Tag: dierenleed

Spanje op zijn smalst

De beschaving van een samenleving valt af te meten aan de wijze waarop ze met dieren omgaat.
Mahatma Gandhi

matadorSpanje is nooit een diervriendelijk land geweest, maar nu maken ze het naar mijn mening toch al te bont. Het parlement heeft het namelijk bestaan om het stierenvechten als immaterieel cultuurerfgoed te erkennen. Ik sta perplex. Zijn ze daar nu allemaal op hun kop gevallen en blijven stuiteren? Nu ja, men kan weinig heil verwachten van een land waarvan de koning doodgemoedereerd op groot wild jaagt en voor zijn plezier olifanten neerknalt, om er dan zo fier als een gieter naast te poseren.

Een barbaars volksvermaak heeft geen enkele culturele waarde. Wat is er in vredesnaam verheffend aan het langdurig martelen en vervolgens afmaken van dieren door macho’s, die in een maf en schrikbarend nauw glitterkostuumpje met hun lul lopen te leuren?

Zullen we het palingtrekken, het gansrijden en het katknuppelen ook maar weer invoeren en als cultureel erfgoed beschouwen dan?

Hongerwinter

kauwenZe zijn met belachelijk veel, de kauwen die door het zwerk klieven. Zwerk is een ouderwets en enigszins literair aandoend woord dat in onbruik dreigt te raken en dat ik daarom in zijn eer wil herstellen. Ik mag graag een lans breken voor bedreigde diersoorten, dus kan ik het net zo goed opnemen voor in het nauw gedreven woorden zoals zwerk, dat hemel betekent, of uitspansel. Maar ik dwaal af, zij het niet met tegenzin.

Ik blijf me verbazen over het grote aantal kauwen dat zich in ons luchtruim ophoudt. Zelf heb ik heb daar allerminst bezwaar tegen, hoewel ik me soms over hun luidruchtigheid opwind, maar toch maakt enige bezorgdheid zich van me meester. Zullen die tijdens de komende winter allemaal voldoende mondvoor… eh … bekvoorraad vinden? Ik vrees van niet. Kauwen zijn bovendien niet echt wat je sympathieke vogels kunt noemen. Veel mensen zien liever hun hielen dan hun tenen, al ben ik er eigenlijk niet helemaal zeker van dat deze beeldspraak overeind blijft, want ik denk dat onze gevederde vrienden niet over hielen beschikken. Of toch? Wat ik probeer duidelijk te maken is dat weinigen bereid zijn om voedsel aan die inhalige veelvraten te verstrekken en dientengevolge de eetgelegenheden zo inrichten dat die ontoegankelijk zijn voor die nogal opdringerige spring-in-’t-velden.

Ik vrees dat veel kauwen tijdens de komende maanden ─ ik kan de verleiding niet weerstaan om even een koddige woordspeling te gebruiken ─ niet veel te kauwen zullen hebben en gedoemd zijn om de hongerdood te sterven. Dat vind ik absoluut geen opwekkende gedachte. Het is eigenlijk te treurig voor woorden, dus hul ik me nu maar in een nimbus van peinzend zwijgen.

Eentje voor de zondag

Een vrouwelijke krab ontmoette tijdens een strandwandeling een mannelijke soortgenoot. Het viel haar op dat hij zich niet zijwaarts voortbewoog, maar rechttoe, rechtaan.
Zal ik het lazarus krijgen, dacht ze. Wat is dat een wonderlijke krab! Die kan ik niet laten lopen.
Dus trouwden ze meteen.

De daaropvolgende dag merkte ze dat haar echtgenoot zich zijwaarts verplaatste, net als alle krabben.
─”Wat zullen we nu beleven?!” riep ze, want ze voelde zich mooi in de zeik gedrukt. “Voor we trouwden liep je keurig rechtuit!”
─”Ach, schat,” antwoordde hij, “ik kan me toch niet iedere dag bezatten.”

Annemie en de vlooien

Tot mijn verbijstering en afgrijzen zag ik vanmorgen een drietal vlooien in het drinkwaterbakje van mijn katten drijven.
“Het zal toch niet waar zijn!” riep ik wanhopig en ik molenwiekte met mijn armen, alsof ik die wilde weggooien.

