Tag: dansen

Daar slaap je lekker op

Ik weet niet of ik het las of hoorde, maar ik liet me in alle geval wijsmaken dat het nuttigen van twee kiwi’s, voor men in de korf kroop, in niet geringe mate de kwaliteit van de slaap bevorderde.

Nu heb ik geenszins te klagen over mijn favoriete nachtelijke bezigheid, maar aangezien ongeveer alles voor verbetering vatbaar is, besloot ik me aan een experiment te wagen en de proef op de som te nemen: gisteravond verorberde ik twee van die exotische vruchten en ging toen naar Kaatje in de Wolstraat.

Het duurde niet lang of ik tuimelde in de armen van Morpheus en opende het grillige prentenboek van mijn dromen.

In de tot de nok gevulde Carnegie Hall in New York ontpopte ik me tot een heuse klavierleeuw en het was geen tangelen wat ik deed, want ik gaf zo maar eventjes een sublieme versie van het aartsmoeilijke derde pianoconcerto van Rachmaninov ten beste. Ik was net met een waarlijk briljante uitvoering van het cadenza bezig ─ er zit een ontspannen drafje in dat onderdeel en mijn vingers bewandelden de toetsen op virtuoze wijze ─ toen het deksel van de concertvleugel die ik bespeelde met een oorverdovende klap naar beneden kwam, waardoor ik ontwaakte. Ik noteerde snel wat ik beleefd had en droomde vervolgens nieuwsgierig verder.

Niettegenstaande mijn hoogtevrees en mijn nogal onstandvastig evenwicht beklom ik de hoogste alp van Oostenrijk, met name de Großglockner. Toen ik uitgeput de top bereikte, verwelkomde men me daar met een niet te onderschatten kanonschot, waar ik dusdanig van schrok dat ik van die berg kukelde en zodoende opnieuw brutaal uit mijn slaap gerukt werd, hoewel ik normaliter met geen kanon wakker te krijgen ben. Ik bleef vervolgens naarstig dromen.

Ik danste tap … eh … ik tapdanste à la Fred Astaire en oogstte daar ergens een laaiende, staande ovatie mee, waarna ik als toemaatje een Ierse stepdance ten beste gaf, waar Riverdance een punt kon aan zuigen. Helaas kreeg ik tijdens dat harkerig huppelen kramp in de kuiten en door die lancinerende pijnscheuten ging ik af als een gieter, want ze haalden me wederom uit mijn dommel.

Niet veel later daalde ik in adamskostuum af in een loeder van een bubbelbad, waarin zich reeds een half dozijn waarlijk bloedmooie huppelkutjes ophielden, die enkel een uitdagende glimlach droegen en er zeer beschikbaar uitzagen. Begeerte suisde door mijn bloed en ik liet gezwind een derde arm groeien, zodat …

… ja, zo kan ik nog wel even doorgaan, maar lang verhaal kort: het nuttigen van kiwi’s voor het slapengaan bezorgt je dromen waaraan geen werkelijkheid kan tippen, maar eveneens een schier rusteloze nacht. Voortaan eet ik een banaan voor ik me te ruste leg. Of twee.

Benjamín schrijft een stukje

Thomas Vanderveken, een weergaloze presentator, speelde het hard. In zijn jonge jaren studeerde hij nauwelijks twee jaar aan het conservatorium, maar opeens vatte hij het plan op om binnen de twaalf maanden zijn jongensdroom te verwezenlijken en een pianoconcerto ten beste te geven. Hij koos voor het pianoconcerto van Edvard Grieg en dat is niet bepaald een tingeltangelmuziekje.

Per televisie konden we desgewenst zijn vorderingen volgen en dat deed ik, want ik ben nogal een liefhebber van klassieke muziek en Thomas heeft sinds jaar en dag een wit voetje bij me. Ik vind hem een chique mens en als presentator kunnen slechts weinigen aan hem tippen. Hij is ongekunsteld hoffelijk, op een bijna nonchalante manier beschaafd, vol empathie en eigenaar van een verfrissend naturel, maar hij is absoluut geen watje en hij kan beter pianospelen dan veel andere over het paard getilde ‘klavierleeuwen’.

Op 7 december van verleden jaar maakte hij zijn muzikale droom waar. In de Gentse Bijloke voerde hij samen met het Brussels Philharmonic het concerto uit en hij deed dat met veel verve en niet minder panache. Ik heb niets dan bewondering voor die lefgozer. Ik kan zijn prestatie alleen maar hoog inschatten, in tegenstelling tot hetgeen ik gewaarword bij het aanschouwen van de glitterende nitwits, die hoog in allerhande hitparades een suite betrekken.

