Tag: muggenziften

Een kort lontje

Ik wil net zo min een spelbreker als een pretbederver zijn en ik gun iedereen zijn pleziertje, maar vooraleer de festiviteiten die met een jaarwisseling gepaard gaan uit hun voegen barsten, wil ik toch even enkele waarschuwingen de wereld insturen.

kontvuurwerkAan allen die dezen zullen zien of horen lezen raad ik ten stelligste aan om mijn hoofdkwartier niet met vuurwerk te benaderen. Ik woon gelukkig nogal afgelegen, maar wie het desalniettemin toch zou wagen om mij en de dieren die zich in het mij omringende bos bevinden, of zich onder mijn dak ophouden, met ontploffende, brandbare en lichtgevende mengsels op te schrikken, of zelfs letterlijk de gordijnen in te jagen, zal ik eigenhandig een gillende keukenmeid of een luchthuiler in de reet rammen, om die vervolgens met duivels genoegen te ontsteken en haast buiten kennis van verrukking toe te kijken hoe de onverlaat het luchtruim kiest.

Aan allen die dezen zullen zien of horen lezen vraag ik met aandrang om het bijvoeglijk naamwoord spetterend niet in mijn nabijheid te gebruiken. Wie dat toch doet en zich bijvoorbeeld van termen als een spetterend feest, een spetterende jaarwisseling of een spetterend 2014 bedient, mag van mij het spetterend krijgen en wel in die mate dat ze de hele oudejaarsnacht aan een toiletpot gekluisterd zijn.

Aan allen die dezen zullen zien of horen lezen verzoek ik vriendelijk om in mijn buurt het woord bubbels niet in de mond te nemen. Drink champagne, cava of voor mijn part goedkope schuimwijn, maar beschouw de benaming bubbels als het door gezelschapsdames van lichte zeden gebruikte eufemisme voor bordeelschuim. Wie zich toch met bubbels wenst te laven, mag van mij grote bobbels krijgen en dan nog liefst van een hevig jeukend soort.

Zo, dat wilde ik toch even gezegd hebben. 

Pietlutten

Het laatste trimester van 2013 is net begonnen en daar begint het jaarlijkse geneuzel weer, omtrent het bestaansrecht van Zwarte Piet. Zijn aanwezigheid aan de zijde van Sinterklaas zou een uiting van racisme, indien al niet een verheerlijking van de slavernij zijn.

Ach, stelletje wereldverbeteraars en mierenneukers, hou nu toch eindelijk eens op met die onzin en stop dat gemekker. Hebben jullie echt niets belangrijkers te doen? We moeten het feest laten zoals het is, helemaal niets hervormen en onze tradities in ere houden. De sinterklazen van mijn jeugd waren altijd in het gezelschap van een of meerdere zwarte knechten, maar dat heeft bij mij alleszins nooit aanleiding gegeven tot priming met negatieve stereotypen. Ik ben nog steeds geen racist en de jongen die bij mij in de tuin klust, beschouw ik niet als een slaaf. Ik heb een blanke tuinman en Sinterklaas heeft een zwarte knecht. En daarmee uit!

Ik zal nu trouwens meteen een brief schrijven naar de dierenbescherming, want ik vind het echt niet kunnen dat het paard van Sinterklaas over steile daken moet klossen. Dat is regelrechte mishandeling.

Daarna zal ik in de supermarkt een grote doos negerinnentetten, alias negerzoenen, kopen en die allemaal opvreten. Ik hou van tetten en van zoenen, wat er ook de kleur van zij.

negerzoenen

We hebben de ochtend weer gehaald

Ik heb vannacht slecht geslapen en ik geloof dat ik dat niet leuk vind. Ik ben alleszins in een recalcitrante bui en dat uit zich bij mij vooral in een neiging tot pietluttigheid. Wie of wat zal ik vandaag eens op de korrel nemen? Hocus pocus en simsalabim! Het wordt Kirsten Flipkens.

Zij is een tennissend meisje en op Wimbledon bereikte ze onlangs tegen de verwachting in de halve finale, maar toen zakte ze in mekaar als een soufflé. Nu ja, zelf bleef ze overeind, maar haar ballen … eh … haar tennisspel liet veel te wensen over.

Ze verloor. Haar teleurstelling daaromtrent was niet onoverkomelijk en zelfs van korte duur, want in een interview achteraf verklaarde ze: ik heb er met 1000 percent van genoten.

Dat is dus onmogelijk. Duizend percent bestaat niet en dus beweerde Flipkens eigenlijk het tegengestelde van wat ze bedoelde. Volgens haar zeggen heeft ze absoluut niet van die halve finale genoten.

