Tag: fantasie

Lentekriebels

bank

Ik zat op een bank, geruggensteund door een leuning en met rugdekking van een metershoge haag, waarachter zich allicht frivoliteiten of toch zeker seksuele dadelijkheden voltrokken, want opeens hoorde ik een vrouwenstem zeggen:
“Allez vooruit kerel! Schiet eens een beetje op!”
Er volgde enig geritsel en wat gehijg, waarna de vrouw opnieuw het woord nam en mopperde:
“Ja zeg, komt er nog wat van of zal ik een langzame wals opzetten?”
Ik spitste weliswaar de oren, maar meer dan wat gesnuif vermocht ik niet waar te nemen.
“’t Is welletjes geweest!” zei ze toen ongeduldig. “Je hebt nu genoeg gesnuffeld.”

Gesnuffeld?!

Het werd stil aan de overkant, maar niet veel later liet een opening in de haag een meisje los. Ze had een hondje aan de lijn. Het snuffelde.

Er gaat geen dans voor eten

Ik was op stap met een vriendin en die loodste me op slinkse wijze een etablissement binnen, waar ik eigenlijk niet graag kom: een tearoom. De naam alleen al! Niet dat ik het beneden mijn mannelijke waardigheid vind, maar ik word er schier onophoudelijk geconfronteerd met lekker spul, waar ik me om gezondheidsredenen niet mag aan vergrijpen: pannenkoeken met suiker, wafels met slagroom, machtige ijsbekers en koket gebak passeren er de revue. Een ware beproeving.

danseresTerwijl ik braaf een koffie dronk, zat ik te likkebaarden dat het niet mooi meer was, omdat de vriendin zich wellustig met een verrukkelijk ogende tompoes bemoeide. Ondertussen hield ze een kwieke stroom van opgeruimd gebabbel gaande met de exotische, ietwat mollige dame aan het belendende tafeltje. Hun conversatie verliep in het steenkolenengels en ik besteedde er nauwelijks aandacht aan, want vrouwelijke gespreksonderwerpen boeien me slechts matig en bovendien was ik danig geobsedeerd door de slinkende tompoes.
─”Ze is een balletdanseres”, zei de vriendin, toen de dame zich even verwijderd had om haar neus te poederen.
─”Je meent het!” foeterde ik. “Heb je haar figuurtje al eens bekeken? Mijn fantasie is ongebreideld, maar ik slaag er toch niet in om me haar in een tutu voor te stellen.”

Toen haar buurvrouw verrichter zake terugkeerde, greep de vriendin waarschijnlijk terug naar het thema dat ze eerder al bij de kop hadden. De vermeende danseres graaide in haar handtas en diepte foto’s op, die mijn gezellin even later grijnzend aan me toonde.

In letters en uitspraak zijn ballet dancer en belly dancer nauw verwant, maar het is een wereld van verschil, al is een buikdanseres natuurlijk net zo goed een danseres als een ballerina.

Feestje

feestje

Waar was dat feestje? De rode richtingaanwijzer liet er geen twijfel over bestaan waar Ria zich aan de geneugten van feestgedruis overgaf. Ik volgde nauwgezet haar instructies en kwam niet veel later bij een met bonte ballons versierde woning terecht, waaruit blijmoedige stampmuziek opborrelde en joechjachende mensen zich onder het geplof van champagnekurken over van alles en nog wat verheugden. Ik sukkelde van de weeromstuit in een feeststemming en een goed humeur en probeerde me onder het gezelschap te mengen, maar dat feest ging niet door, omdat niemand me kende en omdat ik ook niet uitgenodigd was.

Kom daar nu eens om! Als ze een richtingaanwijzer op de hoek van de straat neerpoten, dan beschouw ik dat als een uitnodiging. Ze mogen het me vooral niet tegen maken of ze zouden weleens een hele kwaaie aan me kunnen hebben. En Ria mag wat mij betreft het moeras inzakken met haar onnozele feestje.

Lisa en de moordlustige croissants

croissantsEn het geschiedde op een gillend hete middag in het Californische San Diego …

Verschillende klanten van de supermarkt zagen Lisa in haar auto zitten: doodsbleek, de ogen gesloten en met beide handen het achterhoofd omvattend. Een man gaf blijk van enige bezorgdheid. Hij kwam naderbij, tikte op het portierraam en informeerde of alles in orde was. Lisa opende de ogen, zei dat iemand haar in het hoofd geschoten had en dat ze al meer dan een uur probeerde te verhinderen dat er hersens uit haar schedel vielen. De man schrok zich ongeveer een hartverzakking, maar waarschuwde toch meteen de hulpdiensten. Die verschenen met bekwame spoed en zagen zich genoodzaakt om een ruit te verbrijzelen, want het voertuig was gesloten en Lisa weigerde de handen van haar hoofd weg te halen.

