Tag: spam

Stoorzender

Ik gebruik zelden mijn vaste telefoon en als die al eens rinkelt, of beter gezegd een nogal naargeestig gezoem produceert, krijg ik meestal een Engelstalige correspondent(e) te horen, die me zogezegd belt in opdracht van Microsoft, om … ik weet niet wat aan me op te solferen, zoals we dat in Vlaanderen zeggen, want nog voor ze dat kunnen uitleggen, heb ik al de verbinding verbroken. Ik heb me daaromtrent al eens omstandig opgewonden in het schrijfsel Stoorzenders.

Gisteren rinkelde … eh … zoemde dat toestel opdringerig en ik kreeg een aangename vrouwenstem aan de lijn, die bovendien Nederlands sprak.
–”Dag meneer!” zei ze. “Ik ben Liselotte Vanzwiereltruus.” Zo heette ze natuurlijk niet, maar ik ben haar naam vergeten. “Ik ben in hoge mate begaan met het welzijn van de mensen. Mag ik u vragen hoe het met u gaat?”
–”Wie zei u dat u bent?” koesterde ik argwaan.
–”We kennen elkaar niet, maar …”
–”Waarom belt u me dan?” kapte ik haar af.
–”Wel,” zei ze, “ik ben getuige van Jehova en …”
–”Niet geïnteresseerd!” riep ik. “Dag mevrouw!”
En ik drukte haar brutaal mijn oor uit.

Wel, heb je van je leven! Die luiden plachten op zondagmorgen bij je aan te bellen, om je leven binnen te dringen. Door het virus moeten ze het nu waarschijnlijk over een andere boeg gooien en proberen ze je telefonisch te bekeren en zieltjes te winnen, maar …

… niet met deze jongen!

Stoorzenders

Telefoneren … ik ben er absoluut niet bruin op. Ik doe het dan ook zo zelden mogelijk en vrijwel altijd met tegenzin.

Hoewel ik die schaarse gesprekken bijna uitsluitend met mijn mobiel toestel uitvoer, beschik ik ook over een zogeheten landlijn, ook vaste lijn genoemd. De hemel weet waarom! Het apparaat dat daarmee verbonden is, staat hier dus meestal te staan, ten prooi aan werkloosheid, al is daar een aantal weken geleden plots verandering in gekomen.

Het ding begon namelijk zo onverhoeds te bellen – nu ja, lawaai te maken – dat ik ervan schrok. Toen ik de verbinding tot stand bracht en hallo zei, kreeg ik een vrouw te horen, die kennelijk met een vlotte babbel gesierd was en begon af te lopen als een Tibetaanse gebedsmolen. In geradbraakt Engels beweerde ze dat ze me ‘from Microsoft’ belde en …
– “Do you speak Dutch?” onderbrak ik haar, want ik had via via opgevangen, gelezen en gehoord dat dergelijke telefoontjes uitsluitend bedoeld zijn om je geld afhandig te maken.
–”No sir”, bekende ze ootmoedig en zodoende trapte ze in mijn val.
–”Wel dan,” zette ik mijn beste Engelse beentje voor, “als je geen Nederlands spreekt, hoef je me niet te telefoneren.”
Waarna ik de verbinding verbrak.

Ik dacht dat de kous daarmee af zou zijn, maar ik dacht verkeerd. Sindsdien krijg ik dagelijks dames, juffrouwen en heren van Microsoft aan de lijn, soms wel tien keer per dag. Ik kreeg het daar dusdanig van op mijn teringtietjes dat ik inmiddels alle fatsoensnormen overboord heb gegooid. Als zo’n vrouwmens zich aanmeldt, zeg ik: “You are a lying bitch! Drop dead!” Als het een kerel is, zeg ik: “You are a lying motherfucker! Go to hell!”
En dan snoer ik ze de mond.

Het zet echter geen zoden aan de dijk. Ze volharden in de boosheid. Ik zal iets moeten verzinnen dat nog doortastender is. “Grow feathers and shit in a tree!” misschien. Of anders gewoon: “Fuck your shit!”

Ze moeten het mij vooral niet tegen maken. In welke hoek willen ze liggen?!

Telefoonmolest

Hoewel zowel mijn vaste als mobiele telefoonnummers sinds jaar en dag opgenomen zijn in de bel-me-niet-meer-lijst, waardoor ik gespaard zou moeten blijven van ongewenste oproepen, kreeg ik toch nog regelmatig een correspondent aan de lijn, die onder het mom van een enquête iets aan me probeerde te slijten.

