Tag: conversatie

Er gaat geen dans voor eten

Ik was op stap met een vriendin en die loodste me op slinkse wijze een etablissement binnen, waar ik eigenlijk niet graag kom: een tearoom. De naam alleen al! Niet dat ik het beneden mijn mannelijke waardigheid vind, maar ik word er schier onophoudelijk geconfronteerd met lekker spul, waar ik me om gezondheidsredenen niet mag aan vergrijpen: pannenkoeken met suiker, wafels met slagroom, machtige ijsbekers en koket gebak passeren er de revue. Een ware beproeving.

danseresTerwijl ik braaf een koffie dronk, zat ik te likkebaarden dat het niet mooi meer was, omdat de vriendin zich wellustig met een verrukkelijk ogende tompoes bemoeide. Ondertussen hield ze een kwieke stroom van opgeruimd gebabbel gaande met de exotische, ietwat mollige dame aan het belendende tafeltje. Hun conversatie verliep in het steenkolenengels en ik besteedde er nauwelijks aandacht aan, want vrouwelijke gespreksonderwerpen boeien me slechts matig en bovendien was ik danig geobsedeerd door de slinkende tompoes.
─”Ze is een balletdanseres”, zei de vriendin, toen de dame zich even verwijderd had om haar neus te poederen.
─”Je meent het!” foeterde ik. “Heb je haar figuurtje al eens bekeken? Mijn fantasie is ongebreideld, maar ik slaag er toch niet in om me haar in een tutu voor te stellen.”

Toen haar buurvrouw verrichter zake terugkeerde, greep de vriendin waarschijnlijk terug naar het thema dat ze eerder al bij de kop hadden. De vermeende danseres graaide in haar handtas en diepte foto’s op, die mijn gezellin even later grijnzend aan me toonde.

In letters en uitspraak zijn ballet dancer en belly dancer nauw verwant, maar het is een wereld van verschil, al is een buikdanseres natuurlijk net zo goed een danseres als een ballerina.

Bekvechten

Het is van alle tijden: mensen die verrassend en spitsvondig uit de hoek kunnen komen. Omdat ik even geen tijd heb om zelf een stukje te plegen, beperk ik me vandaag tot vijf zeer door mij gesmaakte woordenwisselingen van illustere kostgangers der aardkloot.

William Faulkner over Ernest Hemingway:
Hij heeft nooit een woord gebruikt waardoor een lezer naar het woordenboek moest grijpen.
Ernest Hemingway over William Faulkner:
Arme Faulkner! Denkt hij nu werkelijk dat heftige emoties uit grote woorden voortspruiten?

George Bernard Shaw tegen Winston Churchill:
Ik stuur je twee kaartjes voor de première van mijn nieuwe toneelstuk. Breng een vriend mee … als je die hebt.
Winston Churchill tegen George Bernard Shaw:
Ik kan onmogelijk de première bijwonen; ik kom naar de tweede voorstelling … als die er al komt.

Lady Astor tegen Winston Churchill op een diner:
Winston, als je mijn man was zou ik je koffie vergiftigen.
Winston Churchill tegen lady Astor:
Mevrouw, als ik jouw man was, zou ik die opdrinken.

De graaf van Sandwich tegen John Wilkes:
U, meneer Wilkes, zult sterven aan de pokken of op het schavot.
John Wilkes tegen de graaf van Sandwich:
My Lord, dat zal afhangen van hetgeen ik omhels: uw maîtresse of uw principes.

Een douairière tegen Winston Churchill:
Winston, u bent dronken.
Winston Churchill tegen de douairière:
Inderdaad mevrouw, maar morgen zal ik nuchter zijn terwijl u nog steeds dik bent.

Klitten

Gisteren, vrijdag …
wekte het ochtendgloren de indruk dat het best wel een mooie dag kon worden, dus installeerde ik mijn kont op het zadel van mijn rijwiel en gaf mijn onderdanen de opdracht om me naar het oorlogskerkhof in Vladslo te trappen, teneinde daar de foto te schieten die ik volgende week dinsdag, ter gelegenheid van 11 november, op mijn blog wil plaatsen. Aanvankelijk was ik er helemaal alleen, maar toen verscheen er plots een Duits echtpaar. Ze spraken me aan en omdat bleek dat ik hun taal machtig was, wilden ze van geen wijken meer weten. Ze bleven de hele tijd in mijn kielzog dobberen en me met vragen bestoken. Tot overmaat van ramp begon het dan ook nog  snoeihard te regenen. Ik was bijna twintig kilometer van huis, met als vervoermiddel een fiets, die voorzien was van twee tassen, waarin zich echter geen regenkleding bevond. Kunnen jullie zich voorstellen hoe ik thuisgekomen ben, of zal ik er een tekeningetje bij maken?

