Tag: meevallers

Dan probeer je goedkoop uit te zijn

Ik speel al langer met de gedachte om me een fototoestel, die naam waardig, aan te schaffen. Tot nu toe gebruik ik het kameraadje … eh … het cameraatje dat zich aan boord van mijn gsm bevindt, maar dat is behelpen natuurlijk. Zo kan ik bijvoorbeeld niet over een flitser beschikken, om maar iets te noemen, en bovendien loop ik het risico dat de batterij van mijn mobieltje door al dat gefotografeer dusdanig uitgeput raakt dat ik niet meer telefonisch bereikbaar ben. Dat zou in mijn geval niet meteen een drama zijn, want we bellen of sms’en zelden en als het toch een keer gebeurt, is het nooit van dringende aard. We leven in de luwte.

Gisteren hield ik echter halt bij de feestelijke etalage van een fotozaak. Daar viel mijn oog op een alleraardigst maaksel van Samsung, dat zich aanbood voor een prijs die een zuinig persoon als ik niet kon laten lopen. Ik nam een kloek besluit, stapte resoluut de winkel binnen en ging over tot de aankoop van een weliswaar niet bepaald blits, maar toch zeker oogstrelend mooi kodakske. De verkoper, die vermoedelijk de Griekse beginselen toegedaan was, omschreef het als een snoezig, ja zelfs een honneponnig ding. Wie ben ik dat ik hem ongelijk zou geven?

Aangezien ik te mijnent geen kerstboom opgericht heb, waaronder ik honneponnige geschenken in snoezige verpakkingen kan onderbrengen, besloot ik om me maar meteen over de aanwinst te ontfermen. Christene zielen! Fotograferen is nooit een eenvoudige zaak geweest, maar vandaag de digitale dag is het allemaal nog ingewikkelder. Ik behoor weliswaar niet tot de mensen die zelfs voor kauwgum een gebruiksaanwijzing nodig hebben, maar ik diende me toch in de meegeleverde snelstartgids te verdiepen. Nu ja, wat heet verdiepen? Een paar lijntjes tekst, verlucht met enkele tekeningetjes … de raadselen van een fototoestel zul je er in alle geval niet meteen mee ontsluieren. Gelukkig kon men voor meer informatie op hun website een uitgebreidere gebruiksaanwijzing in pdf-formaat raadplegen en binnenhalen, als men tenminste over een internetverbinding beschikte.

Ik heb dat bestand niet alleen gedownload, maar ook afgedrukt, want dat leek me handiger. Honderdvijfenvijftig pagina’s in meerkleurendruk. 155! Als jullie weten wat papier en printerinkt tegenwoordig kosten, zul jullie begrijpen dat ik opeens geen koopje meer had aan mijn kodakske van Samsung. Sam has sung, maar ’t was een beetje vals.

Waar is de tijd dat je bij ieder toestel een lijvige gebruiksaanwijzing aantrof?  

Koefnoen

spellingDe website van de Vlaamse overheid stelt onder veel meer ook een publicatie ter beschikking met de spellingregels van de Nederlandse taal. Deze brochure van 28 pagina’s biedt een compact en systematisch overzicht van de principes en regels van de Nederlandse spelling. Ze is zo opgesteld dat u de opeenvolgende regels gemakkelijk kunt onthouden en de interne samenhang van de Nederlandse spelling vlot kunt herkennen.

Men kan de brochure op de website zelf raadplegen, maar die ook als PDF downloaden of zelfs bestellen als een handig boekje, dat tante Post gratis in je brievenbus zal droppen.

Ik heb een exemplaar besteld en binnen de kortste keren ontvangen. Ik kan jullie van harte aanbevelen om dat ook te doen. Voor niets gaat de zon op … en kom je in het bezit van overzichtelijke en duidelijke spellingregels van de Nederlandse taal.

Ik heb de link verwijderd, omdat die verbroken was. De publicatie is vermoedelijk niet langer beschikbaar.

