Tag: computer

Ze moeten me wel hebben, hè?

Gisterenmiddag rond een uur of vier, terwijl ik bezig was een onnozel fotootje van een trompetnarcis binnen te halen, floepte er plots een venster tevoorschijn op de monitor van mijn pc. Ik kreeg een onheilsboodschap te lezen, die schijnbaar afkomstig was van de Duitse Bundespolizei en me met alle zonden van Israël belaadde. Men had mijn IP-nummer betrapt op illegale praktijken, meer bepaald op het bezoeken van websites met kinderporno, sodomie en geweld tegen kinderen. Bovendien hield ik per e-mail contact met terroristische organisaties. Nogal wiedes dat ik voor het plegen van zulke lafhartige daden een geduchte straf verdiende. Men verzocht me om met bekwame spoed honderd euro te betalen en in afwachting daarvan zouden ze mijn computer buiten gebruik stellen.

Laten ze het nu doen ook!

Mijn pc weigerde alle dienst en ik begreep meteen dat ik het slachtoffer was van een inmiddels berucht gijzelvirus, want daar had ik over gelezen. Gelukkig kon ik met mijn oude en ietwat amechtige laptop op internet, om daar te vernemen dat ik mijn computer enkel via een nogal ingewikkelde procedure van de indringer kon bevrijden. Ik moest immers in de veilige modus het delicate register induiken en daar een aantal wijzigingen aanbrengen. Dat is absoluut mijn fort niet. Ik ben op school voor iets heel anders klaargestoomd en zo’n register boezemt me vrees in, net als alle ingewanden trouwens.

Maar goed, het is me gelukt, en hoewel deze prestatie me met kolossale trots vervult, heb ik daar toch een paar bedenkingen bij. Het is nog maar enkele maanden geleden dat een ander virus me tot een herinstallatie van Windows noopte en nu zit ik al opnieuw in de hoek waar de slagen vallen. Wie zijn toch die schoften die nodig internet moeten verpesten en het plezier van anderen vergallen? Ik pulk ze de ogen uit de kop, zodat ze kunnen kijken hoe ik ze in mekaar ram. Ik ruk hun knieschijven af om er hockey mee te spelen. Ik geef ze zo’n ros dat hun kleren uit de mode zijn als ze bijkomen. Ik mep ze tot pindastrooisel. Ik …

Neem me niet kwalijk dat ik me even laat meeslepen, al doe ik dat niet met tegenzin.

En waarom moet ik jaarlijks tientallen euro’s afdokken voor Norton Internet Security, als dat programma niet in staat is om mijn computer te beschermen en toestaat dat men me nu al twee keer met een nefast virus opzadelt?

Het is pas maandagmorgen en ik ben al in een humeur dat me naar een drankhol kan drijven.  En dat allemaal door het downloaden van een onnozel fotootje van een trompetnarcis.

Bijna vertrappeld

Het overkomt me niet vaak, maar gisteren viel me plots een leeg kwartiertje te beurt. Ik besloot daarvan gebruik te maken om mijn pc ter gelegenheid van de komende feestdagen wat op te tutten en liet Google op zoek gaan naar een kerstmissige achtergrond voor mijn bureaublad. Ik klikte een paar websites aan die dergelijke afbeeldingen in de aanbieding hadden en toen brak opeens de hel los. Mijn virusscanner ging verwoed aan het vendelzwaaien met waarschuwingen dat talloze Trojaanse paarden me bestookten en bleek niet tegen al dat geweld opgewassen te zijn, want binnen de kortste keren palmden die valse beesten mijn computer in en ongeveer alle programma’s sneuvelden onder hun driest hoefgetrappel, ook de virusscanner, de firewall en het hele onderhoudscentrum. Ik kon geen kant meer op.

Ik gaf een bloemlezing vloeken en verwensingen ten beste, was gedurende geruime tijd enkel met een afstandsbediening te benaderen en speelde zelfs even met de gedachte om de hele sitsenwinkel de tent uit te mikken, maar dat zette net zo min zoden aan de dijk als het bespelen van alle klavieren en het gebruiken van zowel riemen als zeilen. Noodgedwongen heb ik Windows en al mijn programma’s opnieuw moeten installeren. Dan ben je wel even bezig, hoor! Gelukkig ben ik een tamelijk zorgzaam en zelfs vooruitziend persoon, die regelmatig back-ups maakt, zodat de schade beperkt gebleven is en ik, met uitzondering van mijn nachtrust en de kluts, slechts weinig ben kwijtgeraakt.

