Tag: televisie

De trut van Troje

Mijn televisietoestel vertoonde rare kuren. Terwijl een nieuwsdienst me het wel en vooral het wee van de aardkloot opdiste, vielen de beelden daarvan voortdurend uiteen in allemaal hyperkinetische blokjes: een stroboscopische wemeling die hoegenaamd geen verkwikkend en zelfs een irriterend schouwspel was.
“Zal ’t gaan, ja?!” kreeg ik het binnen de kortste keren niet zuinig op de zenuwen.
Per afstandsbediening bezocht ik een aantal andere zenders en stelde vast dat er nog een paar aan hetzelfde euvel mank gingen.
Ik belde mijn buurman en vernam dat er bij hem eveneens storingen optraden. Het lag dus voor de hand dat Telenet, ons beider leverancier van beelden, steken liet vallen, dus telefoneerde ik naar dat bedrijf, zij het niet zonder tegenzin. Ik ben best wel tevreden met hetgeen Telenet me aanbiedt, zij het tegen fikse vergoeding, maar over hun klantendienst ─ die zij om onnaspeurbare redenen support noemen ─ ben ik hoegenaamd niet te spreken. Ik heb bijzonder slechte ervaringen met het zootje ongeregeld dat daar de dienst uitmaakt.

Ik doorwandelde een keuzemenu, oefende veel geduld en kreeg toen een vrouwmens aan de lijn, een supporteuse wellicht, die met een vervaarlijk Nederlands accent het woord tot me richtte. Ik vertelde haar wat er haperde en toen begon ze me daar af te lopen. Je leven zo niet!  Dat het probleem vermoedelijk door de aansluitingen of de bekabeling veroorzaakt werd en of ik die even wilde nakijken voor ze een technicus op me afstuurde, want als er wat aan mijn voorzieningen haperde, konden de kosten daarvan hoog oplopen en veel vijven en nog meer zessen en tralala en reldeldel.

Ze was gewoon niet te stuiten. Het kon haast niet anders of ze hoorde zichzelf bijzonder graag praten, want ze sloeg door als een blinde vink en ik was een drenkeling in haar woordenstroom, tot ik haar op kordate wijze onderbrak en haar nogal snibbig terechtwees:
─”En nu moet u even ophouden met lullepotten en misschien ook even naar mij luisteren. Het ligt hoegenaamd niet aan mijn aansluitingen of bekabelingen, want mijn buurman die vijftig meter bij me vandaan woont, worstelt met krek hetzelfde probleem. Wat u vertelt, is je reinste nonsens.”
─”Als u mij beledigt, zal ik de verbinding verbreken”, dreigde ze.
Ze was nog gauw op haar teentjes getrapt ook.
─”Dat zal niet nodig zijn, want hier en nu beëindig ik dit gesprek”, slikte ik mijn woede in en ik belde af.

Een uur later konden mijn buurman en ik weer ongestoord televisiekijken, zonder dat we aansluitingen of bekabelingen hadden aangeraakt.

Ondertussen ben ik al wat gekalmeerd, maar ik rook nog na.

De dag der vergelding

Normaliter zou ik vanavond voor de zesentwintigste keer kijken naar en meeschrijven aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Zoals ik op 2 november al mededeelde – zie Hu paard, je staat te schuimbekken! – zal ik dit keer de uitzending compleet negeren, uit solidariteit met Martine Tanghe, die door de organisatie schaamteloos uitgerangeerd werd.

Ik schrijf niet mee en zal zelfs niet naar het programma kijken. Ik hoop dat zij die dat wel doen zich aan een buitensporig groot aantal fouten bezondigen en dat de presentatoren, Philip Freriks en Freek Braeckman, zich herhaaldelijk verslikken, ja zich voortdurend verspreken en stotteren dat het niet mooi meer is.

Niemand spreekt fraaier dan Martine. Het Nederlands geurt uit haar mond.

Leve Martine Tanghe!

Knarsetanden

1.
De televisie nam ons mee naar Brussel, waar we op de stoep bij de Dienst Vreemdelingenzaken belandden tussen allemaal vluchtelingen die zich als asielzoeker wilden registreren.