Een van die nitwits ─ en nu begeef ik me op glad ijs ─ is Karen Damen: zangeres, actrice, presentatrice en eertijds lid van de meidengroep K3. Zij heeft het plan opgevat om een soloplaat te maken en in een poging tot navolging van Thomas Vanderveken heeft ze een televisiezendertje bereid gevonden om daar verslag van uit te brengen in een programmareeks die ‘Karen maakt een plaat’ heet. Christene zielen, wat is dat een bedroevend spektakel! Ze doet van alles, behalve een plaat maken. Op 11 maart wil ze desalniettemin haar gewrocht in de Antwerpse Lotto Arena voorstellen. Ik ken iemand die daar alleszins niet aanwezig zal zijn. Tevens ken ik iemand die nooit de bewuste plaat zal kopen.

Driemaal is scheepsrecht en zelfs de minder goede dingen gebeuren drie keer. Ook journaalanker Hanne Decoutere voelt zich geroepen om in de voetsporen van Thomas te treden en zich binnen het jaar tot een ballerina te ontpoppen, die samen met het fameuze Ballet van Vlaanderen podiumkunsten botviert. De televisie zal vanzelfsprekend geregeld verslag uitbrengen van haar esbattementen in een programma dat ‘Hanne danst’ heet. Hoe verzinnen ze het in vredesnaam?!

Ik denk niet dat ik zal kijken. Ik heb het niet zo begrepen op spagaten, arabesquen en pirouettes, om van een grand jeté en een pas de chat nog te zwijgen. Ik hoop dat Thomas Vanderveken nog wat van plan is.

Een gerechte straf – 2

Op de parkeerplaats van een provinciaal domein stroomde een autobus leeg. De passagiers ─ vogels van diverse pluimage en kostgangers van allerhande allooi ─ schaarden zich rond de chauffeur, die mededeelde dat ze met z’n allen en ieder apart over zo maar eventjes drie vrije uren konden beschikken, dewelke ze naar believen mochten invullen, waarna ze opnieuw bij het voertuig verwacht werden. Maar! Hij stak een waarschuwende vinger op.
“Wie tien minuten te laat komt,” vervolgde hij, “moet zich voor de bus opstellen en een lied ten beste geven. Wie twintig minuten te laat komt, moet voor de bus plaatsnemen, een lied zingen en een dansje placeren. En wie een halfuur te laat is, moet een lied zingen en een dansje placeren op de plek waar de bus heeft gestaan.”

Dat was lachen! Voor een harde kwast moet er een scherpe beitel zijn. Origineler had ik het niet kunnen verzinnen en op dat gebied ben ik nochtans tot heel wat in staat.

Het placeren van een dansje

ramboIk heb het genoegen om gedurende anderhalve week een jong Argentijns stel te huisvesten en te entertainen, zoals vermaken in verfoeilijk Nederlands heet.

Zondagmorgen tilde de zomer een prachtige dageraad uit een frivole nacht en we begaven ons per benenwagen op weg naar het autoloze Brugge. Dat lijkt op het eerste gezicht een fikse wandeling, maar dat is het eigenlijk niet, want ik woon op een boogscheut van deze fraaie stad, zij het een boogscheut van een zeer gedegen schutter, zoals bijvoorbeeld Willem Tell of John Rambo. We waren lang niet de enigen die Brugge met een bezoek vereerden.

Op de Burg beleefden we al meteen een kippenvelmoment, want daar gaf de vijftigkoppige British Military Band ─ gewis een kapel uit een hogere prijscategorie ─ een buitengewoon stemmig muziekstuk ten beste, waaraan ook enkele doedelzakken deelnamen. Normaliter verdraag ik slecht het spotzieke gejengel van dat instrument, maar wat ik daar hoorde, was werkelijk uit de kunst en we werden er met zijn allen helemaal stil van.

