Tag: kansspelen

De nationale (k)loterij

Gokken, kansspelen, tombola’s, loterijen en wat dies meer zij, zijn niet aan mij besteed. Er zit geen engeltje op mijn schouder en ik ben dus niet voor het geluk geboren, zodat ik nooit, of toch uiterst zelden, in de prijzen val.

Desalniettemin ben ik ooit een keer de speelzaal van een casino aan de Belgische kust binnengedwarreld, omdat een kennis van me daar als croupier optrad en ik hem graag eens aan het werk wilde zien. Hoe heet die bezigheid? Croupieren? Men kon me die avond door een ringetje halen. Ik zag er bijzonder patent uit, want ik had aan een galadiner deelgenomen, omgord met de smoking die mijn vader zaliger, in zijn hoedanigheid van maestro sastre ─ meester kleermaker ─ op vernuftige wijze voor me vervaardigd had en die me zelfs nu nog als aangegoten zit, hoewel ik vandaag de dag slechts zelden de gelegenheid krijgt om die aan te trekken, want ik word bijna nooit meer op galafestiviteiten uitgenodigd.

Aldus opgebaard sloeg ik enige tijd de intrigerende bezigheden aan een roulettetafel gade en toen voelde ik plots de James Bond  in me ontwaken, waardoor ik besloot om zelf ook een gokje te wagen.

Dat was leuk en het werd nog leuker toen ik enige tijd later een winst van zo maar eventjes meer dan € 1000 mocht incasseren. Jullie horen me niet beweren dat de hierboven vermelde croupier daar een handje in gehad heeft. Hij blijft het in alle geval ten stelligste ontkennen.

Ik ben sindsdien nooit meer in een casino geweest, hoewel ik door die eerste meevaller vaak de verleiding voelde opwellen om het nog een keer te proberen. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik een geheel uit voortreffelijkheid opgetrokken persoon ben en merg in de knoken heb, al zijn we natuurlijk nooit zo goed als we zelf denken.

Toen kwam dat boosaardig virus zich met ons leven bemoeien. Het ondingetje beperkte danig mijn bewegingsvrijheid, waardoor ik af en toe ten prooi viel aan virulente verveling. Als tijdpassering nam ik een keer of zeven deel aan Euro Millions, waarmee ik, of iemand anders, zo maar eventjes meer dan € 100.000.000 kon winnen. Honderd miljoen! Krijg dat op je dak en op je bankrekening. Ik verkwanselde in zeven beurten € 179 aan dat spel en mocht slechts € 22,60 aan winst opstrijken. In arren moede schakelde ik over op de ‘gewone’ lotto, verkwistte daar in vijf beurten € 104 aan en kon € 39,60 binnenrijven. Samengevat heb ik dus in totaal € 283 ingezet en slechts € 62,20 gerecupereerd. Dat betekent een verlies van € 220,80. Ik had beter in mijn broek gescheten.

Ik heb derhalve een kloek besluit genomen, want ik ben daar goed in: ik stop met die ongein, voor het een gewoonte of een verslaving wordt. Tel uit mijn winst!

Wat zal ik nu eens gaan doen om wat tijd te vermorsen en de verveling te verdrijven? Met mijn tenen spelen? De luiaardsboog spannen? Kringetjes spugen? Of epibreren ─ even aanklikken voor tekst en uitleg ─ zoals Simon Carmiggelt?

loterij

Of is ‘t maar om te lachen?

LaysIn de supermarkt liet ik me verleiden tot de aankoop van een zakje Bugles van Lay’s. Dat zijn een soort chips: meer bepaald knapperige hoorntjes die van maïs gemaakt zijn. Het bijzondere eraan is dat je die dingetjes dipsgewijs kunt vullen met bijvoorbeeld pesto, guacamole of ook nog de romige geitenkaas van Chavroux.