We volgden een Afghaanse jongeman die zich voor het eerst op 13 november aangemeld had, maar er nog steeds niet in geslaagd was om binnen te raken. Hij hield nochtans een oranje oproepingsbrief voor 25 november in zijn handen, maar die werd hem klakkelings, om niet te zeggen op uitermate onbeschofte wijze, afgenomen en vervangen door een groen exemplaar voor 18 december.

Je kon de wanhoop van het gezicht van die jongen aflezen. Vanwege de NO op dat document kan hij immers tot 18 december nergens terecht, zelfs niet in de noodopvang.

Kijk, ik kan er begrip voor opbrengen dat ze gezinnen met kinderen voorrang verlenen, maar ze moeten ook niet met mensen gaan sollen … en alleenstaande mannen zijn ook mensen.

Asiel

2.
De televisie nam ons mee naar Kortrijk waar politiemannen vier donkerhuidige jongens gevloerd hadden en op onzachte wijze in de boeien sloegen, want men had ze betrapt op het stelen van een fiets. Achteraf bleek dat ze enkel bezig waren geweest het koppige slot van een van hun eigen fietsen tot betere gedachten te brengen.

De burgemeester van Kortrijk, Vincent Van Quickenborne, vond dat brutale optreden kennelijk de normaalste zaak van de wereld en absoluut geen reden om excuses aan te bieden. Ik vermoed dat hij wellicht anders zou gepiept hebben als men hem indertijd, bijvoorbeeld toen hij joints aan het opstoken was, op dezelfde manier behandeld had.

Er is de jongens onrecht aangedaan en dan is het aanbieden van excuses wel het minste wat men kan doen. Schaam je, Van Quickenborne!

Snuffelalarm

Ik stond in de keuken tomaten te broeien toen er in de belendende woonkamer een alarmerend geluidje weerklonk: piep piep piep. Ik loosde een zucht en mopperde: “Batterijen zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.”

Een kwartier later klom ik per trapleer naar de rookmelder, om die van een verse energiebron te voorzien. Amper zes maanden eerder had ik dat ook al gedaan, maar zoals ik al schreef: batterijen zijn niet meer wat ze geweest zijn.

Toen ik ’s avonds even mijn bureau binnenliep, om er wat kleine beroepsbezigheden te verrichten, stegen er opnieuw piepgeluidjes uit de woonkamer op.
“Kus nu mijn klooster!” riep ik. “Zal ik het lazarus krijgen?”
Ik klauterde opnieuw naar het lastige toestel, beroofde dat van zijn voeding, ging over tot de controle met een batterijtester en stelde vast dat het gevalletje nog over zijn volle capaciteit beschikte.
“Rookmelders zijn ook niet meer wat ze geweest zijn”, mopperde ik en ik besloot om die van mij voorlopig van zijn batterij te ontrieven en dus werkloos te maken.

Nog diezelfde avond hoorde ik weer die drie piepjes, maar omdat ik op dat moment televisie zat te kijken kon ik achterhalen waar die vandaan kwamen en waar ze ook de keren daarvoor ontstaan moeten zijn:  mijn televisietoestel. Dat vertoonde namelijk een boodschap van algemeen nut ten behoeve van de mucovereniging en dat filmpje maakte gebruik van het alarmerende piepgeluid. Zodoende ben ik voor de derde keer naar mijn rookmelder geklommen, om restitutie te doen.

Ze zouden het moeten verbieden dat er in reclamefilmpjes en boodschappen van algemeen nut geluiden weerklinken die in een huishouden gangbaar zijn. Ik heb bijvoorbeeld ook al enkele keren mijn voordeur opengezwaaid, omdat ik dacht dat er iemand bij me aanbelde, terwijl dat niet het geval was.