Is het nu gedaan, ja, met al die onnozele uitdrukkingen!?

Januskop

Een hier in de buurt gevestigd textielbedrijfje, dat naar verluidt financieel in verlegenheid verkeert, was vanmorgen het gespreksonderwerp bij de krantenboer. Tegen tien uur belegt men er immers een vergadering, waarop men maatregelen kenbaar zal maken om het faillissement te vermijden. Besnoeien is de boodschap en er zullen dus koppen moeten rollen.

“Reken maar dat ik in de buurt ben als die vergadering afloopt”, zei een man met een vettige grijns op zijn smoel. “Er zal wat te kijken vallen. Er werken daar heel wat mooie mokkeltjes en aangezien het ongetwijfeld naakte ontslagen zullen zijn …”

Ik vond zijn woordspeling eigenlijk niet zo’n succes, vooral toen ik bedacht dat die schurftluis, die zijn eigendunk nauwelijks kan tillen, lid van de gemeenteraad is.

De onfeilbaren

Gisteren kregen de nieuwsbriefabonnees van Van Dale een e-mail waarin zich een joekel van een taalfout ophield.

flater

Het geeft wel te denken dat een van de autoriteiten op het gebied van de Nederlandse taal zich aan zulke blunders bezondigt en er ook nog ruchtbaarheid aan heeft door die per e-mail te verspreiden. Vanwege mijn slechte karakter kon ik dan ook niet aan de verleiding weerstaan om op Twitter de draak met ze te steken.

Enkele uren later kregen we een verbeterde versie van hun nieuwsbrief. Volgens hun zeggen hadden we per abuis de verkeerde versie ervan ontvangen. De verkeerde versie? Het zal wel. Ze hebben een kanjer van een taalfout gemaakt, maar dat ook durven toegeven … Nee hoor! Nog voor geen honderd pond klontjes. Ze hebben ons per vergissing het kladje toegestuurd.

verbetering

Geld over de balk?

Gisteren heb ik samen met een vriendin tijd en geld verkwanseld in een supermarkt van Colruyt. Zij is bijzonder goed van de kweter gesneden en dus kreeg ik tijdens het winkelen nogal wat tegen het trommelvlies gesmeten, want ze leverde commentaar op ongeveer alles wat ik kocht. Ik raakte er helemaal opgedraaid van, maar slaagde er met krabben en bijten toch in om me koest te houden.

bonnenVan 27 maart tot en met 23 april organiseert Colruyt een inzameling van levensmiddelen ten behoeve van de Voedselbanken: een organisatie die de overschotten van de voedingsindustrie en de grootdistributie verdeelt over liefdadigheidsinstellingen, die dan op hun beurt minderbedeelden helpen en zowel honger als armoede bestrijden. Deze inzameling gebeurt door middel van bonnen, die men voor verrekening aan de kassa afgeeft. Daarna zorgt Colruyt ervoor dat de tegenwaarde als producten bij de Voedselbanken terechtkomen.

In ruil voor mijn formuliertje van € 5 verscheen er een lijntje tekst op mijn kassabon: gift mandje bedankt.

gift
Mijn vriendin vond dat maar niks.
─”Ben je er zeker van dat de Voedselbanken jouw vijf euro zullen opstrijken?” vroeg ze giftig.
─”Ik veronderstel van wel”, schokschouderde ik.
─”Dan ben jij een heel onnozel mens”, zei ze. “Ik weet namelijk uit goede bron dat ze een groot aantal van die bonnen verdonkeremanen. Tel uit de winst!”

Hoewel ze haar goede bron weigerde bekend te maken, bleef hetgeen ze beweerde me toch door de kop malen. Zou het kunnen dat ik, lichtgelovige, in plaats van een opkontje te geven aan een minderbedeelde alleen maar een toch al goed bij kas zittende supermarktketen nog rijker heb gemaakt?

De knepen van het vak

De jonge en veelbelovende wielrenner, Peter Sagan, bestond het om op ereschavot van de Ronde van Vlaanderen op schalkse wijze in de bil van een van de voor de huldiging opgetrommelde misses te knijpen. Zoiets hoort men inderdaad niet te doen, maar er bestaan ergere dingen. Noem het voor mijn part een kwajongensstreek, want meer was het niet.

billenknijper

Er stak meteen een storm van verontwaardiging op. Verzuurde azijnpissers van beiderlei kunne schreeuwden moord en brand over het tentoonspreiden van dergelijk seksistisch gedrag en Peter Sagan zag zich genoodzaakt om per tweet zijn excuses aan te bieden.

sagantweet

Ook Maja Leye, het bloemenmeisje dat het slachtoffer was van deze hoogst ontuchtige aanraking vond zijn gedrag ‘allesbehalve gepast’. Misschien is het ook niet gepast dat allerhande huppelkutten, vaak getooid met panoramische halsuitsnijdingen en roekeloze rokjes, op een podium klimmen om mannen af te lebberen. Men moet mij eens komen vertellen waar dat eigenlijk goed voor is.