Vandaag, zaterdag …
wekte het ochtendgloren de indruk dat het best wel een mooie dag kon worden, dus begaf ik me al vroeg op pad voor wat een fikse wandeling moest worden. Het duurde niet lang of ik kreeg het gezelschap van een heerschap dat vermoedelijk niet helemaal spoorde, want hij begon me voetbaluitslagen mede te delen. Vervolgens gaf hij me een uiteenzetting over de grote betoging die in Brussel had plaatsgevonden en daarna behandelde hij ongeveer alle facetten van het weer.
“Mijn god, hou nu eindelijk eens je kop!” dacht ik herhaaldelijk, maar ik durfde die gedachte geen enkele keer onder woorden te brengen.
Ik dook de winkels van de bakker en de krantenboer binnen, maar de man bleef telkens geduldig op me wachten om de conversatie … nu ja, zijn monoloog voort te zetten. Hij volgde me tot ik bij mijn woning arriveerde, waar hij me met hondjesachtige verwachting aankeek. Nee, ik heb hem niet uitgenodigd. Je weet waar zoiets begint, maar niet waar het eindigt.  

Morgen, zondag …
ben ik van plan om een bezoek te brengen aan de Boekenbeurs. Gelieve me straal te negeren als jullie me daar zouden zien. Drank … eh … dank bij voorbaat.

Een freudiaanse verspreking

Als ik in de brievenbus een aan mij geadresseerd overlijdensbericht aantref, is dat altijd even slikken, omdat ik licht geneigd ben te veronderstellen dat een mens die mij nauw aan het hart ligt schielijk het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft. Vanmorgen was dat ook weer het geval. Gelukkig voor mij – de aflijvige vond het wellicht niet zo’n dofje – betrof het iemand uit een over zijn vervaldatum gesukkelde vriendschap. Niettegenstaande onze danig versloomde relatie deelde men me op een bijgevoegd kaartje mee dat men me na de rouwplechtigheid aan de familietafel verwachtte en verzocht men me om wat van me te laten horen als ik niet op die uitnodiging kon of wilde ingaan.

Jullie weten inmiddels dat ik niet van bijeenkomsten houd en al helemaal niet als de aanleiding een betreurenswaardige gebeurtenis is. Ik toetste dus het vermelde nummer in, kreeg een vrouwenstem in mijn oor, betuigde mijn medeleven met een gevoileerd stemtimbre dat in de betere sterfkamer niet zou misstaan en vervolgde:
“Ik kom wel naar de rouwplechtigheid, maar niet naar het feest achteraf.”

Er viel een besmuikte stilte, maar toen hoorde ik de dame aan de overkant naar adem happen, om vervolgens los te barsten:
“Feest? Feest! Denkt u misschien dat we op zijn graf zullen dansen?”
Toen pas drong het tot me door dat ik me versproken had. Ik wilde me uitputten in verontschuldigingen, maar de verbinding was al verbroken.

Feest!? Hoe kwam ik daar in vredesnaam bij? Ik heb wat last van jetlag, maar dat is geen excuus natuurlijk.

En dat men lache en dat men danse
want ik hou niet van gehuil.
En dat men lache en dat men danse
als ik neerlig in mijn kuil.
Will Ferdy

Vocabulaire 6

Een botsballon vind ik een fraaiere benaming voor wat in de wandeling een airbag heet.

Een faunatrap is een metalen trapje waarlangs zoogdieren die in het kanaal zijn gesukkeld weer op het droge kunnen komen. Vooral reeën en vossen komen in het water terecht. Vaak raken die dieren uitgeput, omdat ze maar moeilijk weer op de betonnen oevers kunnen klimmen. Met een faunatrap kunnen ze zichzelf van de verdrinkingsdood redden.

Een faalkwaal is iemand die de hele dag door blunders maakt.

Een hoerentoeter is eigenlijk de Javaanse naam voor een trechtervormig gerold shagje. Vandaag de dag gebruikt men het woord steeds vaker als een versterkende term: zo dronken als een hoerentoeter; zo scheef als een hoerentoeter; zo vreemd als een hoerentoeter.

De nieuwste variant van uit zijn dak gaan is: uit zijn kanarie gaan.

Een stoppelbaard is tegenwoordig in. Ik kan het ook niet helpen dat ik het een onverzorgd groeisel vind en zelfs met de nieuwe benaming ervan, een latemiddagbaard, kan men me niet vermurwen.