Categorie: Humeurpijn

Wel gekakel, maar geen eieren

Ze zijn met velen, die ieder jaar opnieuw en vooralsnog tevergeefs van een white christmas dreamen. Ik hoor daar niet bij. Neen, ik droom van een witte Pasen, meer bepaald van witte paaseitjes met een smeuïge vulling van pistachecrème. Om die droom te verwezenlijken begaf ik maar een supermarkt van Colruyt en wendde daar mijn rasse schreden naar hun zogenoemde Choklabar, waar zich in groten getale allerhande eitjes ophielden … om vast te stellen dat alle bakken met witte exemplaren leeg waren. Ik vloekte binnensmonds en keutelde naar het rek van Milka, maar ook daar ontbraken de maagdelijk blanke chocolaatjes. “Wel godverdomme hier en gunter”, mompelde ik mistevreden.

Ik zocht noodgedwongen mijn heil in twee andere winkels, om er eveneens bot te vangen, of de duvel ermee speelde. Nu ben ik thuis, zonder witte eitjes. Ik ben daar in die mate misnoegd over dat ik me van een nogal platte Vlaamse uitdrukking moet bedienen om er lucht aan te geven:
Ze mogen die witte eitjes aan hun gat plakken!!

Hèhè, dat lucht op.

Naweeën

De kerstliederen zijn gekweeld, de heilwensen voor 2015 kwistig uitgesproken en ondertussen heb ik ook al mijn verjaardag gevierd, al lijkt gevierd me toch een beetje een overstatement.

We schreven zondag, gisteren, en ik bevond me in de aankomsthal van de luchthaven, waar ik op mijn bagage wachtte en bleef wachten, want mijn koffer was kennelijk niet met me meegereisd. Er stak een licht onbehagen in me op. Wat zeg ik? Ik ergerde me ongeveer een ongeluk en kweet me mokkend van de paperasserie die met dergelijk wissewasje gepaard gaat. Vervolgens spoedde ik me naar huis.

Toen ik de deur ontsloot en binnentrad, werd ik meteen besprongen door de jankende geluidjes van twee in ademnood verkerende toestellen. Mijn poespas ─ ik bedoel de persoon die tijdens mijn afwezigheid op mijn poezen past ─ had de deur van de diepvrieskast niet goed gesloten, waardoor de hele inhoud ontdooid was en derhalve rijp voor de vuilnisbak: een regelrechte wandaad voor iemand die nooit voedsel verspilt of weggooit. De kamerthermostaat van de centrale verwarming veroorzaakte het tweede alarm. De batterijtjes waren totaal uitgeput en stonden op het punt de geest te geven, zodat het apparaatje luidkeels gillend om hulp riep.

Niet veel later probeerde ik een document aan mijn printer te ontfutselen, maar het papier stremde en ik zat ruim een kwartier te kleuteren en te peuteren om dat euvel te herstellen. Toen ik er kort daarna ook niet in slaagde om het bedieningspaneel van mijn blog te bereiken, was ik helemaal ontworteld.
“Nu heb ik toch even een knuffel nodig!” riep ik en omdat er niemand aanwezig was om me die te verstrekken vervolgde ik: “Waar is mijn teddybeer?”

Humo, Telenet en consorten

Ik was net bij de krantenboer en heb daar ontdekt dat het weekblad Humo opnieuw en nog maar eens op nogal stiekeme wijze zijn prijs met twintig cent verhoogd heeft en nu € 3,50 kost. Twintig cent, het lijkt een peulschil, maar omgerekend naar onze vroegere munt is dat toch acht frank en dat klinkt al minder futiel. En maar klagen dat ze steeds minder boekjes aan de man/vrouw vermogen te brengen. Wel, ik heb vandaag mijn laatste Humo gekocht, want eigenlijk gebruik ik die toch enkel om de televisieprogramma’s te raadplegen, die ze de laatste tijd trouwens zeer onvolledig en gelardeerd met talloze onjuistheden weergeven. Ik zal voortaan een boekje met blote madammen kopen. Nee, niet voor de interessante reportages, maar voor de prentjes.

Net als duizenden anderen heb ik van Telenet een bericht gekregen dat ik vanaf half januari ongeveer drie euro meer zal moeten betalen voor de diensten die ze mij verstrekken, te weten internet, kabel, digitale televisie en het gebruik van een digicorder. Ik betaal ondertussen al meer dan zeventig euro per maand voor die snuisterijen en dat vind ik eerlijk gezegd enigszins overdreven, vooral ook …

… omdat ik gisterenmiddag naar het televisiejournaal zat te kijken en de uitzending herhaaldelijk gedurende ettelijke minuten onderbroken werd omdat ze, luidens een mededeling op het scherm, de software aan het bijwerken waren. Kunnen ze daarvoor geen geschikter moment uitkiezen, zoals bijvoorbeeld het holst van de nacht?