Zoetekauw

Mijn onverbiddelijke lijfarts heeft me op het hart gedrukt dat ik uiterst spaarzaam met suiker om moet springen en het snoepen eigenlijk beter helemaal uit mijn leven kan schrappen. Dat valt me vies tegen, want je suis très dessert et très sucré, om het even op culinaire wijze te zeggen. Mijn mond eet graag zoetigheden.

Ik kreeg gisterenmiddag visite. Aangezien ik geen affectieve relatie met mijn nochtans vrouwelijke bezoekers onderhield, vond ik het niet nodig om met een taart of gebakjes uit te pakken. Ik volstond met koffie en versnaperingen. Toen de dames vertrokken waren en ik de resterende lekkernij naar een trommel overbracht, brak ik expres … eh … door een verkeerde manipulatie een natuurboterwafel van Destrooper doormidden. Die West-Vlaamse lukken waren altijd al mijn favorieten, maar ze zijn helaas buitengewoon bros. Ik stond voor een dilemma. Dat kapotte wafeltje kon ik niet meer als traktaat gebruiken. Van de dokter mocht ik het echter niet opeten, maar anderzijds pleeg ik nooit ofte nimmer enig voedsel weg te gooien. Ik diende dus noodgedwongen te zondigen.

Het was zo lekker dat ik in al mijn enthousiasme een tweede wafeltje brak. Ik heb het in de trommel opgeborgen, voor als er nog eens bezoek komt.    

Eind goed, al goed

Ik heb nog maar eens een zestal uren zoekgemaakt in het ziekenhuis, waarvan ik ruim vijf uur aan wachten heb verspild … maar ik heb goed nieuws. Dat zou er nog aan ontbreken. Ik ben op mijn lappen en kan opnieuw over al mijn lichamelijke vermogens beschikken. Hoe het met mijn geestelijke vermogens gesteld is, laat ik liever in het midden. Daar heeft de arts trouwens met geen woord over gerept.

Ik mag dus weer naar hartenlust lopen, stappen, wandelen, drentelen, flaneren, sjokken, fakkelen, rennen, hollen, flodderen, zwabberen, kuieren, dabberen,  hosklossen, huppelen, springen, keveren, stiefelen, stommelen, druilen, pantoffelen, zompvoeten … ja, zelfs fietsen en wat weet ik al niet meer.

Nu alles achter de rug is en ik jullie voor de laatste keer omtrent de wederwaardigheden van mijn wreed accident informeer, plaats ik hieronder een afbeelding van hoe het allemaal begonnen is. Eigenlijk is er sedertdien slechts weinig veranderd. Ik ben nog steeds eigenaar van al dat beslag. Enkel het kunstzinnige ritssluitinkje ter rechterzijde is verdwenen. Dat waren namelijk de hechtingen.

Allez, vooruit met de geit en gaan met de banaan! Ik klim even op de fiets. Als dat maar goed afloopt. 

dijbeen

Een tamelijk heuglijke tijding

We maken vorderingen. Nu ja, we … Ik weet natuurlijk niet of dat bij jullie ook het geval is en nog minder op welk gebied dat dan wel zou mogen zijn. Het is me trouwens een raadsel waarom ik hier de pluralis majestatis gebruik ─ hetgeen in verstaanbare taal het koninklijk meervoud is ─ want ik heb absoluut geen krul meer in mijn staart dan een gewoon mens. Tja, dat is ook weer een niet zo gelukkige, om niet te zeggen ronduit dubbelzinnige uitdrukking. Ik bedoel dat ik mezelf niet zo hoog inschat dat ik me van het koninklijk meervoud mag bedienen. Goed, zo raken we … eh … zo raak ik compleet het noorden kwijt. Laat ik dus maar even op mijn woorden terugkeren en opnieuw beginnen.

