Categorie: Abuis

Bijna juist ─ 14

Deze techniek bevindt zich nog in een experimenteel stadion.
(Als ik De Rode Duivels in een stadion bezig zie, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat hun speltechniek zich nog in een experimenteel stadium bevindt.)

De pianovirtuoos speelde de sterren van de hemel en ik was zeer onder de indruk van zijn genitaliën.
(Als hij tijdens het spel ook zijn elfde vinger gebruikte, getuigt dat inderdaad van genialiteit.)

Het paard grinnikte toen ik de stal betrad.
(Toen ik dit las, moest ik toch even hinniken.)

Het gedrag van de Turkse jongeren was moren op de kolen van extreem rechts.
(Met koren op de molen kom je niet in het nieuws.)

De jongen ontpopte zich ras tot een anusje-van-alles.
(Is dat een gelijkslachtig geaard manusje-van-alles?)

Bijna juist ─ 13

We hebben het contract minuscuul nagekeken.
(Zelfs de minutieuze lettertjes)

Ik laat niet vaak het achterste van mijn tong horen.
(Het is toch maar gerochel)

Er is volgende week een feestje voor oude vandagen gepland.
(Ongetwijfeld ter gelegenheid van nieuwe jaren)

Ik gaf de hond een snoepje en die liet zich toenaaien.
(Kon hij niet meer bijten)

Jozef van Arimatea zorgde samen met Nico De Mus voor de graflegging van Jezus.
(Zijn bijnaam was Domme Nick)

Tijdens de kerstdagen ben ik altijd een beetje centimenteel.
(Al kan dat jullie wellicht geen sent schelen)

Het belazeren van de kluit

diefEr zijn tijdens de voorbije weken nogal wat inbraken gepleegd in het dorp waar ik hoofdkwartier houd, in die mate zelfs dat men over een plaag spreekt.

Aangezien ik op een afgelegen plek woon en bovendien meestal helemaal alleen in mijn optrekje vertoef, ben ik waarschijnlijk een makkelijke prooi voor boeventuig en leden van de langvingerige gilde. Ik vermoed dat ze mijn doen en laten in de gaten houden en daarom probeer ik ze te misleiden, door een armoedige indruk te wekken en er zo onvoordelig mogelijk uit te zien, al hoef ik daar eigenlijk niet echt veel moeite voor te doen. Ik poets mijn schoenen niet meer elke dag, met de vouw in mijn pantalon kan ik niet langer een taart in keurige punten verdelen en ik probeer hongerig te ogen als ik door het dorp fiets of wandel.

Afgaand op de haveloosheid die ik aldus tentoonspreid zullen de louche sujetten wellicht veronderstellen dat er te mijnent niet veel te rapen valt en mijn stulpje links laten liggen.

Ja, men kan veel over me zeggen, maar niet dat ik een achterlijk ezelsveulen ben.

Spottershuisje brandt ook

Ik bezoek af en toe een website waar men graag de draak steekt met en zich verkneukelt in de blunders en flaters die men her en der op internet aantreft. Onlangs waren ze geestig ten koste van een bankier die het adjectief astronomisch abusievelijk door gastronomisch verving. Terwijl ze daar de spot mee dreven, gingen ze echter zelf in de fout en niet zo’n klein beetje: met één pennenstreek veegden ze immers de stad Antwerpen van de Belgische kaart en verhuisden die naar … het Koninkrijk der Nederlanden. Als miskleun kan dat tellen.

antwerpen

Die volksverhuizing bleef vanzelfsprekend niet onopgemerkt. Men publiceerde ootmoedig een rectificatie en Antwerpen kreeg opnieuw zijn rechtmatige plaats in Belgenland toebedeeld. Of we daar nu eigenlijk echt blij mee zijn, laat ik in het midden. De troostende toevoeging dat het Belgische bier veel beter is dan dat van onze noorderburen is wel een opsteker natuurlijk.

antwerpen2

Tutoriseren

Op de televisie verscheen Ditte Van de Velde: de alom bekende, om niet te zeggen beroemde hoofdredactrice van het damesblad Libelle, waar ik dus nog nooit van gehoord had. Ze wilde meteen laten blijken dat ze een keurig netjes opgevoede dame van de wereld was, die bovendien van de hoed en de rand wist.
─”Mag ik Indra zeggen?” vroeg ze aan de lieftallige Indra Dewitte, die het programma presenteerde.

EtiquetteDat is natuurlijk doodzondigen tegen de etiquette, want zoiets hoort men absoluut niet te vragen. Het voorstel om iemand bij de voornaam aan te spreken dient van de aangesprokene zelf te komen en niet van degene die aanspreekt. Ditte had Indra dus als mevrouw Dewitte moeten aanspreken, tot Indra daar een eind aan maakte door bijvoorbeeld minzaam en met behoud van glimlach mede te delen: “Zeg maar gerust Indra, hoor.”

Ik merk dat velen deze regel met de voeten treden. Ze willen de indruk wekken dat ze weten hoe het hoort, maar ze gaan al meteen in de fout door een initiatief te nemen dat ze eigenlijk niet horen te nemen. Zelf heb ik het trouwens niet zo op aanspreektitels begrepen. Als het aan mij ligt, mag men die gerust afschaffen, van meneer tot sire en van mevrouw tot … eh … sirene.  Albert schijt net zo min marsepein als ik en Paola laat ook scheten, al doet ze dat wellicht op delicate wijze en in het Italiaans: Paola fa un peto delicato.