Spoedig bleek dat er … tromgeroffel … een deegklomp aan Lisa’s achterhoofd kleefde. Een blik croissantdeeg dat op de achterbank lag, was vanwege de hitte ontploft, hetgeen een luide knal produceerde ─ het schot ─  en waardoor de inhoud ─ het deeg ─ haar tegen het hoofd smakte en daar bleef hangen. Toen ze op de tast probeerde te ontdekken wat er aan de hand was, voelde ze een weke massa en ze veronderstelde dat het haar hersens waren. Ze verloor heel even het bewustzijn, maar toen ze weer bij haar positieven kwam, had ze gedurende meer dan een uur geprobeerd haar vermeende hersens binnenshoofds te houden, tot er hulp opdaagde.

Ik vermoed dat Lisa aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd heeft. In het slechtste geval zouden er volgens mij toch niet al veel hersens uit haar kopje gevallen zijn, want wat er niet in zit, kan er niet uit vallen.

En nee, dit is geen broodjeaapverhaal, maar een waarachtig gebeurde anekdote.

De Schone en het Beest

Tijdens mijn ochtendwandeling kwam ik plots oog in oog te staan met een flink uit de kluiten gewassen huisjesslak, al mag je dat oog in oog gerust met een flinke korrel zout nemen, of het zou moeten zijn dat je niet op alle slakken zout wil leggen. Ik liet mijn fantasie de vrije loop en bedacht dat het buikpotige weekdier wellicht een heel leven nodig zou hebben om de afstand af te leggen die ik in een uur afhaspelde, als het al niet vermorzeld, verpletterd of vertrapt werd onder het rubber van banden of schoenzolen.

Mijn verbeelding schoot vleugelen aan: een huiveringwekkende close-up van een gemoesd overblijfsel drong mijn hersens binnen en dat was niet van aard om me op te vrolijken. Gelukkig kreeg ik toen een ongelofelijk lekker ding in het vizier: een mokkel dat niet alleen over fraai gedraaide poten en oren beschikte, maar ook over een stel … hu paard, je staat te schuimbekken; neem me deze oneerbiedigheden asjeblief niet kwalijk … ik kreeg een mensenverrukkend mooi wezen in de gaten, zodat mijn aandacht afgeleid werd en ik monter mijn weg en mijn levenspad vervolgde.

En zo beleefde ik toch nog een aangename dag.

Muzenissen

Ik stap vrijwel dagelijks naar het dorp, om er de aldaar gevestigde neringdoeners – bakker, slager, kruidenier, krantenboer, kroegbaas en wat dies meer zij – met een lucratief bezoekje blij te maken. Dat is een wandeling van heen en terug om en bij vier kilometer, maar ik probeer de tijd die ik onderweg ben nuttig te besteden. Mijn hersens zijn vrijwel ononderbroken bezig met het bedenken van fraaie zinnen of pakkende slogans, want dat is mijn vak. Tot voor kort gebeurde het vaak dat ik de vondsten die ik onderweg bij mekaar sprokkelde bij mijn thuiskomst vergeten was. Onlangs heb ik me echter een dictafoon aangeschaft en nu loop ik voortdurend met dat toestelletje te kleuteren, zodat er niets meer verloren gaat van de spitsvondigheden die ik tijdens het kuieren verzin.

Vanmorgen viel het me bijvoorbeeld op dat menigeen deze dag uitgekozen had om zich aan het fatsoeneren van allerhande vegetatie te wijden. Her en der hoorde ik het typische geluid dat elektrische snoeischaren plegen te maken en dat ik nog het best met het werkwoord snutteren kan omschrijven. Meteen bedacht ik een fraaie alliteratie die ik tevreden aan mijn dicteerapparaat toevertrouwde: de snutterende snoeischaren.

Toen ik opnieuw aan mijn schrijftafel zat, kwam ik tot de ontdekking dat de dikke Van Dale niet de minste aandacht besteedde aan wat in Vlaanderen snutteren heet: het op stuntelige wijze knippend versnipperen van iets. Jammer. Mijn stafrijm, de snutterende snoeischaren, had de titel van een nieuw Suske & Wiske-album kunnen zijn.

suske&wiske