Doornroosje

rozenhoedjeEr evolueerden wat zusters en broeders over mijn televisiescherm. Ze behoorden met zijn allen tot de gemeenschap Moeder van Vrede, die hoofdkwartier hield in abdij Ten Putte in het West-Vlaamse Gistel. Daar hielden ze zich onledig met van alles en nog wat, zoals bijvoorbeeld huishoudelijke taken en muziek maken, maar vooral met dankzeggingen en bidden. In mijn hoedanigheid van slecht mens met een verdorven geest vroeg ik me af of ze als leden van zo’n moderne gemeenschap, waarin ze als zusters en broeders, maar tevens als vrouwen en mannen samenhokten, ook gemeenschap met elkaar hadden, maar ik kreeg geen antwoord op die vraag. Ik vermoed van niet, want ze hadden het volgens mij veel te druk met bidden.

Ik vernam dat ze tussendoor geregeld een rozenhoedje baden. Ik vroeg me af wat dat in vredesnaam kon zijn, dus ging ik te rade bij internet en leerde daar dat een rozenhoedje een deel van het rozenkransgebed is, bestaande uit vijf onzevaders en vijftig weesgegroetjes. De naam zou ontleend zijn aan de krans of hoed van rozen waarmee Maria als zinnebeeld van de kerk, de bruid van Christus, gekroond is.

Dat kan allemaal wel zo zijn, maar dat belet niet dat ik rozenhoedje een onnozel, om niet te zeggen een truttig woord vind. Ik durf dit echter niet luidop te zeggen, want ik wil niet de kans lopen dat katholieke fanatiekelingen op brutale wijze mijn woning binnendringen, om mij aan hun kalasjnikov te rijgen.

Mannen met stevige tieten

Het televisieprogramma ‘Iedereen Beroemd’ van de VRT begint steevast met een kleine quiz, die zich afspeelt in een tankstation, ofte een naftepompe, zoals wij dergelijk etablissement in het West-Vlaams noemen. De kandidaat krijgt drie meerkeuzevragen geserveerd. Een juist antwoord op de eerste twee levert telkens vijfentwintig liter brandstof op. Een correct antwoord op de derde vraag is goed voor een volle tank.

We bevonden ons in een pompstation in Adegem, waar ene Monique de scepter zwaaide en de vragen stelde. Het slachtoffer was een truckchauffeur.
–”Het radioprogramma ‘De wereld vandaag’ wilde als hashtag #DWV gebruiken”, zei Monique. “Die was echter al eerder gebruikt door a) Bart De Wever b)De Britse televisie of c) een travestietengroep?”
–”Bart De Wever”, gokte de chauffeur na enige aarzeling.
–”O, dat is fout!” riep Monique teleurgesteld. “Het was de straffetietengroep!”

Ik wist niet waar ik heen moest rennen van het lachen. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat travestieten straffe tieten hebben. Monique is in alle geval heel even beroemd geweest.

Humo, Telenet en consorten

Ik was net bij de krantenboer en heb daar ontdekt dat het weekblad Humo opnieuw en nog maar eens op nogal stiekeme wijze zijn prijs met twintig cent verhoogd heeft en nu € 3,50 kost. Twintig cent, het lijkt een peulschil, maar omgerekend naar onze vroegere munt is dat toch acht frank en dat klinkt al minder futiel. En maar klagen dat ze steeds minder boekjes aan de man/vrouw vermogen te brengen. Wel, ik heb vandaag mijn laatste Humo gekocht, want eigenlijk gebruik ik die toch enkel om de televisieprogramma’s te raadplegen, die ze de laatste tijd trouwens zeer onvolledig en gelardeerd met talloze onjuistheden weergeven. Ik zal voortaan een boekje met blote madammen kopen. Nee, niet voor de interessante reportages, maar voor de prentjes.

Net als duizenden anderen heb ik van Telenet een bericht gekregen dat ik vanaf half januari ongeveer drie euro meer zal moeten betalen voor de diensten die ze mij verstrekken, te weten internet, kabel, digitale televisie en het gebruik van een digicorder. Ik betaal ondertussen al meer dan zeventig euro per maand voor die snuisterijen en dat vind ik eerlijk gezegd enigszins overdreven, vooral ook …

… omdat ik gisterenmiddag naar het televisiejournaal zat te kijken en de uitzending herhaaldelijk gedurende ettelijke minuten onderbroken werd omdat ze, luidens een mededeling op het scherm, de software aan het bijwerken waren. Kunnen ze daarvoor geen geschikter moment uitkiezen, zoals bijvoorbeeld het holst van de nacht?