… omdat ik onlangs een beroep diende te doen op hun helpdesk wegens een akkefietje met een van mijn mailadressen. Voor dergelijke interpellaties moet je nog steeds een betalend telefoonnummer gebruiken en je hebt al een paar minuten nodig om de keuzelijst te doorlopen, waarna ze je met een muziekje opzadelen, dat ze doorspekken met de mededeling dat alle medewerkers bezet zijn. Het duurde zeker vijf minuten voor ik een dame of een juffrouw aan de lijn kreeg. Ik durf niet te beweren dat ze met een spraakgebrek worstelde, maar ze had of een vervaarlijk accent, of ze sprak een nogal ondoordringbaar dialect. Ik had in alle geval de grootste moeite met de variant van het Nederlands waarin ze zich onverstaanbaar maakte. Bovendien werd ze nauwelijks gehinderd door enige kennis van zaken. Na veel vijven en zessen was mijn probleem natuurlijk opnieuw en nog maar eens niet de schuld van Telenet en mocht ik beschikken. Daar stond ik dan met mijn goeie gedrag. Ik was aan gesprekskosten ongeveer zeven euro armer en nog even wijs als voorheen. Volgens mij is het buitengewoon moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk om Telenet op een fout te betrappen. Perfectie mag dan misschien niet van deze wereld zijn, maar zij benaderen die toch heel dicht.

Even afblazen

Ik ben in een humeur dat me naar een drankhol kan drijven. Hoe dat zo komt? Wel, ik heb mijn jaarlijkse afrekening voor gas en elektriciteit gekregen en ik ben niet bepaald in mijn nopjes met het bedrag dat ik moet betalen. Ik heb de indruk dat men me niet enkel de verbruikte energie aanrekent, maar dat ik in een moment van onoplettendheid en dus zonder het te beseffen een kerncentrale heb gekocht.

Ook ben ik niet onverdeeld gelukkig met de gang van zaken tijdens het boodschappen lopen. Ik pleeg hier af en toe de loftrompet te steken over en met het wierookvat te zwaaien voor de supermarkten van Colruyt, maar vanmorgen stuitte ik er toch op een aantal dingen die me behoorlijk irriteerden.
– Als je er voor negen uur arriveert, zijn de rekken van de slagerij nog grotendeels leeg.
– Ook in de andere afdelingen ontbraken nogal wat artikelen die ik op mijn lijst had vermeld. In deze digitale tijden moet het toch mogelijk zijn om dergelijke hiaten te voorkomen, denk ik zo.
– Bovendien heeft Colruyt de uitermate vervelende neiging om koopwaar van plaats te veranderen. Dat is niet alleen lastig omdat het winkelen op die manier in een soort speurtocht verandert, maar in mijn geval moet ik ook iedere keer de herschikking op mijn computer doorvoeren. Ik beschik namelijk over een uitermate handig programma waarmee ik mijn boodschappenlijst aanmaak en dat zo ingericht is dat het nauwgezet mijn rondgang in de supermarkt volgt. Als ze hun inboedel verhuizen moet ik telkens met de posten gaan schuiven en ik heb wel wat beters te doen.
– De rekken zijn vaak te hoog voor mijn persoontje van slechts 170 cm lengte. Ik moet regelmatig op zoek naar zo’n oranje opstapje of me op een aluminium ladder wagen. Wie mij kent, weet dat dit ooit faliekant moet aflopen.
– Ik heb een gruwelijke hekel aan die zwiepende plastic flappen waar je doorheen moet als je de koelafdeling wilt betreden of verlaten. Als ik in aanraking met die vieze lellen kom, begin ik steevast te kippenvellen.

Zo, dat wou ik eens gezegd hebben. Hèhè, dat lucht op!

Help!

De stulp waarin ik al jaren met een tevreden gemoed en in eenvoud des harten bivakkeer, heeft me tot voor kort zo weinig zorgen gebaard, dat ik me regelmatig in de handen wreef dat het knerste. Een paar weken geleden ontdekte ik echter verontrustende vlekken op de onderste rand van enkele muren. Omdat ik op velerlei gebied een volslagen leek ben, nodigde ik een deskundige uit, die naar hijzelf beweerde onderlegd was in de calamiteiten waaraan bouwsels ten prooi kunnen vallen. Hij onderzocht mijn woning, gebruik makend van allerhande toestellen, die voorzien waren van verklikkende lampjes en alarmerende geluidssignalen produceerden, om vervolgens zijn diagnose te stellen: opklimmend vocht, dat met de uiterste urgentie gestuit diende te worden, teneinde onherstelbare schade te voorkomen.