“’t Was maar om te lachen”, zegt Peter Sagan, geschrokken van al die commotie, en ik wil hem graag geloven.
Ik moet er in alle geval hartelijk om lachen en ik blijf hem een schitterende coureur vinden. En die Maja Leye vind ik een kleinzerige trut, die weliswaar grote verontwaardiging voorwendt, maar wellicht wat blij is dat ze even in de belangstelling staat.

Vuile manieren

KomopNaar jaarlijkse gewoonte slaan de Vlaamse Liga tegen Kanker en de Vlaamse Radio- en Televisieomroep de handen ─ en wat weet ik al niet meer ─ ineen voor een Kom op tegen Kanker-campagne? Het is een initiatief dat ik, en velen met mij, van harte toejuich en steun.

Dit keer staan de neveneffecten op latere leeftijd van kinderkanker centraal. Daarom heeft men gekozen voor wat de bedenkers van de actie het symbool bij uitstek van kinderlijk protest noemen: je tong uitsteken. Ik herinner me dat mijn ouwelui dat een ordinaire geste vonden en er ten zeerste op aandrongen dat ik die niet zou opvoeren, toch zeker niet in het openbaar. Ik ben het met ze eens: je tong naar iets of iemand uitsteken getuigt niet echt van een keurige opvoeding. Bovendien bieden uitgestoken tongen lang niet altijd een appetijtelijke aanblik.

Deze in mijn ogen blijk van slechte smaak zal me evenwel niet beletten om Kom op tegen Kanker opnieuw met een bescheiden donatie te steunen, al vraag ik me af wat ze volgend jaar als symbool zullen verzinnen. Een opgestoken middelvinger? Een knallende veest?

Poenpooiers

brotherIk ben de niet zo gelukkige eigenaar van een ingenieus toestel van Brother. Het ding kan namelijk talloze kantoorbezigheden verrichten, zoals printen, en kopiëren, en scannen, en faxen, en kaartlezen, en … eh … pizza’s bestellen? Strijken? Ik zou het even moeten nakijken. Aan boord van dat manusje-van-alles, ergens tussen de ingewanden, bevinden zich vier … eh … hoe heten cartridges in het Nederlands? ‘t Zijn eigenlijk niet echt vullingen of patronen, maar containertjes. Laten we het bij bakjes houden. Dat is een woord dat men voor van alles en nog wat kan gebruiken. Aan boord bevinden zich vier bakjes met inkt, of toch iets wat daarvoor doorgaat: zwart, geel, magenta en cyaan.

Als een van die bakjes uitgeput raakt — en bij een ietwat vlijtig mens zoals ik duurt dat echt niet lang — weigeren ook de andere hun medewerking en kan je met dat apparaat nog weinig aanvangen. Met andere woorden: als enkel de gele inkt op is, ben je ook niet in staat om een document met uitsluitend zwarte tekst af te drukken en dien je eerst bij te tanken. Heb je van je leven! Kijk, de snuggerlingen die dergelijke apparaten uitvinden en in mekaar flansen, moeten volgens mij toch zeker zo’n onnozel klipje kunnen omzeilen en hun klanten toestaan om … eh … in ‘t zwart verder te werken. Waarom doen ze dat dan niet?!

Bovendien ben ik tot de ontdekking gekomen dat printerinkt eigenlijk schandalig duur is.  Zo’n setje van vier bakjes kost vandaag de dag € 49,50. Is er soms radium in verwerkt? Als ik dat kwartet twee keer vervang, kan ik voor hetzelfde geld een compleet nieuwe printer kopen, voorzien van alle toeters en bellen, inclusief de vier containertjes met inkt. Van malafide handelspraktijken gesproken! Eerst ons lekker maken met een veelzijdige machine voor een schappelijke prijs en ons daarna een kloot aftrekken met noodzakelijke, maar veel te dure bijproducten.

Naar verluidt kan men die inktbakjes zelf bijvullen en aldus veel geld uitwinnen. Ik zal daar toch eens naar informeren. ‘t Is dat ik helaas zo’n klunshark ben. Dat wordt ongetwijfeld klieren en kladdeboteren.