Op de Markt greep er een Zumba Workout plaats. Een grote groep danslustigen had zich verzameld onder een podium, waarvandaan sportgoeroe Steve Boedt instructies de wereld instuurde en zelf het goede voorbeeld gaf. Sommigen gedroegen zich alsof ze in koeienflatsen trapten, anderen waren bezig panisch kakkerlakken onder hun voetzool te vermorzelen en nog anderen moesten nodig, maar alle wc’s waren blijkbaar bezet. Ik pleeg nooit aan dergelijke esbattementen deel te nemen, want me belachelijk maken is wel het laatste wat ik wens, maar als ik in gezelschap ben en indruk wil maken durf ik me weleens laten meeslepen. Ik danste als een spin op een hete kookplaat en ik mag van harte hopen dat internet me eerlang niet met deze wanprestatie zal confronteren, want ik wil de mensen niet te eten geven die zich daar met filmen en fotograferen onledig hielden. YouTube is nooit veraf.

Niet veel later kwamen we op het Simon Stevinplein, waar de authentieke Argentijnse tango ─ die in niets te vergelijken is met hetgeen men er hier van terechtbrengt ─ hoogtij vierde. In onze hoedanigheid van twee volle en een halve Argentijn was dat natuurlijk spekje naar ons bekje. We deden hop met de beentjes en we hebben ze daar een poepje laten ruiken.

Over ruiken gesproken … Als er een verleiding is waaraan ik niet kan weerstaan, dan zijn dat de eigenwijs lekkere, weergaloze wafels van een kraam. Die bedwelmende geur alleen al! Ik heb er twee achter de knopen gestoken en ik moest me werkelijk inhouden of ik verorberde er drie, maar dat mag niet van de dokter.

Er gaat geen dans voor eten

Ik was op stap met een vriendin en die loodste me op slinkse wijze een etablissement binnen, waar ik eigenlijk niet graag kom: een tearoom. De naam alleen al! Niet dat ik het beneden mijn mannelijke waardigheid vind, maar ik word er schier onophoudelijk geconfronteerd met lekker spul, waar ik me om gezondheidsredenen niet mag aan vergrijpen: pannenkoeken met suiker, wafels met slagroom, machtige ijsbekers en koket gebak passeren er de revue. Een ware beproeving.

danseresTerwijl ik braaf een koffie dronk, zat ik te likkebaarden dat het niet mooi meer was, omdat de vriendin zich wellustig met een verrukkelijk ogende tompoes bemoeide. Ondertussen hield ze een kwieke stroom van opgeruimd gebabbel gaande met de exotische, ietwat mollige dame aan het belendende tafeltje. Hun conversatie verliep in het steenkolenengels en ik besteedde er nauwelijks aandacht aan, want vrouwelijke gespreksonderwerpen boeien me slechts matig en bovendien was ik danig geobsedeerd door de slinkende tompoes.
─”Ze is een balletdanseres”, zei de vriendin, toen de dame zich even verwijderd had om haar neus te poederen.
─”Je meent het!” foeterde ik. “Heb je haar figuurtje al eens bekeken? Mijn fantasie is ongebreideld, maar ik slaag er toch niet in om me haar in een tutu voor te stellen.”

Toen haar buurvrouw verrichter zake terugkeerde, greep de vriendin waarschijnlijk terug naar het thema dat ze eerder al bij de kop hadden. De vermeende danseres graaide in haar handtas en diepte foto’s op, die mijn gezellin even later grijnzend aan me toonde.

In letters en uitspraak zijn ballet dancer en belly dancer nauw verwant, maar het is een wereld van verschil, al is een buikdanseres natuurlijk net zo goed een danseres als een ballerina.

Moddervet

Ik heb hier al eerder over mijn calepingske geschreven: het notitieboekje dat mijn onafscheidelijke metgezel is en waaraan ik de dingen toevertrouw, waarvan ik denk dat die ooit eens te pas zouden kunnen komen.

Naar aanleiding van iets dat me gisteren overkwam, heb ik net even opgezocht wat ik allemaal over dikke mensen genoteerd heb. Hier volgt een kleine bloemlezing:

  • Hij/zij is zo dik zijn dat er een planeet rond zijn/haar kont cirkelt.
  • Hij/zij is zo dik dat zijn/haar schoolfoto een luchtopname is.
  • Hij/zij zou een prima inbre(e)k(st)er zijn, want zijn/haar kont zou zijn/haar voetsporen uitwissen.
  • Hij/zij is zo dik dat het paard op zijn/haar T-shirt echt lijkt.

