Tag: tijd

Rampspoed … nu ja, spoed?

Met groeiend afgrijzen nam ik kennis van de jobstijding: het sterrenstelsel Andromeda stevent met een splijtende vaart van 400.000 kilometer per uur op onze Melkweg af en zal er frontaal mee in botsing komen. Deze gewelddadige confrontatie zal helaas niet zonder gevolgen blijven. De mogelijkheid bestaat immers dat de zon ─ onze steun en toeverlaat ─ uit haar baan wordt geslingerd naar een plaats waar ze ons niet meer kan bereiken, hetgeen het einde van alle leven op aarde zou betekenen en derhalve allesbehalve een prettig vooruitzicht is.

Nu hoeven jullie niet meteen paniekerig naar reisbureaus te hollen of voorbereidingen te treffen om per openbare raket naar een belendend galactisch stelsel uit te wijken, want de rampzalige gebeurtenis zal nog wel even op zich laten wachten …

… naar schatting vier miljard (4.000.000.000) jaar.

Tegen die tijd dragen de koeien een broek en kunnen de vissen fietsen.

Voorjaar

Vanavond, vannacht of uiterlijk morgen kunnen we met zijn allen weer uitgebreid aan de slag met klokken, horloges, uurwerken, pendules en wat dies meer zij. De zomertijd is aangebroken en dat zullen we geweten hebben. Ik blijf er een fervente tegenstander van, maar ik leg er mij bij neer en ook te mijnent zal het vannacht om twee uur plots drie uur zijn, als ik tenminste het daarmee gepaard gaande klimmen en klauteren overleefd heb.

Ik kan jullie tevens mededelen dat ik in blijde verwachting ben. Daar kijken jullie van op, hè? Nee, ik zal de wereld en de wetenschap niet verbazen door een klein mensje uit mijn lichaam te persen, want ik heb geeneens een baarmoeder, maar morgen, 25 maart, is het zwaluwendag. Volgens de overlevering zouden deze fraaie vogels rond deze tijd uit het zuiden terugkeren, al leert de ervaring dat dit meestal enkele weken later gebeurt. Ik koester desalniettemin goede hoop dat de drie nesten onder mijn dakgoot eerlang weer bewoond zullen zijn. Het verheugt mij ieder jaar weer. Ik was eigenlijk van plan om mijn gevleugelde gasten een feestelijk welkom te verschaffen, door hun woninkjes met wat versierselen op te smukken, maar vanwege mijn hoogtevrees durf ik geen ladder op. Daarom heb ik besloten om me dit jaar tot een welkomstlied te beperken dat ik, met mijn poezen als achtergrondkoortje, zal aanheffen zodra mijn logés hier neerstrijken. We zijn al volop aan het repeteren.

De vroede vaderen van mijn woonplaats hebben beslist een toelage te geven aan wie onderdak verschaft aan zwaluwgezinnetjes. Wie tot drie nesten huisvest, strijkt 25 euro op; voor vier tot tien nesten ontvangt men 50 euro en meer dan tien nesten is goed voor 100 euro. Men stelt tevens kunstnesten ter beschikking van wie graag zijn steentje wil bijdragen om de populatie te verhogen. Ik vind dit een lovenswaardig initiatief en niet alleen omdat ik er beter van word.

Kutbedrijf

Met frisse tegenzin ─ in West-Vlaanderen is dat met een lang gat ─ begaf ik me gisterochtend naar de supermarkt om proviand in te slaan. Het zal nooit een van mijn favoriete bestemmingen en bezigheden zijn, maar als alleenstaande heb je het vaak niet voor het kiezen, hoewel de benaming vrijgezel iets anders doet vermoeden. Ik kan jullie verzekeren dat deze vlag op geen enkele manier de lading dekt.

