Ze vallen weer als paddenstoelen in de brievenbus, om het eens met een compleet van de pot gerukte uitdrukking te zeggen.
Ik heb het over de vaak luxueus uitgevoerde papieren rompslomp, waarmee zij die met het verkopen van recreatieve artikelen de kost verdienen hun waren aanprijzen. Sint-Nicolaas is immers te vierklauwe in aantocht en dat heerschap is een grote afnemer van speelgoed.
Het valt me op dat die folders in deze door racistisch geleuter overwoekerde tijden nog uiterst zelden, ja, zelfs bijna nooit een authentieke Zwarte Piet opvoeren, te weten een koolzwart exemplaar met flakkerend oogwit en schaterrode lippen.
Aangezien er in mijn directe omgeving niemand de komst van Sinterklaas verbeidt, pleeg ik ieder jaar goedheilig man te spelen voor enkele kinderen, die het vooralsnog in dit leven niet erg goed getroffen hebben. Verkleed als de kindervriend en in het gezelschap van een Zwarte Piet breng ik ze een bezoek en overhandig ik ze de speeltjes en de versnaperingen die ik voor ze gekocht heb.
Mijn metgezel is een volbloed Zwarte Piet. Een echte. Hij heet Hurrynarain en hij is afkomstig van het eiland Mauritius, waar gekleurde mensen de eerste viool spelen.
Nu hebben we samen besloten om de cadeautjes en het ‘sneukelbucht’ dit jaar uitsluitend te kopen bij winkels en supermarkten die nog met een echte Zwarte Piet uitpakken en het personage geen roetveegsnoet aanmeten, of hem zelfs helemaal doodzwijgen.
Sommigen pleiten er nu zelfs voor om ook ‘kerst’ uit ons eindejaarsvocabulaire te schrappen. Ja zeg, ik ben daar gekke Gerrit op een houtvlot! Sinterklaas, Zwarte Piet en Kerstmis behoren al eeuwen tot ons folkloristische patrimonium en daar raak je niet aan. Wie er graten in ziet, hoort hier niet thuis en mag van mij gezwind andere oorden opzoeken.
In wat voor muggenziftende tijden leven wij eigenlijk?!