Tag: reclame

Als het niet goed is, zeg ik het ook

Wie verleden week Humo kocht, of zoals ik wegens abonnement zijn exemplaar in de brievenbus ontving, kreeg daar gratis en voor niks een flesje bier bij.

Nu ja, krijgen is niet het correcte woord, want je moet het presentje zelf afhalen. In mijn geval zou ik me kilometers moeten verplaatsen om het onnozele flesje bier in mijn bezit te krijgen. Ammenooitniet! Ik zal me daar een beetje op kosten laten jagen en er liters benzine voor verstoken. Ik ben me daar een haartje betoeterd! Voor hetzelfde geld kan ik wellicht een krat met vierentwintig flesjes bier kopen.

Dergelijke reclamestunts irriteren me behoorlijk en hebben op mij een averechts effect. Het zal nog eens zo gaan dat ik uit pure ergernis mijn abonnement bij Humo opzeg en heil zoek bij een ander weekblad. Ook dat bier, waarvan ik uit ongenoegen hardnekkig weiger het merk te vermelden, komt bij mij het huis niet in. Nooit ofte nimmer!

Dat zal ze leren!

Zoet is mijn wraak

Een aantal maanden geleden kreeg ik een e-mail van Royco. Als ik mijn coördinaten aan ze mededeelde, zou er binnen de twee weken een gratis zakje oplossoep bij me in de brievenbus vallen. Nu ben ik een groot liefhebber van zowel soep als van gratis aanbiedingen, dus liet ik deze gelegenheid niet aan me voorbijgaan.

Het soepje, of althans het zakje poeder waarmee ik soep kon bereiden, is tot op heden niet in mijn brievenbus terechtgekomen. Was het een truc van het bedrijf in kwestie om mijn adresgegevens te achterhalen? Heeft iemand in een postsorteercentrum mijn soepje achterovergedrukt? Of heeft mijn postbode zich op onrechtmatige wijze het voor mij bestemde zakje toegeëigend? Wie zal het zeggen? Vermoedelijk niemand.

Er liggen koude dagen in het verschiet en dan mag ik rond de klok van elven graag even de werkzaamheden onderbreken, om een niet met omslachtige arbeid gepaard gaand soepje tot me te nemen. Ik heb in de supermarkt derhalve een voorraadje kant-en-klaarsoep ingeslagen, maar niet het product van Royco. Ha nee! Ik ben weliswaar niet echt een haatdragend persoon, maar als men me iets belooft en het dan niet doet …

Ik heb Cup-a-Soup van Knorr gekocht. Daar hebben ze bij Royco niet van terug.

Telefoonmolest

Hoewel zowel mijn vaste als mobiele telefoonnummers sinds jaar en dag opgenomen zijn in de bel-me-niet-meer-lijst, waardoor ik gespaard zou moeten blijven van ongewenste oproepen, kreeg ik toch nog regelmatig een correspondent aan de lijn, die onder het mom van een enquête iets aan me probeerde te slijten.

Meestal was dat een manspersoon, die zich in een met een vervaarlijk accent doorspekte variant van het Engels onverstaanbaar maakte, afliep als een Tibetaanse gebedsmolen en zich in mijn oor vastbeet met de bedoeling om me niet meer los te laten. Als ik dan een einde aan het partijtje lullepotten ─ een gesprek kon je het bezwaarlijk noemen ─ maakte door de verbinding te verbreken, aarzelden sommigen niet om me meteen terug te bellen en me mijn verregaande onbeschoftheid te verwijten.

Onlangs besloot ik om korte metten met die opdringerige bellers en hun dubieuze praktijken te maken. Als ik zo’n heerschap aan de lijn kreeg, onderbrak ik hem meteen en vroeg kordaat of hij ook Nederlands sprak:
“Do you speak Dutch?”
Meestal, om niet te zeggen altijd, dienden ze daar negatief op te antwoorden en dan zette ik ze gelijk op hun nummer:
“Dutch is my language and if you don’t speak my language you have no reason to call me. Goodbye!” Mijn taal is het Nederlands en als u mijn taal niet spreekt, hebt u geen enkele reden om me te bellen. Salut!