Jaren geleden hebben mijn huisdieren al een keer vlooien mee naar huis gebracht en voor ik daar erg in had, viel mijn woning ten prooi aan een ware invasie van dat ongedierte. Om ervan verlost te raken heb ik toen zowaar een beroep moeten doen op een gespecialiseerd bedrijf en dat heeft me nog een flinke klauw geld gekost ook. Sindsdien behandel ik mijn poezen om de drie weken met het ook al niet goedkope vlooienmiddel Advantage, want ik wil zo’n plaag echt geen tweede keer meemaken. En toch dobberden er vanmorgen drie van die smeerlapjes op het water …

vlozaad… of toch niet. Bij nader toezien en tot mijn immense opluchting bleken het immers drie psylliumzaadjes te zijn, die kennelijk niet zonder reden de Nederlandse benaming vlozaad meegekregen hebben. Ik heb na mijn operatie gedurende geruime tijd veel bloed verloren en dat heeft ferriprieve anemie bij me veroorzaakt, ofte bloedarmoede door ijzertekort. Om dat te verhelpen dien ik iedere dag een ijzerpreparaat te slikken, maar dat middel heeft dan weer constipatie voor gevolg, die ik met het innemen van vlozaad vlot probeer te trekken … en het gebeurt soms dat ik een beetje met die zaadjes klieder.

Zo blijven we bezig natuurlijk. Ik vreet inmiddels pillen als drop. Het zal dan ook niemand verbazen dat de apotheker in zijn handen wrijft dat het knerst als hij mij ziet komen.

Op z’n hondjes

frolicIk was in de supermarkt en kocht daar een grote zak hondenbrokken van Frolic. Toen ik aan de kassa op mijn beurt wachtte, sprak de dame die achter me stond me aan:
─“Je hond zal je graag thuis zien komen”, veronderstelde ze glimlachend.
─“O, maar die zijn niet voor mijn hond”, zei ik vriendelijk. “Die zijn voor mezelf. Ik ben namelijk van plan om nog een keertje met het Frolicdieet te beginnen. Telkens als ik honger hebt, stop ik dan zo’n brok in mijn mond. Die bevatten enkel de noodzakelijke voedingsstoffen en geen overbodige rommel. Ik heb daar de vorige keer bijzonder goede resultaten mee geboekt en viel twintig kilo af, maar toen ben ik onverhoeds in het ziekenhuis op intensieve zorgen terechtgekomen.”
─“Met een vergiftiging of zo?” vroeg ze en ik zag dat iedereen in de rij aandachtig meeluisterde.
─“Nee!” Ik schuddekopte en vervolgde meewarig: “Ik zat in het midden van de straat mijn ballen te likken en toen ben ik door een auto aangereden.”

Een blij weerzien

xadaRuim drie jaar geleden, op 2 april 2010, publiceerde ik hier ’t Rouwende woud. Daarin beschreef ik, tot tranen toe bewogen, de tragedie waarvan de luiaard Luana en haar dochtertje Xada het slachtoffer waren. Zoals jullie hiernaast in de zijkolom kunnen zien, is dat stukje nog steeds het vaakst gelezen schrijfsel van mijn hele blog. Voor wie geen tijd heeft om het te lezen of te herlezen, vat ik even de inhoud ervan samen: kort na de geboorte van haar dochtertje wordt de luiaard Luana door poema’s verslonden en het meisje Xada blijft verweesd achter.

De laatste beelden die ik van Xada te zien kreeg, staan nog steeds op mijn netvlies gegrift: ze scharrelde hulpeloos rond onder de boom waarin ze met haar moeder woonde en slaakte deerniswekkende piepgeluidjes, die me dusdanig in het gemoed grepen dat ik in grote droefenis raakte.

Sindsdien verkeerde ik in het ongewisse omtrent het lot van dat arme luiaardkindje, tot gisterenmiddag het televisiescherm opgloeide om me op een documentaire te vergasten. Wie kroop daar piepend van ellende en affectieve verwaarlozing door het Amazonewoud? Onze ouderloze Xada. Toen ze na lang zoeken haar moeder niet vond, klauterde ze in een hoge boom en vrat die helemaal kaal, waarna ze verhuisde. Ze ontbladerde boom na boom en op een mooie dag kwam ze bij een rivier, die ze niet zonder moeite overstak. De boom op de andere oever huisvestte evenwel al een andere luiaard: een ouder mannetje, dat echter grote gastvrijheid tentoonspreidde en zich over Xada ontfermde.

Mijn ongezonde fantasieën vertellen me dat het ongetwijfeld een oude bok was die nog wel een groen blaadje lustte, maar dat is mij dan lekker worst. Ik ben heel blij dat Xada alsnog goed terechtgekomen is.