Gisteren verscheen deze deskundoloog opnieuw te mijnent. Met kleverige handelsreizigersvlotheid en de plichtmatige lach van een stofzuigerventer overhandigde hij me de offerte voor de behandeling. Ik flikkerde bijna van mijn stoel af.
“Is dat de prijs of uw telefoonnummer?” stamelde ik verbijsterd.

Alle worstjes op een stokje! Ik zal in broodsgebrek raken. Binnenkort liggen de muizen hier dood voor de kast en zie ik er zo versjofeld uit dat zelfs de mensen die honger lijden eten naar me gooien. Misschien kan ik maar beter mijn huisje verkopen en me ergens in het zonnige zuiden vestigen, waar men nog nooit van opklimmend vocht gehoord heeft.

Leedvermaak

Schadenfreude ist die schönste Freude, denn sie kommt von Herzen.*

Ik heb hem teruggezien: het asociale stuk chagrijn dat mijn jongensjaren versjteerde en dat ik vanuit mijn tenen haatte.

Ik ben allerminst een hoogvlieger op het gebied van wiskunde en aanverwante vakken, zoals bijvoorbeeld chemie. Ik kan weliswaar de hele periodieke tabel van Mendelejev uit het hoofd opdreunen ─ mijn reet articuleert niet zo lekker ─ maar als ik wat met die elementen moet aanvangen, gaat het steevast grondig fout. Toen ik tijdens mijn schoolopleiding de derde keer een scheikundelokaal betrad, veroorzaakte ik al een bedeesd ontploffinkje, waarna men me met aandrang verzocht om vooral niets meer aan te raken.

Wat wiskunde betreft, kan ik behoorlijk overweg met de vier hoofdbewerkingen. Bovendien beschik ik over een japannertje, dat gretig dergelijke klusjes voor me klaart, al is dat in mijn geval vermoedelijk een verenigdstatertje, want het ding heet Texas Instruments. Zodra er echter algebra of driehoeksmeting aan te pas komt, raak ik compleet het noorden kwijt. Hoe en waarom die tweetjes en drietjes van de hak op de tak springen, is me nu nog steeds een raadsel.

Als ik iets niet begrijp, kan het licht gebeuren dat mijn aandacht verslapt en als mijn aandacht verslapt, ligt verstrooidheid om de hoek. Het was tijdens zo’n verstrooide bui dat een leraar me ongemerkt — hij bevond zich namelijk achter mijn rug — besloop en me een formidabe draai om de oren gaf, die ik totaal onvoorbereid in ontvangst nam. Ik schrok me tureluurs en het zit me blijkbaar nog steeds hoog, want …

… ik heb die dinosaurusdrol teruggezien en constateerde vergenoegd dat hij buitengewoon lelijk oud geworden is.

*Leedvermaak is het mooiste vermaak, want het komt uit het hart.

Laag

Ik heb ter gelegenheid van haar verjaardag een fraai bloemstukje bij mijn zus achtergelaten. Ze vertoeft al ettelijke jaren in het dorp van de eeuwige vakantie, waar ze met ma en pa een graf deelt.

Nu ben ik nogal licht geneigd om flora van allerlei slag mooi te vinden. De juistheid van de bewering ‘fraai bloemstukje’ zou dan ook aan twijfel onderhevig kunnen zijn, ware het niet dat ik op weg naar het kerkhof een vriendin tegen het lijf liep, die bij het aanschouwen van wat ik transporteerde een hand voor de verbaasde mond sloeg en riep: “Ho, wat is dat een fraai bloemstukje!” Als zij toen loog, dan ik nu ook.

Ik zou dit schrijfsel met een foto van het bloemstukje in kwestie kunnen verluchten, zodat jullie er zelf een oordeel over kunnen vellen, maar het ornamentje is verdwenen. Men heeft het ontvreemd, om niet te zeggen gestolen. Dat is nu al de derde keer dat iemand zich aan de rustplaats van mijn dierbaren vergrijpt. Zoiets zit me echt niet lekker en ik kan het ook op geen enkele manier billijken. Sommige mensen kennen werkelijk geen fatsoen.

Bedrieglijk

Volgens mijn horoscoop zou ik me gedurende enkele dagen onder een gelukkig gesternte bevinden en had ik zelfs kans om in de prijzen te vallen. Ik kwam reeds in een luxueuze stemming en er verschenen zowaar al eurotekens in mijn ogen, dus begaf ik me met gezwinde tred naar de krantenboer en investeerde daar € 25,50 in twee krasbiljetten van Presto en een deelnemingsbewijs voor de trekking van Euro Millions.