Ik zat gisteren in een café dat ook wel te eten schaft, als je niet op pauwentongetjes uit bent. Aan de belendende tafel waren twee jongens van de gestampte pot bezig gein met elkaar te hebben en uien te tappen. En wat zei een van hen opeens?
─”Ooit had ik een lief dat zo dik was dat ik er al drie slows mee gedanst had voor ik merkte dat ze nog op haar stoel zat.”

Ik probeerde te verhinderen dat ik het uitproestte, maar daardoor verslikte ik me dusdanig dat ik bijna stikte.

Christene zielen! Hoe verzinnen sommige mensen het?

Zwemmen op het droge

Ik belandde onverhoeds op een luidruchtig feest. Vandaag de dag heet dat een fuif, meen ik te weten. Knoerdharde muziek ─ rampestampen en puinbakken ─ schudde aan de lichamen van een bende halfgaren, die ongebonden zelfexpressie tentoonspreidden en zelfs tot het uiterste dreven. Drie meisjes stonden met delicate voetbewegingen denkbeeldige torretjes te vermorzelen, terwijl de jongens in hun buurt schijnbaar piepers tot puree trappelden. Enkele huppelkutjes moesten blijkbaar nodig, maar alle wc’s waren bezet. Een kwikzilverige snaak zeilde heen en weer alsof hij voortdurend koeienflatsen moest ontwijken en een andere snuiter caprioleerde alsof de vloerverwarming op honderd graden stond.

Ik ontsprong evenwel de dans en beperkte me tot toekijken, want ik wilde me niet belachelijk maken. Vroeger heb ik me nochtans aan zulke moderne bewegingsvormen overgegeven. Daar ben ik echter finaal mee gestopt nadat men me confronteerde met een filmpje dat men daarvan gemaakt had. Mijn tenen krullen nog als ik eraan denk. Tegenwoordig beperk ik me tot de klassiekers. Zo heb ik bijvoorbeeld een nogal spectaculaire, want authentieke Argentijnse tango in de benen. Als je even doorklikt naar het stukje dat ik daarover schreef, Swingend als een tiet, zul je daar een video van zo’n uitvoering aantreffen. Nee, die danser ben ik niet, maar mijn voetenwerk is bijna net zo goed.

Op het feest waarvan hierboven sprake weerklonk er evenwel geen enkele keer tangomuziek. Nu ja, waarschijnlijk was er toch geen partner aanwezig die deze dans samen met mij kon bolwerken, want die zijn dun gezaaid. Ik denk dat ik binnenkort maar eens de oversteek naar Argentinië zal maken.

Swing es met je dinges

Ik heb er niet de minste moeite mee om te bekennen dat ik tot voor een paar weken nooit van Michael Bublé gehoord had. Toen verscheen deze Canadese zanger op de televisie, om een kerstshow ten beste te geven. Tijdens zijn stemmig gezang raffelde ik rustig verder op het klavier van mijn pc, want ik zat niet meteen te zwijmelen, maar als achtergrondmuziek kon het er best mee door.

Hij trok het schier onvermijdelijke lied Blue Christmas op gang en na ongeveer anderhalve minuut mochten de muzikanten die hem begeleidden zich ook eens laten gelden. Nou moe! Dat was niet gering. Ze ontpopten zich ras tot een laaiend orkest. Ik hield gelijk op met tikken en mijn verrukkelijke verwondering maakte plaats voor gelukzalige verbijstering. Ik moet danig onder de indruk geweest zijn van hetgeen ze presteerden, want toen ik daarnet de aan hen gewijde notitie herlas, merkte ik dat ik me bij hoge uitzondering aan een contaminatie bezondigd had. Ik schreef namelijk: dat swingt als een tiet de pan uit.

Als jullie deze link aanklikken, kunnen jullie het nummer in kwestie ook beluisteren, maar oefen dan vooral anderhalve minuut geduld en je zult een uit de pan swingende tiet als beloning krijgen. Ik ben overigens duidelijk niet de enige enthousiasteling, want in de commentaren onder het filmpje gooit een fan al meteen haar slipje naar het scherm, waarop een fetisjist gezwind reageert dat ze het kledingstukje ook in zijn richting mag gooien.

Als we maar gezond zijn!

Hup met de beentjes!

Door een nogal ongelukkige samenloop van omstandigheden kwam ik onverhoeds op het supportersbal van een naar verluidt veelbelovend wielertalent terecht. Het was zo’n primitief dansfeest waar zowel de vogeltjesdans als de polonaise herhaaldelijk aan bod komen. Dat ik dit soort volksvermaak liever aan me laat voorbijgaan, staat zo vast als een muts met zeven keelbanden. Niet dat ik me beter voel dan een ander, maar ik ben nooit een uitbundig type geweest en zal het vermoedelijk ook nooit zijn.