Er ging een linkje aan de verpakking (zie afbeelding hiernaast), met de mededeling dat men van 11 juli 2016 tot en met 4 september 2016 aan een wedstrijd deel kon nemen, om een aperitiefpakket ter waarde van € 70 te winnen. Dat is bij mij aan geen dovemansoren gezegd. Als het gratis is, ben ik tot veel bereid en als er wat te winnen valt, ben je bij mij aan het juiste adres. Met rasse vingertred begaf ik me naar de website in kwestie en daar kreeg ik het volgende te zien:

Lays2

Kijk, die wedstrijd loopt al van 17 juli en vandaag schrijven we 3 augustus. Ze laten zich alleszins niet te haasten, bij Lay’s en bij Chavroux. Gauw is dood en langzaam leeft nog. Of is ’t maar om te lachen?

Bedrieglijk

Volgens mijn horoscoop zou ik me gedurende enkele dagen onder een gelukkig gesternte bevinden en had ik zelfs kans om in de prijzen te vallen. Ik kwam reeds in een luxueuze stemming en er verschenen zowaar al eurotekens in mijn ogen, dus begaf ik me met gezwinde tred naar de krantenboer en investeerde daar € 25,50 in twee krasbiljetten van Presto en een deelnemingsbewijs voor de trekking van Euro Millions.

Het krassen van de biljetten leverde me geen cent op en ook de euromiljoenen gingen aan mijn neus voorbij. Groot was mijn teleurstelling, maar toen las ik een verheugende mededeling op de kassabon: miskoop

NIET TEVREDEN. GELD TERUG!
Je krijgt 365 dagen bedenktijd.
Was je aankoop een miskoop?
Kan gebeuren.
We betalen je met de glimlach terug.

Ik spoedde me opnieuw naar de krantenboer, om terugbetaling te krijgen van mijn waardeloze krasbiljetten en lottoformulier. Ze hadden me daar zien komen!

De bewering dat ze me met een glimlach zouden terugbetalen is een compleet loze bewering. Ze betaalden me niks terug en er kon zelfs geen glimlachje af. Is het verspreiden van misleidende slogans dan niet strafbaar?

Een stichtend vignet

In lang vervlogen tijden, toen men nog geen rechtszaken kon afkopen en men je zonder pardon in de gevangenis gooide als je bijvoorbeeld een lening niet tijdig terugbetaalde, leefde er een man die een buitengewoon aanminnige dochter had, maar helaas ook een hoop poen schuldig was aan een woekeraar.

Van die knevelaar, die eigenlijk te oud was om nog op een geloofwaardige manier aan het begin van iets groots en meeslepends te staan, kon men bezwaarlijk beweren dat hij aanbiddelijke looks bezat of een schoonheidsprijs verdiende. Wel integendeel! Hij had het echt niet met zichzelf getroffen. Hij was een kraakamandel van een ventje, een bonsai-uitgave van een mens eigenlijk, zo lelijk als een krijtezel en een gluiperd van het zuiverste water, want hij had een oogje op de zeer minderjarige dochter van zijn schuldenaar. Om die reden deed hij een oneerbaar voorstel: als zij met hem trouwde, zou hij de schuld van haar vader als afgelost beschouwen.

Zowel de vader als de dochter waren in hoge mate ontzet en vervuld van afgrijzen. De achterbakse uitbuiter merkte dat zijn haring niet braadde en kwam vervolgens met het voorstel op de proppen om de voorzienigheid te laten beslissen. Hij zou een wit en een zwart steentje in een zakje stoppen, waaruit het meisje er vervolgens eentje moest opvissen. Als dat het zwarte steentje was, diende ze met hem te trouwen en verviel de schuld. Koos ze daarentegen het witte exemplaar, dan mocht ze bij haar vader blijven en zou hij de lening eveneens als afgelost beschouwen. Indien ze weigerde mee te werken, zou hij haar vader in de gevangenis laten gooien en wachtte haar de hongerdood.