Het krassen van de biljetten leverde me geen cent op en ook de euromiljoenen gingen aan mijn neus voorbij. Groot was mijn teleurstelling, maar toen las ik een verheugende mededeling op de kassabon: miskoop

NIET TEVREDEN. GELD TERUG!
Je krijgt 365 dagen bedenktijd.
Was je aankoop een miskoop?
Kan gebeuren.
We betalen je met de glimlach terug.

Ik spoedde me opnieuw naar de krantenboer, om terugbetaling te krijgen van mijn waardeloze krasbiljetten en lottoformulier. Ze hadden me daar zien komen!

De bewering dat ze me met een glimlach zouden terugbetalen is een compleet loze bewering. Ze betaalden me niks terug en er kon zelfs geen glimlachje af. Is het verspreiden van misleidende slogans dan niet strafbaar?

Strontzaak

We zaten met ongeveer z’n vijftienen onder fleurige parasols op een terras, zij het niet echt in jolig groepsverband, want we kenden elkaar niet. Op de pleinachtige toestand die zich voor ons uitstrekte, verscheen een man die een hond aan de lijn had van een model waarop ik niet meteen een merk kon plakken. Hij merkte ons op, bombardeerde ons waarschijnlijk tot zijn publiek en liet de viervoeter wat kunstjes opvoeren: liggen, rollen, zitten, pootjes geven, blaffen … Tussendoor vergewiste hij er zich telkens van of we wel naar hem keken en of hij misschien een staande ovatie in de wacht zou slepen. Hij kreeg zelfs geen applausje. Hij kwam naar ons toe en probeerde ons te epateren met de mededeling dat hij al bijna drie jaar iedere week een hondenschool bezocht, teneinde het dier in gehoorzaamheid te trainen. We waren er geen van allen kapot van.

Tien minuten later ontmoette ik hem in het park, waar zijn metgezel bezig was een nieuw kunstje op te voeren: in hurkzit een knoeperd van een drol uit het poepgat persen, waarna de kynoloog doodgemoedereerd zijn weg vervolgde zonder de troep op te ruimen.
– “Bestaan er ook scholen waar ze hondenbezitters dresseren en ze leren om de uitwerpselen van hun dieren op te ruimen?” riep ik hem toe.
Hij keek buitengewoon agressief uit zijn kop. Het zal nog eens zo gaan dat ik de duivel in iemand wakker maak, zodat hij tot handgemeen overgaat of zelfs zijn hond op me aansart. Ik kan het gewoon niet laten. Het is sterker dan mezelf …

… want bestaat er een smeriger karweitje dan kokhalzend stront van schoenzolen schrapen?

Waar is mijn vuvuzela?

juichpakZe slaan er ons nog net niet mee om de oren, maar we kunnen er onmogelijk naast kijken, of er doof voor blijven. Ik heb het over de voetbalgekte. Eerst was er gedurende weken een hoop heisa over wie er in Belgenland de landstitel zou behalen. Nu een Brussels clubje daar eindelijk in geslaagd is, tot spijt van wie ’t benijdt, moeten we met zijn allen willens nillens in het harnas om onze nationale ploeg, De Rode Duivels, een vruchtbaar verblijf in Brazilië te waarborgen. Men omspint ons met reclameboodschappen, slogans en niet in het minst een aanbod van een dure snuisterijen, zoals daar zijn vlaggen, shirts, sjaals, koelhouders voor blikjes, kaartspelen, polsbandjes, sleutelhangers … tralala en reldeldel. De supermarkt waar ik regelmatig kom, heeft zowaar een aantal gunstig gelegen, want in het oog springende schappen met dergelijke gadgets volgestouwd. En de kinderen maar jengelen. En hun ouders maar pogingen ondernemen om dat rek te omzeilen.

In Nederland, dat eveneens aan het Braziliaanse gebeuren mag deelnemen, heeft een stylist, Roy Donders, het zowaar bestaan om een uniseks huispak te ontwerpen, waarmee men zich feestelijk kan uitdossen om het WK in stijl te beleven. Hij heeft het kledingstuk de naam ‘juichpak’ meegegeven. Dat verzin je toch niet! Het staat nog te bezien of er daarginds veel te juichen zal vallen, maar los daarvan vind ik toch dat het niet nog gekker moet worden.

Hoewel voetbal bij mij op een volslagen gebrek aan belangstelling kan rekenen, betreur ik het toch ten zeerste dat men, officiële instanties incluis, De Rode Duivels steeds vaker The Red Devils noemt. Dat zou naar verluidt de internationale uitstraling ten goede komen. Het zal nog eens zo gaan dat The Red Devils het voorwerp van internationale spot en hilariteit zullen zijn. Let op mijn woorden.