Spike!Ik boek vooruitgang. Sinds gisteren slaag ik er immers in om me, met toestemming van de volgelingen van Hippocrates die me op toezichthoudende wijze terzijde staan, op slechts één kruk voort te bewegen. Eén! Dat verloopt weliswaar nog behoorlijk stroef en mijn hompelen ─ ik noem het sukkeldraven ─ is dan ook niet om aan te zien, om van de pijnscheuten nog te zwijgen, maar we blijven … eh … ik blijf lustig van hart.

Nog slechts één kruk. Dat is om me een trap onder de kont te geven formidastisch. Prijs de hemelen en laat-ie-fijn zijn!

Vijfsterrenhotel

faillietHet heeft echt niet veel gescheeld of ik was gisteren opnieuw in het ziekenhuis beland. Ik heb namelijk de factuur gekregen aangaande mijn voorgaande verblijf in dat etablissement. Ik ben me eerst lam geschrokken, vervolgens kreeg ik bijna een hartverzakking en tot besluit viel ik bijna omver. Tjonge, wat een kiezentrekker!
“Is dat een bedrag of een telefoonnummer?” vroeg ik me af toen ik de cijferreeks onderaan aanschouwde. Het bleek een bedrag te zijn.

Het ijzerbeslag waarmee ze mijn dijbeen opgelapt hebben ─ osteosyntheseplaten en dito schroeven heten deze implantaten in doktersjargon ─ blijken zo maar eventjes bijna tweeduizend euro te kosten. En dan die medische en paramedische honoraria! Er moeten zich, zonder dat ik dat weet, tientallen gouddelvers … eh … artsen met mij bemoeid hebben en die willen allemaal een graantje meepikken. Wie het kruis heeft, zegent zich het best.

Ik mag me gelukkig prijzen dat ik niet de volle mep hoef te betalen. Het ziekenfonds neemt natuurlijk het leeuwendeel van dat telefoonnummer voor haar rekening en wat de rest betreft ─ toch nog altijd ruim zeshonderd euro ─ zal de hospitalisatieverzekering ongetwijfeld een flinke duit in het zakje doen.

En dan moeten de rekeningen van de fysiotherapeut nog komen, en die van de ambulance, en die van …

Verklaar mij maar failliet!

Annemie en de vlooien

Tot mijn verbijstering en afgrijzen zag ik vanmorgen een drietal vlooien in het drinkwaterbakje van mijn katten drijven.
“Het zal toch niet waar zijn!” riep ik wanhopig en ik molenwiekte met mijn armen, alsof ik die wilde weggooien.

Jaren geleden hebben mijn huisdieren al een keer vlooien mee naar huis gebracht en voor ik daar erg in had, viel mijn woning ten prooi aan een ware invasie van dat ongedierte. Om ervan verlost te raken heb ik toen zowaar een beroep moeten doen op een gespecialiseerd bedrijf en dat heeft me nog een flinke klauw geld gekost ook. Sindsdien behandel ik mijn poezen om de drie weken met het ook al niet goedkope vlooienmiddel Advantage, want ik wil zo’n plaag echt geen tweede keer meemaken. En toch dobberden er vanmorgen drie van die smeerlapjes op het water …

vlozaad… of toch niet. Bij nader toezien en tot mijn immense opluchting bleken het immers drie psylliumzaadjes te zijn, die kennelijk niet zonder reden de Nederlandse benaming vlozaad meegekregen hebben. Ik heb na mijn operatie gedurende geruime tijd veel bloed verloren en dat heeft ferriprieve anemie bij me veroorzaakt, ofte bloedarmoede door ijzertekort. Om dat te verhelpen dien ik iedere dag een ijzerpreparaat te slikken, maar dat middel heeft dan weer constipatie voor gevolg, die ik met het innemen van vlozaad vlot probeer te trekken … en het gebeurt soms dat ik een beetje met die zaadjes klieder.

Zo blijven we bezig natuurlijk. Ik vreet inmiddels pillen als drop. Het zal dan ook niemand verbazen dat de apotheker in zijn handen wrijft dat het knerst als hij mij ziet komen.