Rond de klok van elven greep de trekking plaats van een met talloze prijzen begiftigde tombola. De lokale middenstanders hadden kennelijk hun winkeldochters voor het goede doel afgestaan. Begrijp me vooral niet verkeerd. Men verhandelde daar absoluut geen blanke slavinnen. Winkeldochters zijn immers niet enkel vrouwelijke bedienden, maar ook artikelen die men al lang te koop aanbiedt, maar aan de straatstenen niet kwijt kan. Ik bedoel vanzelfsprekend de laatste categorie.

Ene Rosa won de hoofdprijs. Rosa was een fors koebeest van een vrouw met blozende konen, die behoorlijk van slag raakte door het dofje dat haar te beurt viel en opgegeten door de zenuwen het trapje naar het podium beklom. De omroeper van dienst vroeg een applaus voor de winnares en toen dat uitdoofde riep hij in de microfoon:
─”Rosa heeft een reis gewonnen! Te voet door Vlaanderen, voor twee personen.”
Rosa zwijmelde weg en sukkelde bijna in extase.
─”Dank u, dank u”, mompelde ze zo blij als een kermiskind, want het drong geeneens tot haar door dat men haar in de zeik zette.
─”U mag met een partner naar keuze te voet door Vlaanderen reizen”, drong de omroeper aan.

We waren er met zijn allen getuige van hoe het besef bij Rosa binnensijpelde. Ze keek als een kind dat net zijn ballon zag klappen en het scheelde echt niet veel of er kwamen tranen aan te pas, wellicht niet zozeer van teleurstelling, maar vooral omdat ze ten aanschouwen van allen daar aanwezig voor paal stond. Toen kreeg ze alsnog haar prijs: een reis voor twee personen naar een eiland dat zich in het zuiden van Europa boven de zeespiegel verheft.

Gelachen dat we hebben! Je leven zo niet!

Stoeien in ons ranke naakt

Verleden jaar heb ik aan het bloedstollende feestgedruis van Halloween deelgenomen. Wie toen al mijn blog las, zal zich misschien herinneren dat ik bij die gelegenheid de prijs voor de beste vermomming in de wacht sleepte, terwijl ik me niet eens verkleed had en zelfs geen masker droeg. Desgewenst kunnen jullie zich alsnog in mijn wederwaardigheden vermeien door de volgende link aan te klikken: Kijk mama, een bietebauw!

Vandaag staat er iets anders op het programma. Ik ga namelijk naar een heksenbal. Ik vermoed dat jullie fronsen, maar vergis jullie vooral niet. Door sprookjes en andere aan fantasie ontsproten verhalen hebben wij vrijwel allemaal een totaal verkeerde voorstelling van heksen, als zouden dat schreeuwlelijke, zich op bezems verplaatsende hellevegen zijn met kevelkinnen, punthoeden, haakneuzen, harige wratten en meer van dat fraais. Zulke lelijke heksen bestaan natuurlijk. Die wonen echter allemaal in het buitenland en ze houden hun jaarlijkse danspartij tijdens de Walpurgisnacht, tussen 30 april en 1 mei, op de Blocksberg in de Duitse Harz.

De heksensabbat ter gelegenheid van Halloween, waar ik acte de présence zal geven, vindt op spuugafstand van mijn woning plaats, op een open plek in het bos, en is alleen toegankelijk voor heksen die absoluut niet te lelijk zijn om voor de duivel te dansen. Wel integendeel. Ze zijn allemaal samen en ieder apart jong en lenig van lijf en leden, ze beschikken zonder uitzondering over aardige opstalletjes en ze spreiden eensgezind ademstokkende smoeltjes tentoon.

Ik heb het plan opgevat om al dat frivole en vrijgevochten vrouwvolk achteraf naar mijn woning te lokken, door warme cacao en marshmallows in het vooruitzicht te stellen. Ik twijfel er niet aan dat ons gezellig samenzijn binnen de kortste keren in een regelrechte orgie zal resulteren, om van de daarmee gepaard gaande losbandige seks nog te zwijgen. Je zult ermee gestraft worden! Ja, het wordt nog een heel aardige avond.

Ik hoop dat jullie eveneens een opwindende slachtnacht mogen beleven.