Tot overmaat van ramp hadden ze de winkel compleet herschikt: alles naar den aard, maar geen stuk op zijn plaats. Samen met tientallen anderen liep ik me het ongans te zoeken, binnensmonds te sakkeren en ja, zelfs met luider stem mijn ongenoegen over het gesol met klanten kenbaar te maken. Als ik anders ongeveer een halfuur nodig heb om mijn rondgang te maken, ben ik nu vijftig minuten onderweg geweest. Ja zeg, ik heb wel wat anders te doen! Ik keerde absoluut niet tevreden terug, maar nu misbruik ik waarschijnlijk de slogan van een andere winkelketen.

Mijn pc is voorzien van een programmaatje dat mijn boodschappenlijst genereert en zo ingesteld is, dat het bij het opsommen van de artikelen nauwgezet mijn scheervlucht door de winkel volgt. Ik heb uren gespendeerd om het zo te krijgen, maar vanwege die verhuiswoede mag ik nu dus herbeginnen.

Kijk, ik vel niet zo licht een oordeel, maar nu moet het me toch even van het hart:

COLRUYT  IS  EEN  KUTBEDRIJF !

Zo! Hèhè, dat lucht op.

Een leeg uurtje

─”Japanners zijn rare snuiters”, meende de dame die naast me aan tafel zat. “Ze bemoeien zich met alles en ze houden van onnatuurlijkheid. Ze kunnen geen plant of dier zien, of ze knoeien er met hun perverse handjes aan, tot er softenonachtige misvormingen ontstaan: goudvissen met blazige ogen in wrattenkoppen, het lichaam voorzien van vreemdsoortige schubben, wapperende vinnen en onbruikbare sluierstaarten; bomen die in hun groei gestuit zijn en van hun eerste jaar af zo verminkt worden dat ze na honderd jaar nog in een bloempotje passen …”
─”Dan zijn wij nog raardere snuiters”, stak ik de hand in eigen boezem. “Wij laten zelfs de tijd zijn gang niet gaan en moeten er, op bevel van hogerhand, twee keer per jaar een ingreep op toepassen die op velen, en alleszins op mij, een storende uitwerking heeft.”

Ik heb het al eerder gezegd en geschreven: dat gesjoemel met de tijd is niet goed voor mijn algemene welbevinden. Mijn hele kadaster raakt erdoor in de war. Het gooit mijn circadiaans ritme overhoop, het ontregelt de biologische klok die mijn leven bestiert en dan voel ik me pagadetterig. Ik pleeg ’s morgens omstreeks halfzes automatisch te ontwaken. Nu lig ik om halfvijf al te koekeloeren, hetgeen een onwelvoeglijk uur is.

We moeten met onze gore fikken van de tijd blijven, want laten we wel wezen: het is de enige vastigheid die ons rest. Afschaffen dus, die handel!

Werkloos

Op mijn pc houd ik een paar agenda’s bij en zo heb ik er ook een bij Google, die dan ook Google Agenda heet, hetgeen ik een zeer logische naam vind. Beter had zelfs ik het niet kunnen verzinnen. Wat zitten er toch schrandere lui bij dat bedrijf.

Zo’n Google Agenda mag dan misschien ietwat stroef in de omgang zijn, toch is het een uitermate handig instrument. Wat ik vooral op prijs stel, is dat er zich iedere morgen iemand de moeite getroost om mij een e-mail te sturen, teneinde mij mede te delen wat er die dag allemaal te gebeuren en mij te doen staat. Exact om zeventien minuten over vijf duikt dat bericht mijn mailbox binnen. Het weze mij toegestaan om het een beetje een merkwaardig tijdstip te vinden. Op dat onchristelijke uur lig ik immers meestal nog in de armen van Morpheus, of in de armen van iemand anders als ik de avond voordien wat geluk gehad heb. Het vreemdste vind ik echter die zeventien minuten. De onregelmatigheid van dat getal wekt zelfs wat wrevel bij me op, omdat ik een uur in kwartieren pleeg in te delen en niet in minuten. Je zult mij bijvoorbeeld nooit horen zeggen: ik zal je om dertien minuten voor vier telefoneren, of ik kom om achtentwintig minuten over zeven naar je toe. Bij mij is dat kwart voor vier, of halfacht.