Een blij weerzien

xadaRuim drie jaar geleden, op 2 april 2010, publiceerde ik hier ’t Rouwende woud. Daarin beschreef ik, tot tranen toe bewogen, de tragedie waarvan de luiaard Luana en haar dochtertje Xada het slachtoffer waren. Zoals jullie hiernaast in de zijkolom kunnen zien, is dat stukje nog steeds het vaakst gelezen schrijfsel van mijn hele blog. Voor wie geen tijd heeft om het te lezen of te herlezen, vat ik even de inhoud ervan samen: kort na de geboorte van haar dochtertje wordt de luiaard Luana door poema’s verslonden en het meisje Xada blijft verweesd achter.

De laatste beelden die ik van Xada te zien kreeg, staan nog steeds op mijn netvlies gegrift: ze scharrelde hulpeloos rond onder de boom waarin ze met haar moeder woonde en slaakte deerniswekkende piepgeluidjes, die me dusdanig in het gemoed grepen dat ik in grote droefenis raakte.

Sindsdien verkeerde ik in het ongewisse omtrent het lot van dat arme luiaardkindje, tot gisterenmiddag het televisiescherm opgloeide om me op een documentaire te vergasten. Wie kroop daar piepend van ellende en affectieve verwaarlozing door het Amazonewoud? Onze ouderloze Xada. Toen ze na lang zoeken haar moeder niet vond, klauterde ze in een hoge boom en vrat die helemaal kaal, waarna ze verhuisde. Ze ontbladerde boom na boom en op een mooie dag kwam ze bij een rivier, die ze niet zonder moeite overstak. De boom op de andere oever huisvestte evenwel al een andere luiaard: een ouder mannetje, dat echter grote gastvrijheid tentoonspreidde en zich over Xada ontfermde.

Mijn ongezonde fantasieën vertellen me dat het ongetwijfeld een oude bok was die nog wel een groen blaadje lustte, maar dat is mij dan lekker worst. Ik ben heel blij dat Xada alsnog goed terechtgekomen is.  

Vreugde met een dompertje

Ik ben altijd al een stipt mens geweest en gisteren was ik zo mogelijk nog stipter dan anders. Ik zat al om halfacht in de wachtzaal van de afdeling radiologie, zodat ik als een der eersten aan de beurt zou komen als de fotografen om kwart over acht aan de slag gingen. Ze hadden me daar lelijk bij mijn pietje, want ik zou pas om kwart voor negen allerhande plastische poses mogen aannemen. Ik kon de tijd doden met de ruim zeshonderd boeken die ik meegebracht had en die zich gelukkig  allemaal in mijn e-reader van Sony ophielden.

sonyreaderNa de fotosessie repte ik me naar de afdeling orthopedie, waar ik om negen uur een afspraak had met de snijdokter die mijn dijbeen van allerhande ijzerbeslag voorzien heeft. Zoals het een chirurg betaamt, liet ook hij bijna twee uur op zich wachten. Toen ik mijn voorraad lectuur opdiepte om die tijd door te komen, bleek het leestoestel opeens niet meer naar behoren te werken. Op de afbeelding hiernaast kunnen jullie links zien wat zo’n apparaat hoort te vertonen en rechts wat ik voor ogen kreeg: een scherm met zwarte vegen en strepen, alsof de inkt doorgelopen was. Aangezien het ding geen enkele ruwe manipulatie ondergaan had, kan ik enkel besluiten dat de stralingen en golven, die tijdens het nemen van de röntgenfoto’s vrijkomen, dit euvel moeten veroorzaakt hebben.

Zodoende ben ik pas tegen de middag thuisgekomen met een onherroepelijk naar de vaantjes zijnde e-reader, maar ik mag wel mijn geteisterde onderdaan gebruiken, al dient dat vooralsnog met de nodige omzichtigheid te gebeuren. Als alles goed blijft gaan, zal ik over vier tot vijf weken opnieuw ronddartelen als een veulen, voorspelde de arts. Nu ja, hij drukte het minder plastisch uit, maar hij is dan ook geen plastisch chirurg.