Sindsdien bellen ze me nooit terug. Meer zelfs: vanaf het moment dat ik me van deze methode bediende, bleven dergelijke oproepen stelselmatig achterwege en nu heb ik zowaar al een paar weken niets meer van zulke hotemetoten vernomen.

Even afkloppen!

Weggooiartikel

Enige tijd geleden kreeg ik ─ en velen met mij ─ een gratis zakje kant-en-klaarsoep van Royco in de bus. In mijn geval was dat pompoensoep en aangezien ik voor deze vruchten niet bepaald in laaiend enthousiasme ontsteek, bleef dat staaltje ongebruikt door mijn woning dwalen: lade in, lade uit, kast in, kast uit.

Gisteren lag het opeens op mijn schrijftafel, waar een bezoeker ─ een man die postbode in Brussel is en voor wie ik een brief aan het vertalen was ─ het in het vizier kreeg.
─”Onze chef heeft honderden van die dingen in de afvalcontainer gegooid”, verklapte hij.
─”Serieus?” verbaasde ik me. “Waarom dan wel?”
─”Hij vond dat wij ons niet moesten bezighouden met het bedelen van zulke ongezonde producten”, vernam ik.

Ik vraag me af hoe die fameuze, gul met pauzes strooiende Roy van Royco zou reageren als dergelijke praktijken hem ter ore kwamen.

In zo’n waanzin leven wij

Zijn de dames en heren van het consumentenmagazine Test-Aankoop nu werkelijk op hun kop gevallen en blijven stuiteren? Geloven zij nu echt dat zij zich alles mogen veroorloven?

Ze sturen me wat reclamefolders, teneinde me tot het nemen van een abonnement te bewegen, en ze verpakken die papierhandel in een grote envelop, die getooid is met een vermanende boodschap – LAATSTE HERINNERING – in witte koeienletters op een agressief rode achtergrond.

De postbode is er niet in geslaagd om die envelop helemaal in mijn brievenbus onder te brengen: de bovenkant ervan steekt nog uit de gleuf en die vermaledijde terechtwijzing is derhalve voor iedereen zichtbaar. Ik ben de hele dag afwezig geweest. Alle passanten, tientallen fietsers en wandelaars, hebben ongetwijfeld die in het oog springende mededeling opgemerkt en zullen nu veronderstellen dat ik een wanbetaler ben, wat natuurlijk niet het geval is. Of wat hadden jullie gedacht?

Ik ben daar hoegenaamd niet blij mee en Test-Aankoop mag dus een e-mail van me verwachten.

testaankoop

Of is ‘t maar om te lachen?

LaysIn de supermarkt liet ik me verleiden tot de aankoop van een zakje Bugles van Lay’s. Dat zijn een soort chips: meer bepaald knapperige hoorntjes die van maïs gemaakt zijn. Het bijzondere eraan is dat je die dingetjes dipsgewijs kunt vullen met bijvoorbeeld pesto, guacamole of ook nog de romige geitenkaas van Chavroux.

Er ging een linkje aan de verpakking (zie afbeelding hiernaast), met de mededeling dat men van 11 juli 2016 tot en met 4 september 2016 aan een wedstrijd deel kon nemen, om een aperitiefpakket ter waarde van € 70 te winnen. Dat is bij mij aan geen dovemansoren gezegd. Als het gratis is, ben ik tot veel bereid en als er wat te winnen valt, ben je bij mij aan het juiste adres. Met rasse vingertred begaf ik me naar de website in kwestie en daar kreeg ik het volgende te zien:

Lays2

Kijk, die wedstrijd loopt al van 17 juli en vandaag schrijven we 3 augustus. Ze laten zich alleszins niet te haasten, bij Lay’s en bij Chavroux. Gauw is dood en langzaam leeft nog. Of is ’t maar om te lachen?

De afgang

De Rode Duivels zijn na hun ontluisterende Franse deconfiture met de staart tussen de hangende bokkenpoten teruggekeerd in ons dierbaar België, ons heilig land der vaad’ren, zij het niet van mijn vader. Het is gebleken dat we een veel te hoge dunk hadden van ons nationaal elftal en dat individuele kwaliteit niet volstaat om een team te vormen.