Welke schurftluizen houden er zich in vredesnaam bezig met versjteren van ons plezier op internet? Ik mep ze tot pindastrooisel! Ik geef ze zo’n ram dat hun kleren uit de mode zijn als ze bijkomen! Ik ruk ze de knieschijven af om er hockey mee te spelen! Ik … Hu paard, je staat te schuimbekken!

Kijk, als ik zo’n website had bezocht waar allemaal blote mensen onkuisheid met elkaar bedrijven, had ik misschien nog enig begrip aan den dag gelegd en hetgeen gebeurd is als een straf voor mijn zonde beschouwd, maar wat is er onschuldiger dan het zoeken van een kerstmissig plaatje dat wat sfeer moet scheppen in deze donkere dagen?

Een gefrustreerd konijn

Een computer is een buitengewoon handig en in niet mindere mate veelzijdig ding. Ik zou die van mij voor geen geld van de wereld willen missen, al is dat misschien lichtjes overdreven.

Het blijft natuurlijk een ingewikkeld en daardoor delicaat instrument. Wie van computerkunde geen kaas gegeten heeft, is nog niet jarig als er wat fout gaat. Mijn pc bewijst me goede diensten en hij doet dat zonder noemenswaardige problemen. Natuurlijk verslikt hij zich zo nu en dan wel een keertje, maar ik beschik over voldoende kennis om een soort Heimlichmanoeuvre op hem toe te passen, waardoor hij zich van de hinderlijke brok ontdoet en weer op adem komt.

Gisteravond rond een uur of tien dook er plots zo’n akkefietje op. Een onnozel programma vertoonde kuren en weigerde mijn opdrachten uit te voeren. Geïrriteerd ging ik op zoek naar de oorzaak, kon die niet meteen vinden en begon te klooien. Ik verwijderde, plaatste terug, schakelde herstelpunten in, klikte hier, corrigeerde daar … en verkutte zodoende de hele boel. Ik dronk liters koffie, stuiterde rond als een pingpongbal, gooide vertwijfeld armen in de lucht, balde woedende vuisten, sproeide venijn als een opgevoerde cobra en bouwde ondertussen ook nog een gespierd vocabulaire op. Niets hielp. Vanmorgen rond een uur of drie gaf ik er de brui aan.
“Krijg godverdomme het zeepokkenlazarus!” riep ik en ik vermoordde mijn trouwe dienaar.

Vanwege het onwelvoeglijke uur en het overdadige koffiegebruik kon ik natuurlijk de slaap niet vatten. Ik lag te woelen en te prakkeseren. Om zes uur ben ik het ledikant ontstegen en ik schrok toen ik in de badkamerspiegel keek, want ik zag een zombie voor me opdoemen. Ik verwaardigde mijn pc met geen blik, maar verliet de woning en zwierf geruime tijd door het bos, baldadig door herfstblaren stappend.

Een uur geleden heb ik mijn computer gewekt. Dat vermaledijde programmaatje doet het nog steeds niet en enkele van zijn collega’s verrichten struikelend en strompelend hun taak. Ik krijg er zowaar zelf ook zure oprispingen van.
“Mensen kinderen! Wat ben jij een gefrustreerd konijn”, zei de vriendin die bij me op bezoek was.

Vandaag steek ik er de kat in. De drive is een beetje weg en ik vertoon de energie van een gestrande kwal.

Die zijn gemak moede is, kope een computer.

Windows

Hoewel het vandaag de Europese Dag van de Talen is, dien ik noodgedwongen in alle talen te zwijgen.

In weerwil van mijn spaarzame inborst heb ik immers besloten om, weliswaar op een enigszins spijtige manier en met een zuinig mondje, klauwen geld te besteden aan nieuwe ramen en vensters voor het optrekje waarin ik hoofdkwartier houd. Aangezien dergelijke werkzaamheden meestal veel stof doen opwaaien, moet ik mijn voorzorgen nemen en delicate stukken huisraad, zoals bijvoorbeeld mijn pc, tijdelijk naar veiliger oorden, in casu mijn atoomschuilkelder, overbrengen. Omdat ik daar slechts over een krakkemikkige internetaansluiting beschik en vanzelfsprekend ook omdat ik de installateurs op toezichthoudende wijze terzijde wil staan, is het heel goed mogelijk dat er hier gedurende enkele dagen geen nieuws te rapen valt.  Ik veronderstel ─ en hoop ─ dat ik binnen zeer afzienbare tijd de draad weer kan opvatten.