De vader stemde toe, zij het zeer tegen zijn zin. Ze stonden met zijn allen op een kiezelpad in de tuin. De aasgier raapte twee steentjes op en liet die met een snelle beweging in het zakje glijden, maar het meisje had toch in de gaten dat de bedrieger twee zwarte steentjes gekozen had. Een glimlachje speelde om haar lippen …

Ze stopte haar hand in het zakje, nam een steentje, bracht het naar buiten en liet het vallen voor iemand het had gezien. Het kwam op het pad terecht tussen de duizenden andere witte en zwarte kiezels.
“O, wat ben ik toch verschrikkelijk onhandig,” zei ze, “maar geen nood: we kijken gewoon even welke kleur er nog in het zakje zit.”
Dat was vanzelfsprekend zwart, dus had zij zogezegd het bevrijdende witte steentje uit het zakje gehaald en zodoende haar vader van zijn schuld en zichzelf van een verschrikkelijk lelijke echtgenoot bevrijd.

Tjonge jonge, wat bestaan er toch pientere meisjes. Niet te filmen!

(Deze historie is ontsproten aan de fantasie van een nobele onbekende, maar ik heb die wel helemaal zelf vertaald en ─ ik kon het weer niet laten ─ in een eigenwijze vorm gegoten.)

De onfrisse praktijken van VT4

Het was zondagmiddag en ik had niet meteen iets omhanden. Nu ja, er valt altijd wel wat te verstouwen, want ik verdien mijn brood niet met spuugslikken, maar ik verkoos om er even de kantjes af te lopen en de luiaardsboog te spannen.

Ik besloot om wat tijd te vermorsen met veldrijden. Nee, ik trok heus niet zelf de ruige ruimte van de herfstige natuur in, maar keek per televisie hoe anderen dat deden, meer bepaald in de Limburgse gemeente Zonhoven. De wedstrijd aldaar zorgt altijd voor spektakel, want het zanderige parcours is een aaneenrijging van geografische ongemakken zodat er, tot groot jolijt van zowel de toeschouwers ter plekke als zij die voor het ruitje zitten, lekker veel valpartijen plaatsgrijpen. Dat zijn leuke dingen voor de mensen.

De televisiezender die voor de rechtstreekse reportage zorgde, met name VT4, had voor wat afwisseling gezorgd. De kijker kon namelijk een fiets winnen, of de tegenwaarde ervan, € 1500, handje contantje. Om dat te bewerkstelligen diende men een sms ─ naar keuze ‘cash’ of ‘bike’ ─ naar het nummer 6654 te sturen. Ik pleeg nooit ofte nimmer aan zulke wedstrijden deel te nemen, maar gisteren kreeg ik onverhoeds een aanval van hebzucht en dus verzond ik een berichtje met de mededeling dat ik vol ongeduld op de euro’s zat te wachten. Wegens recente onverkwikkelijke perikelen heb ik een beetje een hekel aan rijwielen.

Niet veel later kreeg ik een sms met wat in mijn ogen een schiftingsvraag leek: wie had er verleden jaar de wedstrijd in Zonhoven gewonnen? Met bekwame spoed antwoordde ik dat het Sven Nys geweest was en ik ontving prompt een bedankje retour, met de mededeling dat ik mijn winstkansen kon verhogen door nog een aantal keren deel te nemen en de laconieke toevoeging dat ieder berichtje dat ik stuurde of ontving me € 1 zou kosten.

Ik wist dat mijn deelname aan de wedstrijd € 1 zou kosten. Ondertussen is dat echter al opgelopen tot € 4. Het zal vermoedelijk wel ergens in de kleine, vrijwel onleesbare lettertjes vermeld staan, maar ik wist niet dat ze me daarna als schiftingsvragen vermomde berichten zouden sturen en dankbetuigingen, waarvoor ik telkens zelf moet betalen. Ik hoop dat ze me nu met rust zullen laten.

