarus
  • de klere
  • het slingerschijt 

Zonder de boeren, geen voedsel, zeggen ze.
Met de boeren ook niet.

De teloorgang van Colruyt

Op internet slaat Colruyt me voortdurend om de oren met dit bericht:

Colruyt2

Nu ben ik sinds jaar en dag klant bij dat bedrijf, waar ik maandelijks een slordige vijfhonderd euro besteed, al gebeurt dat de laatste tijd met aanzienlijk minder enthousiasme.Ze laten immers steeds vaker steken vallen:

─  artikelen die ik pleeg aan te schaffen, verdwijnen plots en onaangekondigd uit het assortiment en keren nooit meer terug;
─ het aantal lege rekken neemt stelselmatig toe, naar verluidt omdat ze bij leveranciers niet de gewenste prijs kunnen bedingen;
─  de kwaliteit van wat ze aan fruit en groente aanbieden, laat zeer te wensen over.

Bij mijn laatste bezoek kocht ik onder meer:
– Pruimen … die gewoon niet te pruimen waren.
– Witte druiven … die enkel als pitloze variant beschikbaar waren en waar kraak noch smaak aan zat. Echt een foute hap.
– Gele kiwi’s … die pas na een eeuwigheid rijp zijn en zelfs dan nog een lamentabel resultaat opleveren.
– Bananen … die weliswaar eetbaar zijn, maar geenszins het niveau van Chiquita of Fyffes halen.

Colruyt betrekt fruit en groente grotendeels bij een handelaar die Papillon heet en uitpakt met een nogal onnozele slogan: “fruitzinnig lekker fruit”.

Fruitzinnig lekker?! Hoe verzinnen ze het en daar klopt dus geen ene donder van. Minderwaardig spul, dat is wat ze verkopen.

Ik ga voortaan wel naar een groenteboer.

Kakmadammen en truttebollen

Hieronder een rij van tien huppelkutten, in willekeurige volgorde, die stuk voor stuk aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd hebben en waar derhalve geen land mee te bezeilen valt:

  • Caroline Gennez;
  • Nicole de Moor;
  • Annelies Verlinden;
  • Gwendolyn Rutten;
  • Nadia Naji;
  • Sihame El Kaouakibi;
  • Lisbeth Imbo;
  • Laura Tesoro;
  • Anuna De Wever;
  • Greta Thunberg.

Ik vergeet er ongetwijfeld een niet gering aantal, maar die mogen later gewis een oneervolle vermelding van me verwachten.

Het zal nog eens zo gaan dat men me misogyne trekjes zal aanwrijven. Daarom zal ik eerlang, in een volgende bijdrage, een aantal piemeldragende schobbejakken, minkukels, pezewevers en rutsepeeuwers opvoeren en de revue laten passeren.

Spreek je moers taal! ─ 2 ─

Ik mag Theo Francken ─ politicus en tegenwoordig volksvertegenwoordiger van N-VA ─ graag in een lijstje zetten. Hij slaagt erin nogal wat sympathie bij me los te weken, omdat hij meestal de spijker op de kop slaat.

Onlangs moest ik toch even de wenkbrauwen fronsen en me terdege inspannen, om niet ontwapend in een peristaltisch gelach uit te barsten. Hij vond het namelijk nodig om zich van een zich in een experimenteel stadium bevindend Engels te bedienen en een Nederlandstalige uitdrukking te vermassacreren, met name: “De druppel die de emmer doet overlopen.” De talenknobbel van Francken vertaalde dat als:
“The drop in the emmer who is totally full.”

O, lordmytime (heremijntijd)! What is that a plucked from the pot translation (van de pot geplukte vertaling).

Tja, bij sommigen ─ en vandaag de dag bij velen ─ schiet het Nederlands woorden te kort, waardoor ze zich genoodzaakt voelen om er wat steenkolenengels doorheen te roeren en zich hopeloos belachelijk en onverstaanbaar te maken.

Zelf uit ik me graag in het West-Vlaams: een prachtig maar voor menigeen ondoordringbaar dialect. Helaas moet ik vaststellen dat mijn heerlijke taaltje, net als het keurige Nederlands, aan het wegkwijnen is. Ik kan het alleen maar jammer vinden.

Ja, ’t is wreed spietig, moar me goan uus nie loaten doen.

Mijn gevederde vrienden

voedertafelIn mijn hoedanigheid van dierenvriend in het algemeen, met een voorliefde voor al dan niet bontgevederde vogels, heb ik op mijn tuinterras voor die schepsels een gevaarte neergepoot, dat zowel een voedertafel als een drink- en badgelegenheid omvat.

Sindsdien pleeg ik de gevleugelden, die in groten getale mijn tuin met een bezoek vereren en mij wat kijkplezier verschaffen, iedere morgen fris water en een flinke portie strooivoer te verschaffen. Daar maken ze met zijn allen dankbaar ─ nu ja ─ gebruik van. Helaas krijg ik vooral duiven van diverse pluimage op visite en dat zijn buitengewoon vraatzuchtige wezens … maar goed, ze zijn ook iemands kindje.

Aanvankelijk kocht ik het strooivoer in Colruyt, aan € 3,19 per kilogram, maar dat was echt niet vol te houden. Mijn gasten verslonden maandelijks immers ruim twintig kilogram van die zaden en granen en dat ging me niet in mijn koude kleren zitten. Het kostte me klauwen geld en alleszins meer dan ik aan die lekkerbekjes wilde besteden. Om er me niet blauw aan te betalen zag ik me genoodzaakt uit te wijken naar een leverancier, waar ik het voedsel als het ware in familieverpakking kon krijgen, te weten 2 x 20 kg, aan huis geleverd voor € 46,95, hetzij € 1,17/kg. Nou moe, dat scheelde gelijk een ferme slok op een borrel.

Dientengevolge zullen we met zijn allen nog lang, tevreden en voldaan leven.

Vieze hoest’n

Toen ik per internet het door Colruyt aangeboden assortiment raadpleegde, teneinde mijn boodschappenlijst te redigeren, kwam ik tot de ontdekking dat men in hun slagerij ook bereid konijn kon krijgen.

Ik begon gelijk te likkebaarden en te watertanden, want mijn geheugen keerde gretig terug naar een zalig vroeger, waarin mijn koninklijk kokende moeder, toen ze nog leefde en beroepshalve een meer dan voortreffelijke kokkin was, op onnavolgbare wijze konijn bereidde. Mensen kinderen, dat was smullen! Onvergetelijke klokspijs.

Er stak meteen een ‘vieze hoeste’ bij me op, want zo noemen we een vieze goesting, ofte rare trek in West-Vlaanderen. Ik liet me dus verleiden om in Colruyt 0,714 gram bereid konijn aan te schaffen en daar € 13,55 voor neer te tellen.

Thuis vertrouwde ik het stoffelijk en geprepareerd overschot van dat knaagdier toe aan de microgolfoven en probeerde niet aan het lieftallige wezentje te denken, dat zich voor mijn ‘vieze hoeste’ opgeofferd had.

Het resultaat viel dik tegen en leek eigenlijk nergens op. Het is niet dat ik een verwend verhemelte heb, maar ik heb zelden smakelozer voedsel op mijn bord gekregen. Kataas. Een heel smerige hap.

Als de slagers van Colruyt iets niet beheersen, dan is dat volgens mij toch zeker de ars culinaria: de kunst van het fijne koken.

Konijn van Colruyt: eens en nooit weer!