Nagels spuwen

Godvergloeiendetering! Eet een kakkerlak! Krijg het bloedspeen! Blaas m’n zak op! Pijp mijn fluit! Lik m’n roze reet! Stick it up your kasoo! Zak in de stront! Krijg het zeepokkenlazarus! Va te faire pomper chez les Grecs! Dikke in je reet! Drink stront door een rietje! Fuck your shit!

Hèhè, dat lucht op. Ik weet het … Men kan voor zijn goed fatsoen in het openbaar geen dergelijke bloemlezing vloeken en verwensingen in de mond nemen. Mijn goede moeder zou me dan ook streng terechtwijzen als ze dat kon, maar ze is dood. Ik neem het de goden nog steeds bijzonder kwalijk dat ze haar in helse pijnen lieten sterven. Het getuigt eveneens van weinig fatsoen en als de goden zich onfatsoenlijk mogen gedragen, dan ik ook! Ik zal jullie vertellen waarom ik me opeens aan zulke boude termen overgeef. Jullie mogen weten waarom ik struiken uit de grond en duivels uit de hel vloek.

Ik zit van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan mijn computer. Dan rep ik nog niet van de nachtelijke uren die ik voor het scherm doorbreng. Gisteravond liet ik internet en consorten echter voor wat het waard is en gaf mijn pc een beurt … eh … dat klinkt inderdaad behoorlijk pervers … eh … ik omringde mijn pc met vaderlijke zorg. Ik liet scanners op hem los, teneinde hem van virussen en ander ongedierte te bevrijden, de vlooien uit zijn pels te pulken en hem te ontwormen … Ja, ja, voor wat men lief heeft, is men tot veel bereid.

Toen dacht ik: “kom, het is een tijdje geleden dat ik de vaste schijf gedefragmenteerd heb, dus laat ik dat maar even gaan doen.” Morgen brengen! Het programma dat hem ─ is een pc eigenlijk mannelijk? ─ met een defragmentatie moest verwennen, weigerde dienst en riep luidkeels in rode oorlogsletters: “Ik kan de schijfdefragmentatie niet starten.” Geen tekst, geen uitleg, geen commentaar nopens het waarom van deze weigering … en ik wist het natuurlijk ook niet. Kijk, daar krijg ik stenen kloten van. Door zoiets ontsteek ik in vulkanische woede en dolle drift. Dat bezorgt me als mens toch een kunstkop! Ik kwam haast in de kraam. Zoiets kan ik niet hebben. Het maakt de duivel in me wakker en die heeft vele gedaanten. Als ik voor Windows in de beurs moet blazen, verwacht ik dat ze me de reden geven waarom iets niet werkt. En maar zoeken, en maar proberen, en maar mensen op forums lastigvallen …

Vier uur later, toen mijn hele avond al naar de knoppen was, heb ik ontdekt wat er haperde. Een week of wat geleden heb ik een programma mijn register laten opkuisen en verwijderd wat zij onnodig achtten en volgens hen zonder risico kon weggooien. Gelukkig heb ik toen ook een back-up gemaakt van wat ik in de prullenbak dumpte. Door die back-up terug te plaatsen, schoot de defragmentatie zonder verwijl in actie … om me even later laconiek mede te delen dat defragmenteren niet direct noodzakelijk was en derhalve gerust nog even uitgesteld mocht worden. Het huis was te klein.
“Dat het hier allemaal nog in de verf zit”, schuddekopte mijn logeergast meewarig.

“Laat de zon niet ondergaan over je toorn”, zei mijn goede moeder altijd.

Dat was een citaat uit de bijbel (brief van Paulus aan de Efesiërs – hoofdstuk 4 vers 26), want mijn moeder was een vrome vrouw en dat is ze tot op het laatst gebleven, zelfs toen de goden haar aan ondraaglijke pijnen overleverden. Sorry, mama. Ik zal het nooit meer doen.

Godvergloeiendetering!

Aangezien ik me beroepshalve strijk-en-zet van taal bedien, beschik ik over een hele schare woordenboeken en aanverwanten, die zich falanxgewijs in boekenkasten ophouden en zich koesteren in mijn zorgzame toewijding. Het naslagwerk dat ik het vaakst raadpleeg, is zonder twijfel Van Dales Groot Woordenboek van de Nederlandse taal, dat men in de wandeling meestal de dikke Van Dale noemt. De drie lijvige delen ervan zijn buitengewoon onhandig. Gelukkig kan men de inhoud ook per computer consulteren, tenminste als men er zich de moeite voor getroost om het hele zootje via een meegeleverde cd-rom op een harde schijf te installeren. Wat ik deed. Van Dale liet zich probleemloos door me vlooien en integreerde zich zelfs gladjes met de tekstverwerker Word, waar we veel gein met elkaar hadden.