… omdat ik onlangs een beroep diende te doen op hun helpdesk wegens een akkefietje met een van mijn mailadressen. Voor dergelijke interpellaties moet je nog steeds een betalend telefoonnummer gebruiken en je hebt al een paar minuten nodig om de keuzelijst te doorlopen, waarna ze je met een muziekje opzadelen, dat ze doorspekken met de mededeling dat alle medewerkers bezet zijn. Het duurde zeker vijf minuten voor ik een dame of een juffrouw aan de lijn kreeg. Ik durf niet te beweren dat ze met een spraakgebrek worstelde, maar ze had of een vervaarlijk accent, of ze sprak een nogal ondoordringbaar dialect. Ik had in alle geval de grootste moeite met de variant van het Nederlands waarin ze zich onverstaanbaar maakte. Bovendien werd ze nauwelijks gehinderd door enige kennis van zaken. Na veel vijven en zessen was mijn probleem natuurlijk opnieuw en nog maar eens niet de schuld van Telenet en mocht ik beschikken. Daar stond ik dan met mijn goeie gedrag. Ik was aan gesprekskosten ongeveer zeven euro armer en nog even wijs als voorheen. Volgens mij is het buitengewoon moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk om Telenet op een fout te betrappen. Perfectie mag dan misschien niet van deze wereld zijn, maar zij benaderen die toch heel dicht.

Verspilling op het hummetje

closetpapierIk heb er geen idee van waarom het televisiezendertje ‘Vier’ de populaire quiz ‘De slimste mens ter wereld’ na tien uur ’s avonds programmeert. Het lijkt me alleszins rijkelijk laat voor zij die ’s morgens om den brode of wegens schoolverplichtingen het huis uit moeten. Ik behoor tot geen van beide categorieën en dat is maar goed ook, want ik ben een trouwe kijker en een nogal enthousiaste liefhebber van het programma. Er mag al eens gelachen worden, de presentator, Erik Van Looy, valt behoorlijk mee in de kook en ik kom iedere avond tot de verheugende vaststelling dat ik eigenlijk behoorlijk veel weet, ook al beperkt die kennis zich meestal tot volstrekt nutteloze zaken.

Zo vernam ik verleden week dat de gemiddelde mens tijdens zijn leven 1 300 000 velletjes toiletpapier verbruikt. Dat leek me zo buitengewoon veel dat ik me even aan het rekenen heb gezet, hoewel het jullie inmiddels bekend zal zijn dat dit een vaardigheid is die ik heel slecht beheers. Vanaf je geboorte tot je tachtigste verjaardag zou je dagelijks 45 van die velletjes naar de vernieling moeten helpen om aan dat cijfer te komen. Heremijntijd, dat haal ik op verre na niet. Ik behoor tot de gelukkigen die slechts één keer per dag op de porseleinen pony dienen plaats te nemen en meer dan tien blaadjes heb ik zelfs in het slechtste geval niet nodig. Vijfenveertig velletjes … dat is meer dan vijf meter closetpapier.

Nu zit ik me af te vragen … zou ik soms iets verkeerd doen?   

Weetje

Wisten jullie dat het signaal van hogedefinitietelevisie (hdtv) vijf à tien seconden vertraging heeft op dat van de standaarddefinitie (sd)?

Als jullie zich dus straks in hd aan een partijtje voetbal uit het verre Brazilië verlustigen en jullie buren doen hetzelfde, maar dan in sd, kan het gebeuren dat zij al volop aan het juichen zijn nog voor jullie ook maar kunnen vermoeden dat er een doelpunt op til is.
 
Dat wisten jullie waarschijnlijk niet, maar nu weten jullie het dus wel.

Dus: deuren en ramen dicht!