Ooit

slapenDe deurbel rukte me uit mijn slaap. Het meedogenloze geluid zinderde nog na in mijn kop. Het was halfvijf in de morgen. Ik wankelde in slaapdronken toestand de trap af en stond even later in de hal.
─”Wie is daar?” riep ik, want ik ben een uiterst voorzichtig mens.
Ik woon namelijk in een nogal grimmig bos en naar men beweert zijn zulke samenscholingen van bomen de favoriete pleisterplaatsen van ongure elementen, die bovendien vaak het daglicht schuwen en daarom bij voorkeur ’s nachts bij iemand aanbellen. Er kwam geen antwoord, dus loerde ik door het spionnetje naar wat er zich buiten afspeelde. Dat viel in één woord samen te vatten: niets!

In het grillige prentenboek van mijn dromen gaat de deurbel wel vaker. Dat klinkt telkens zo realistisch dat ik ontwaak en me naar beneden begeef, om daar te ontdekken dat ik me opnieuw en nog maar eens heb laten misleiden. Ik neem me voor om bij een volgende gelegenheid gewoon in bed te blijven. Of bij nader inzien toch maar niet. Ooit ─ als mijn reet kauwgum kan kauwen ─ gaat de bel misschien echt en staat Eva’s fraaiste nakomelinge op de drempel, die dan ook nog ─ hoe is het godsterwereld mogelijk?! ─ bereid is om zich met mij te vleze te begeven. Ik wil niet het risico lopen om zo’n kans te laten liggen. Dat zou doodzonde zijn, toch?

Ons is lief vir Afrikaans

Ik mag op VIER ─ dat is de buitengewoon originele naam van een televisiezendertje ─ graag naar ‘de SLIMSTE MENS ter wereld’ kijken, wat dan weer de ongemeen spitsvondige naam van een quiz is. Het programma geniet enige populariteit, want er mag al eens in gelachen worden, en het spreekt dus bijna vanzelf dat men geregeld een onderbreking inlast voor reclameblokken, die op hun beurt doorspekt zijn met weer een andere quiz: een interactief exemplaar, waaraan de kijker per smartphone of tablet kan deelnemen, en ‘de SNELSTE QUIZ ter wereld’ heet.

Het lijkt inderdaad een nogal ingewikkelde bedoening, maar desalniettemin zal het eenieder duidelijk zijn dat er uitzonderlijk snuggere titelverzinners bij dat televisiezendertje werken, hetgeen helaas niet gezegd kan worden van de dames en heren die de meerkeuzevragen voor de SNELSTE QUIZ bedenken. Af en toe willen ze immers weten hoe iets in het Zuid-Afrikaans heet. Wel, er is geen enkele kijker die daarop een correct antwoord kan geven, want Zuid-Afrikaans bestaat niet als taal. De speelse variant van het Nederlands die men in Zuid-Afrika spreekt, is geen Zuid-Afrikaans, maar simpelweg Afrikaans, zonder Zuid. 

Wij, Vlamingen en Nederlanders, hebben de neiging om dat Afrikaans ietwat hautain als een ondergeschoven kindje te beschouwen en te behandelen. Zeer ten onrechte! Het is een prachtige en charmante taal, die bovendien uitzonderlijk puur is gebleven. Waar wij op gemakzuchtige wijze klakkelings bastaardwoorden binnenhalen, zoeken de Afrikaanders onmiddellijk een geschikte pendant en daar zitten soms pareltjes bij, of echte vondsten. Maar dit terzijde … 

Knoop het in jullie oren, dames en heren van VIER: het is Afrikaans!

En mag ik jullie tot slot nog een goede raad geven?

afrikaans

Een knijpbriefje afvaardigen

neighboursIk zette de televisie aan om naar het nieuws van zes uur te kijken, maar dat zou nog bijna een halfuur op zich laten wachten. Om de tijd te doden vergastte men me op een aflevering van de Australische serie Neighbours. De omroepster gaf een beknopte samenvatting van hetgeen er stond te gebeuren. “Susan krijgt van alle kanten steun, nu bekend is dat zij en Carl gaan schijten”, zei ze.

Daar viel me toch de bek van open. Ik ben er me terdege van bewust dat we in vrijwel taboeloze tijden leven, maar daarom hoef je nog niet van de daken te schreeuwen dat je van plan bent om een bout uit te draaien. Er zijn grenzen. Ik besloot te kijken, niet omdat ik last heb van scatologie, want dat is geenszins het geval, maar omdat ik wilde weten waarom die Susan steun behoefde bij de intieme bezigheid die een bruine trui breien toch is, ook al doet ze dat kennelijk samen met ene Carl.

Jullie raden het al. Er was in heel die aflevering nergens een porseleinen pony te bespeuren, laat staan dat ik Susan en Carl hun ruggengraat zag verlengen. Omdat bleek dat ze van plan waren om te scheiden, vermoed ik dat de omroepster over haar tong gekakt had, om even bij het onderwerp te blijven. Ze zal zich wellicht versproken hebben, want ik weet heel zeker dat ze schijten zei.

Tja, de omroepsters zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.