Dat was één keer en nooit weer. En VT4 … als jullie er dergelijke praktijken op nahouden, of toch zeker goedkeuren, dan zijn jullie een stelletje afzetters.

shit

De ezel en dezelfde steen

Toen ik gisteren naar het dorp wandelde, streek er plots een lieveheersbeestje neer op de revers van mijn jas. Niet veel later vond ik een muntstukje van tien cent. Zoals ik gisteren al meldde, zag ik ook nog een paasei aan diggelen vallen en toen ik bij de krantenboer mijn beurt afwachtte, kreeg ik plots erge jeuk in de palm van mijn rechterhand.

Lieveheersbeestjes, een gevonden geldstuk, scherven die niet van aan spiegel afkomstig zijn, een kriebelende handpalm … het zouden allemaal voorboden van nakend geluk zijn. Niet dat ik bijgelovig ben, maar toch …
─”Vanavond kun je met EuroMillions honderd miljoen euro winnen”, zei de krantenboerin tegen een klant, maar ik hoorde het ook.

Vanwege de gunstige voortekenen die mij kort daarvoor ten deel gevallen waren en in weerwil van het goede voornemen dat ik hier anderhalf jaar geleden met veel bombarie verkondigde ─ lees hiervoor Ze hebben ongetwijfeld vals gespeeld ─ kocht ik een biljet met tien cijfercombinaties en een jokergetal. Dat kostte me de niet onaardige som van € 21,5, maar dat is natuurlijk een peulenschil voor iemand die op het punt staat om zijn bankrekening met ettelijke miljoenen te spekken.

Ik heb dus niets gewonnen. Nul, prot, nogabal!

Ik ben vandaag alleen met een afstandsbediening te benaderen.

ezel

Hup met de beentjes!

Door een nogal ongelukkige samenloop van omstandigheden kwam ik onverhoeds op het supportersbal van een naar verluidt veelbelovend wielertalent terecht. Het was zo’n primitief dansfeest waar zowel de vogeltjesdans als de polonaise herhaaldelijk aan bod komen. Dat ik dit soort volksvermaak liever aan me laat voorbijgaan, staat zo vast als een muts met zeven keelbanden. Niet dat ik me beter voel dan een ander, maar ik ben nooit een uitbundig type geweest en zal het vermoedelijk ook nooit zijn.

Rond de klok van elven greep de trekking plaats van een met talloze prijzen begiftigde tombola. De lokale middenstanders hadden kennelijk hun winkeldochters voor het goede doel afgestaan. Begrijp me vooral niet verkeerd. Men verhandelde daar absoluut geen blanke slavinnen. Winkeldochters zijn immers niet enkel vrouwelijke bedienden, maar ook artikelen die men al lang te koop aanbiedt, maar aan de straatstenen niet kwijt kan. Ik bedoel vanzelfsprekend de laatste categorie.

Ene Rosa won de hoofdprijs. Rosa was een fors koebeest van een vrouw met blozende konen, die behoorlijk van slag raakte door het dofje dat haar te beurt viel en opgegeten door de zenuwen het trapje naar het podium beklom. De omroeper van dienst vroeg een applaus voor de winnares en toen dat uitdoofde riep hij in de microfoon:
─”Rosa heeft een reis gewonnen! Te voet door Vlaanderen, voor twee personen.”
Rosa zwijmelde weg en sukkelde bijna in extase.
─”Dank u, dank u”, mompelde ze zo blij als een kermiskind, want het drong geeneens tot haar door dat men haar in de zeik zette.
─”U mag met een partner naar keuze te voet door Vlaanderen reizen”, drong de omroeper aan.

We waren er met zijn allen getuige van hoe het besef bij Rosa binnensijpelde. Ze keek als een kind dat net zijn ballon zag klappen en het scheelde echt niet veel of er kwamen tranen aan te pas, wellicht niet zozeer van teleurstelling, maar vooral omdat ze ten aanschouwen van allen daar aanwezig voor paal stond. Toen kreeg ze alsnog haar prijs: een reis voor twee personen naar een eiland dat zich in het zuiden van Europa boven de zeespiegel verheft.

Gelachen dat we hebben! Je leven zo niet!