Meestal was dat een manspersoon, die zich in een met een vervaarlijk accent doorspekte variant van het Engels onverstaanbaar maakte, afliep als een Tibetaanse gebedsmolen en zich in mijn oor vastbeet met de bedoeling om me niet meer los te laten. Als ik dan een einde aan het partijtje lullepotten ─ een gesprek kon je het bezwaarlijk noemen ─ maakte door de verbinding te verbreken, aarzelden sommigen niet om me meteen terug te bellen en me mijn verregaande onbeschoftheid te verwijten.

Onlangs besloot ik om korte metten met die opdringerige bellers en hun dubieuze praktijken te maken. Als ik zo’n heerschap aan de lijn kreeg, onderbrak ik hem meteen en vroeg kordaat of hij ook Nederlands sprak:
“Do you speak Dutch?”
Meestal, om niet te zeggen altijd, dienden ze daar negatief op te antwoorden en dan zette ik ze gelijk op hun nummer:
“Dutch is my language and if you don’t speak my language you have no reason to call me. Goodbye!” Mijn taal is het Nederlands en als u mijn taal niet spreekt, hebt u geen enkele reden om me te bellen. Salut!

Sindsdien bellen ze me nooit terug. Meer zelfs: vanaf het moment dat ik me van deze methode bediende, bleven dergelijke oproepen stelselmatig achterwege en nu heb ik zowaar al een paar weken niets meer van zulke hotemetoten vernomen.

Even afkloppen!

Telenet, wat is dit voor ongein?

Er is een tijd geweest dat ik niet over voldoende loftuitingen beschikte om Telenet te bejubelen. Ze voorzien mijn woning van een groot aantal zenders, die ze me per digitale televisie bezorgen, van een snelle internetverbinding en van zowel vaste als mobiele telefonie. Dat kost me iedere maand een flinke stuiver, maar daar mem ik niet over, als hetgeen ik er voor in de plaats krijg van deugdelijke kwaliteit is. Zelfs een sporadisch kinkje in de kabel neem ik er dan graag bij.

Sinds een aantal weken wordt de mailbox die ik bij Telenet heb echter overstelpt door een lawine van spamberichten. Schijthuizen kun je ermee dekken. Het loopt werkelijk de spamgaten … eh  … de spuigaten uit. Die boodschappen lijken afkomstig van grote bedrijven zoals onder meer Carrefour, NMBS, Bol.com, Ici Paris, Delhaize, Colruyt, Dreft, Nokia en Dyson, maar eigenlijk vinden ze allemaal hun oorsprong op de Filippijnen, in India of in de USA. Ik zou inmiddels talloze prijzen gewonnen hebben, kon allerhande vouchers incasseren en van adembenemende kortingen genieten als ik tenminste een link in die boodschappen had aangeklikt, wat ik vanzelfsprekend niet gedaan heb en ook nooit zal doen.

Ik loop het risico dat ik door de bomen het bos niet meer zie, of eerder omgekeerd: dat ik door het bos de bomen niet meer zie. Tussen die vele tientallen nepberichten kan er altijd eentje schuilgaan dat er voor mij wel toe doet en dat ik argeloos naar mijn spammap wegklik.

Het probleem doet zich enkel voor bij mijn mailadres bij Telenet, dat ik overigens zelden gebruik. Ik heb drie mailboxen bij Gmail, twee bij Outlook, twee bij Yahoo! en drie op mijn eigen domeinnaam. Die krijgen zelden of nooit spam binnen.

Het is een schrale troost dat in mijn kennissenkring vrijwel alle bezitters van mailboxen bij Telenet die ongewenste post over zich heen krijgen.

Foei Telenet! Doe er wat aan!

De doos van Pandora

Zoals het opduikberichtje hierboven vermeldt, heb ik, in arren moede, de commentaarbox van mijn blog dichtgeklapt. Het aantal spamberichten liep werkelijk de spuigaten uit. Ik heb het hier niet over enkele tientallen, maar over een kleine duizend per dag. Spamjager Akismet verhinderde weliswaar vrij nauwgezet dat die op mijn blog verschenen, maar ik diende ze toch te verwijderen, nadat ik ze eerst op authentieke exemplaren gevlooid had.

Hoewel mijn blog volgens de statistieken op heel wat belangstelling kan bogen, reflecteerde zich dat niet in de commentaren. Ik mocht al blij zijn als ik er vier per dag ontving en dat sop is de kool niet waard.

Wie iets aan me kwijt wil, zal het contactformulier moeten gebruiken. Het is jammer maar helaas.

Bel me niet meer!