Maar goed, ik wil niet hakketakken. Ik mag al blij zijn dat iemand mij die mail wil sturen en derhalve al volop aan het werk is, terwijl ik lig te maffen. Als ik dan het ledikant ontstijg en tijdens de rituelen van iedere ochtend mijn pc aanzet, klik ik meteen ook die mail open, zodat ik weet waar ik aan toe ben. Toen ik dat vanmorgen deed, viel mijn mond open van verbazing en klapte daarna ongebruikt weer dicht, want ik las: Je hebt geen geplande afspraken voor vandaag.

Dat is me nog nooit overkomen. Meestal krijg ik een lijst voorgeschoteld met een heleboel onaangename taken en enkele aangenamere bezigheden, maar vandaag heb ik kennelijk helemaal niets te doen, dus zit ik me nu af te vragen wat ik vandaag eens zal doen. Da’k het niet weet!

Hossen tot het ochtendgloren

Naar verluidt, kon men in tempo doeloe in ieder dorp een of meerdere smidsen vinden. Ik heb me hier en in de belendende negorijen zowat ongans gezocht, maar ik heb nergens zo’n smoezelige werkplaats aangetroffen, om nog te zwijgen van het erbijhorende smidje, dat volgens de overlevering en een aan hem gewijd lied hele dagen met grote opgetogenheid en helder stemgeluid van tokke tokke tok en kloppe kloppe klop zong.

Ik had me nochtans voorgenomen om vanmiddag wat grootse plannen te smeden voor het jaar dat er zit aan te komen, maar moet daar derhalve noodgedwongen van afzien. Ik zal me moeten beperken tot wat goede, indien al niet flinke voornemens, waarvan vermoedelijk toch weinig of niets terecht zal komen, want ik ken mezelf een beetje en ben het met Willem Elsschot eens:

Tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren.

Maar goed, vannacht dienen we uiting te geven aan de toch wel relatieve vreugde die een jaarwisseling met zich meebrengt. We zetten bijgevolg de knop op lol en duiken met zijn allen dartel het jaar 2011 in, op hoop van zegen.

Ik wens jullie alvast een geslaagde overstap.

Woeps!

Jullie zullen er allicht net zo min wat van gemerkt hebben als ik, maar tijdens de voorbije nacht ─ exact om 00.38 uur ─ heeft de astronomische winter zich op gang getrokken. Niettegenstaande de gure weersomstandigheden van de laatste weken is het barre jaargetijde nog maar net begonnen.

Vandaag is het dus letterlijk kort dag en zoals ik enkele weken geleden al schreef:

Van morh’n voart lang’n de doah’n iest met e tumelette van ne luus en tonne met e sproengsje van e vlooje.
Vanaf morgen lengen de dagen eerst met een koprol van een luis en daarna met een sprongetje van een vlo.

Jullie kunnen zich ongetwijfeld voorstellen dat die turnoefeningetjes bij zulke minuscule diertjes slechts heel weinig tijd in beslag nemen.

“Alle beetjes helpen”, zei de mug en ze piste in de zee. Even aangorden nu. Binnen de kortste keren schrijven we 21 maart 2011 en dat is de dag waarop deze winter plaats zal ruimen voor een nieuwe lente en het daarmee gepaard gaande nieuwe geluid.

Weet je wat ik doe? Ik zal straks verlekkerd in reisbrochures vlooien en vast plannen  maken om dartel in de geblondeerde zomer van 2011 te duiken. Dat lijkt me een geschikte bezigheid om een nogal droefgeestige woensdag in de winter wat op te leuken.

Maar eerst maak ik met veerkrachtige tred een fikse wandeling langs hetgeen er nog overblijft van de stemmige sneeuwtaferelen …