Mazzelpik

Het is me nog niet helemaal duidelijk wat me overkomt, maar het bevalt me wel. Ik zit hier te glunderen met een jarig gezicht. O, wat ben ik opeens lustig van hart. Ik voel me zo blij als een hond met zeven pikken en zo godsgruwelijk gelukkig als een varken in de stront. De fortuin lacht me toe.

Het begon vanmorgen al, toen ik in de krantenwinkel een kraslotje van één euro kocht, de getallen ervan ontblootte en op slag het duizelingwekkende bedrag van vijf euro rijker was. Tel uit je winst! Dat zijn leuke dingen voor de mensen die het in de schoot geworpen krijgen.

Zo-even ben ik er voor de allereerste keer in geslaagd een soufflé te bakken die niet inzakte. Ik beschouw dit als een kleine overwinning en daarom heb ik ook een triomfantelijke kreet geslaakt, die evenwel grote onrust bij mijn poezen veroorzaakte, want dergelijke enthousiaste uitingen zijn ze niet van me gewend.

Als klap op de vuurpijl kreeg ik dan ook nog een bericht waar ik al niet meer op hoopte. Ik heb tegen de verwachting in een lucratief contract binnengerijfd en zit derhalve voor geruime tijd op rozen, gebakken, gebeiteld en geramd. Er zal te mijnent niet enkel brood op de plank komen, maar zelfs een bescheiden assortimentje beleg. Mijn bedje ligt gespreid en opgeschud.

Het scheelt echt niet veel of ik kom door dit alles in een luxueuze stemming. In mijn woning is er een overzichtstentoonstelling van huiselijk geluk gaande en ik geniet ervan met volle teugen en volledige inzet van al mijn zintuigen. Als ik een kat was, zou ik nu spinnen.

Nee, mijn dag kan niet meer stuk. Ik heb zin om straks iets geks te doen, maar ik weet nog niet wat. Als dat maar goed afloopt.

Ze hebben ongetwijfeld vals gespeeld

O ijdele hoop! O bittere teleurstelling! O peilloze droefheid!

Ik heb weer wat van mijn zuurverdiende centen verkwanseld, want het is niks geworden met die fameuze 162 miljoen van euro millions. Dat had ik eigenlijk met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen voorspellen, maar ik — kostganger op deze door het heelal suizende aardkloot — blijf me vastklampen aan fata morgana’s en andere luchtkastelen, terwijl ik ocharme amper 1 kans op 76.275.360 heb om de grote pot in de wacht te slepen. De grote pot … Ze kunnen god kolere die pot op met heel die reutemeteut. Dat ze die euro millions op hun gat plakken! Ik hoop van harte dat de inrichters van deze tombola korte armpjes krijgen, zodat ze zich niet kunnen krabben als er ooit mieren in hun kloten bijten. Mij zien ze niet meer! Ik heb me voorgenomen om geen geld meer aan kansspelen te verspillen. Ik was van plan om me vanavond casinowaarts te begeven, teneinde daar wat een van mijn euro millions aan de roulettetafel te besteden, maar dat feest gaat dus mooi niet door. Ik blijf noodgedwongen thuis. Ach, misschien dat ik toch even naar de kroeg kuier, om mijn teleurstelling in een Hoegaarden te verzuipen. We zullen zien.

Ik heb nog een formulier liggen van de gewone lotto, inclusief joker, voor de trekking van overmorgen. Ik denk dat ik straks even mijn blokfluit zal bovenhalen, om er een Te Lourdes Op De Bergen aan te ontlokken. Dankzij de dame die daarginds in lang vervlogen tijden placht te verschijnen en zich nu nog steeds met het verrichten van mirakels zou onledig houden, heb ik ─ niettegenstaande mijn  hoedanigheid van ongelovige ─ al een keertje € 250 gewonnen met een krabbiljet. Als ik haar met de klanken van mijn instrument kan vermurwen, zit het er dik in dat ik deze week alsnog miljonair ben.

Ha, ik begin me warempel al beter te voelen.