Voorjaar

Vanavond, vannacht of uiterlijk morgen kunnen we met zijn allen weer uitgebreid aan de slag met klokken, horloges, uurwerken, pendules en wat dies meer zij. De zomertijd is aangebroken en dat zullen we geweten hebben. Ik blijf er een fervente tegenstander van, maar ik leg er mij bij neer en ook te mijnent zal het vannacht om twee uur plots drie uur zijn, als ik tenminste het daarmee gepaard gaande klimmen en klauteren overleefd heb.

Ik kan jullie tevens mededelen dat ik in blijde verwachting ben. Daar kijken jullie van op, hè? Nee, ik zal de wereld en de wetenschap niet verbazen door een klein mensje uit mijn lichaam te persen, want ik heb geeneens een baarmoeder, maar morgen, 25 maart, is het zwaluwendag. Volgens de overlevering zouden deze fraaie vogels rond deze tijd uit het zuiden terugkeren, al leert de ervaring dat dit meestal enkele weken later gebeurt. Ik koester desalniettemin goede hoop dat de drie nesten onder mijn dakgoot eerlang weer bewoond zullen zijn. Het verheugt mij ieder jaar weer. Ik was eigenlijk van plan om mijn gevleugelde gasten een feestelijk welkom te verschaffen, door hun woninkjes met wat versierselen op te smukken, maar vanwege mijn hoogtevrees durf ik geen ladder op. Daarom heb ik besloten om me dit jaar tot een welkomstlied te beperken dat ik, met mijn poezen als achtergrondkoortje, zal aanheffen zodra mijn logés hier neerstrijken. We zijn al volop aan het repeteren.

De vroede vaderen van mijn woonplaats hebben beslist een toelage te geven aan wie onderdak verschaft aan zwaluwgezinnetjes. Wie tot drie nesten huisvest, strijkt 25 euro op; voor vier tot tien nesten ontvangt men 50 euro en meer dan tien nesten is goed voor 100 euro. Men stelt tevens kunstnesten ter beschikking van wie graag zijn steentje wil bijdragen om de populatie te verhogen. Ik vind dit een lovenswaardig initiatief en niet alleen omdat ik er beter van word.

The Author