Ik ben blij dat we eindelijk van die danig opgeklopte hype verlost zijn. Willen of niet, we werden met zijn allen meedogenloos meegesleurd en ondergedompeld in een opgefokt en artificieel commercieel opbod. Iedereen wilde een graantje meepikken en laten we wel wezen: ik hoef echt geen voetballer op mijn blikje cola of bier en vlaggen, shirts, spiegelhoesjes, pruiken zijn niet aan mij besteed. Ik zal me daar een beetje belachelijk maken.

Ik lees dat iedere Rode Duivel, niettegenstaande de povere prestatie, een slordige € 361.900 binnenrijft. Dat mag dan misschien een brutobedrag zijn, toch blijf ik het een buitensporige beloning vinden voor die over het paard getilde blaaskaken en het staat absoluut niet in verhouding tot hetgeen ze ervan terechtgebracht hebben.

Meer zelfs: ik vind het onfatsoenlijk.

Sluikreclame

Ik heb weinig en misschien zelfs geen verstand van voetbal. Desalniettemin heb ik gisteravond de ontmoeting tussen België en Italië gadegeslagen, want ik wilde toch eens weten waar heel die hype, waarmee men ons al maanden om de oren slaat, nu eigenlijk op stoelt. Ik had beter in mijn broek gescheten.

Voorzien van een blikje blond bier van Hoegaarden en een grote zak chips van Lay’s nestelde ik me op de bank, toegerust met een driekleurig vlaggetje dat ik van Coca Cola heb gekregen en een toeter, die ooit de hoorn van een Oostenrijkse koe geweest is. Wel, die zogeheten Rode Duivels bakten er twee keer niks van, zodat ik achteraf van pure armoede maar zelf de hand aan de pan sloeg en wentelteefjes bakte, die ik rijkelijk onder cassonade van Graeffe bedolf en opvrat. Was dat even lekker!

Wentelteefjes … Verloren brood … Mijn moeder noemde die dingen ‘klakkers’. Waar dat woord vandaan komt, mag de duivel weten. De Rode Duivel.

Snuffelalarm

Ik stond in de keuken tomaten te broeien toen er in de belendende woonkamer een alarmerend geluidje weerklonk: piep piep piep. Ik loosde een zucht en mopperde: “Batterijen zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.”

Een kwartier later klom ik per trapleer naar de rookmelder, om die van een verse energiebron te voorzien. Amper zes maanden eerder had ik dat ook al gedaan, maar zoals ik al schreef: batterijen zijn niet meer wat ze geweest zijn.

Toen ik ’s avonds even mijn bureau binnenliep, om er wat kleine beroepsbezigheden te verrichten, stegen er opnieuw piepgeluidjes uit de woonkamer op.
“Kus nu mijn klooster!” riep ik. “Zal ik het lazarus krijgen?”
Ik klauterde opnieuw naar het lastige toestel, beroofde dat van zijn voeding, ging over tot de controle met een batterijtester en stelde vast dat het gevalletje nog over zijn volle capaciteit beschikte.
“Rookmelders zijn ook niet meer wat ze geweest zijn”, mopperde ik en ik besloot om die van mij voorlopig van zijn batterij te ontrieven en dus werkloos te maken.

Nog diezelfde avond hoorde ik weer die drie piepjes, maar omdat ik op dat moment televisie zat te kijken kon ik achterhalen waar die vandaan kwamen en waar ze ook de keren daarvoor ontstaan moeten zijn:  mijn televisietoestel. Dat vertoonde namelijk een boodschap van algemeen nut ten behoeve van de mucovereniging en dat filmpje maakte gebruik van het alarmerende piepgeluid. Zodoende ben ik voor de derde keer naar mijn rookmelder geklommen, om restitutie te doen.

Ze zouden het moeten verbieden dat er in reclamefilmpjes en boodschappen van algemeen nut geluiden weerklinken die in een huishouden gangbaar zijn. Ik heb bijvoorbeeld ook al enkele keren mijn voordeur opengezwaaid, omdat ik dacht dat er iemand bij me aanbelde, terwijl dat niet het geval was.