Dat was jaren geleden. Verleden week ging mijn pc het hoekje om ─ vermoedelijk om zeep ─ en ik liet ijlings vervanging aanrukken. Windows XP ruimde het veld voor Windows 7 en dat besturingssysteem weigert Van Dale koppig de toegang. Naar verluidt bestaat er geen remedie voor en zal ik me noodgedwongen met die dikke boekdelen moeten behelpen. Daar ben ik hoegenaamd niet blij mee.

De klantendienst van Van Dale is trouwens beneden alle kritiek. Deswege de titel van dit schrijfsel.

Technisch werkloos

Mijn pc is gisteren onverhoeds naar de eeuwige jachtvelden vertrokken, of hoe die plek waarvan men niet terugkeert, beter bekend als the point of no return, bij computers ook mag heten.

Ik ben net terug van de winkel waar een gewiekste haai, die niet enkel gekipt en gebroed was met informatieverwerkende machines, maar tevens een zeldzame begaafdheid in het vak der verkoopkunde aan de dag legde, me een zeer ingenieus monster aansmeerde en me zodoende een smak geld aftapte. Aangezien ik een onverbeterlijke duitenpletter ben, is dat niet goed voor mijn algemene welbevinden.

Als alles meezit, kan ik halverwege volgende week met het nieuwe gereedschap aan de slag. Dan moet ik er wel nog in slagen om al mijn bestanden, gewrochten en geesteskinderen in dat ding te proppen, wat lang geen fluitje van een cent is voor iemand wiens gestoethaspel men tot op heden niet kon overtreffen.

Maar goed … Ik adem! Ik leef! En misschien gaat het allemaal aardiger dan ik verwacht, zodat ik hier spoedig een nieuw schrijfsel kan aanbieden, want ik ben nog steeds lustig van hart. 

Tikker op tilt

Het zal gisterenmorgen rond een uur of acht geweest zijn dat ik mijn pc aanzette, om vreugdevol aan de dagtaak te beginnen en me tussendoor ook wat te vermeien met het schrijven van een bevallig tekstje voor mijn weblog. Nou, dat liep even anders.

Windows gloeide tevoorschijn op het scherm en begon gelijk tientallen vensters te openen. Ik probeerde die allemaal te sluiten, maar net toen ik daar bijna mee klaar was, volgde een tweede aanval, die zo hevig tekeerging dat mijn computer volledig op tilt ging. Ik zocht mijn toevlucht tot een herstelpunt, waarmee ik naar vroegere instellingen terugkeerde, maar ook dat zette geen zoden aan de dijk. Die vensters bleven openklappen en hoewel ik me het lazarus klikte en af en toe zelfs een sprintje trok, kon ik het tempo onmogelijk bijhouden.

Ik telefoneerde met mijn computerboer en die diagnosticeerde dat het allicht om een virus ging.
─”Als je het ding meteen even bij me binnengooit, maak ik er meteen werk van”, verzekerde hij me.
Hoewel ik het ding niet bepaald binnengooide, bracht ik mijn pc toch naar hem toe.

Een virus dus. Op mijn pc! Ik spring er nochtans heel zorgzaam mee om. Bij iedere poort staat er bewaking opgesteld en elke dag onderzoek ik met een soort luizenkam of er soms geniepige beestjes binnengedrongen zijn. Bovendien scan ik alle programma’s voor ik die installeer. Ik bezoek ook nooit twijfelachtige websites, waar ontuchtige vrouwen en dito mannen het openlijk met elkaar doen. Nu ja, nooit … zelden. Ik heb wel een vriendin die me regelmatig olijke filmpjes toestuurt. Normaliter bekijk ik die niet en klik ik ze onmiddellijk de prullenbak in, omdat ik weet dat ze soms drager zijn van verfoeilijke parasieten, die heel veel schade kunnen aanrichten, maar soms glipt er eentje tussen de mazen van het net …

Om een lang verhaal kort te maken: het was dus geen virus dat mijn computer parten speelde. Het was het toetsenbord dat mij die waanzinnige kunstjes flikte, door telkens een soort kortsluiting te veroorzaken en zodoende massa’s vensters open te gooien.

Nu zit ik dus op een nieuw klavier te raffelen en dat klappertandt bijzonder lekker weg. O, wat ben ik fier! O, wat ben ik gelukkig! O, wat was ik gisteren nerveus, en ongenietbaar, en boos, en …