BelmenietIk stelde vast dat ik in toenemende mate en bovendien op de ongelegenste tijdstippen lastig gevallen werd door allerhande bedrijven, die me telefonisch geld probeerden af te tappen, door me tot een aankoop of het nemen van een abonnement te verleiden.
“Dat moet nu maar eens gedaan zijn!” mopperde ik geërgerd en ik begaf me met rasse, want spinnige vingertred op internet, meer bepaald naar de website waar men zich op de zogeheten bel-me-niet-meer-lijst kan inschrijven. Als je dat doet, zorgt men ervoor dat je geen ongewenste reclame meer ontvangt via de telefoon. Ik besloot geen halve maatregelen te nemen en liet meteen zowel mijn vast als mijn mobiel nummer taboe verklaren voor commerciële doeleinden.

De daaropvolgende dag was ik net aangeschikt om mijn favoriete kostje ─ beulingen met appeltrut ─ in mijn voerklep te stouwen toen mijn mobieltje van zich liet horen.
“Doe me een lol! Ik zit te eten!” foeterde ik verongelijkt, maar desalniettemin bracht ik het contact tot stand.
Iemand probeerde een krant aan me te slijten.

De daaropvolgende dag was ik bezig mijn frituurpan te verschonen ─ een karwei dat allerminst bevorderlijk is voor mijn humeur ─ toen mijn vaste telefoon om aandacht bedelde.
Iemand stelde alles in het werk om me van energieleverancier te doen veranderen.

Ten zeerste verontwaardigd spoedde ik me opnieuw naar de website van ‘bel me niet meer’.
Het verzet moet worden nageleefd zodra je bent ingeschreven, las ik daar.
“Krijg de donkerbruine touwtering!” riep ik en terwijl ik mijn stekels opzette, klikte ik me door naar hun contactpagina, teneinde daar in een e-mail venijn te sproeien als een opgefokte cobra.

Onderweg stuitte ik echter op de rubriek Veelgestelde Vragen.
Een van die vragen was: Hoeveel tijd zit er tussen mijn inschrijving en het moment waarop ik geen reclame meer ontvang?
Het antwoord luidde: De inschrijving van je telefoonnummer gebeurt binnen de 5 werkdagen.

Ik heb ze geen mail gestuurd. Nu maandag is het de vijfde werkdag. 

Achter de schermen

Ze hebben zich geruime tijd koest gehouden, maar nu hervatten ze kennelijk het offensief. Ze, dat zijn de spammers die mijn commentaarbox bestoken met nonsens omtrent penisverlengingen, erectiepillen en meer van dat fraais. Het loopt werkelijk de spuigaten uit. Ik heb het hier namelijk niet over een paar berichten die zo nu en dan mijn blog binnendwarrelen, maar over tientallen, ja zelfs honderden indringers per dag. Gelukkig beschik ik over het weergaloze Akismet, dat er in de achtergrond in slaagt om al die pseudocommentaren naar een zijspoor te rangeren, waar ik ze per muisklik naar de verdoemenis en de prullenbak kan helpen, zodat niemand behalve ik ze te zien krijgt. Het blijft behelpen natuurlijk. Ik moet toch altijd even controleren of er niet een rechtmatige commentator tussen de spam verzeild is geraakt, want dat gebeurt af en toe. Voorlopig kijk ik het nog even aan, maar als het zo doorgaat, zal ik genoodzaakt zijn om de commentaarbox tijdelijk af te sluiten.

Ik blijf nog even bij het onderwerp dat ik net al bij de kop had. Sommigen van jullie zullen het reeds gemerkt hebben: na het plaatsen van een commentaar krijg je op mijn blog nu vijf minuten de tijd om desgewenst de tekst ervan te corrigeren. Ik zal wel niet de enige zijn die na het doorseinen van een bericht plots een tik- of een stijlfout opmerkt en geërgerd vaststelt dat het verbeteren ervan onmogelijk is. Op Uilenvlucht kan dat nu wel en ik hoop dat ik op die manier zo nu en dan iemand een irritatietje kan besparen.

Ik hou het weliswaar een beetje stil, maar desalniettemin heb ik jullie waarschijnlijk al verklapt dat ik kan toveren. Het zal dan ook niemand verbazen dat ik daar op mijn blog gebruik van maak. Af en toe zal er hier helemaal bovenaan een balkje met een in meer of mindere mate belangrijke mededeling verschijnen, waarvan de kleur afhankelijk is van mijn gemoedsstemming of van de politieke voorkeur waaraan ik op dat moment onderhevig ben. Vandaag, bij wijze van voorbeeld, is dat dus geel en zwart, omdat ik Vlaming ben. De balk blijft tien seconden zichtbaar en verdwijnt dan helemaal vanzelf in het niets. Jullie kunnen die echter naar believen opnieuw tevoorschijn halen door het pijltje in de rechterbovenhoek aan te klikken.