Tag: Vlaanderen

De ‘partijdigheid’ van de N-VA

Op Twitter verneem ik, zowel van de N-VA als van hun staatssecretaris Theo Francken, dat ene Ralph het tweeduizendste nieuwe lid is dat deze partij sinds het begin van 2018 mocht verwelkomen.

Ze heffen een soort jubelzang aan om te melden dat die aanwinst uit Leuven afkomstig is. En dan?! Is iemand uit Zoutenaaie of uit Zichen-Zussen-Bolder misschien minder waard dan een Leuvenaar?

FonskesZe heten de nieuwkomer op uitbundige wijze welkom en publiceren zelfs een foto, waarop te zien is hoe ze hem fêteren door hem een doosje Leuvense Fonskes te overhandigen. Volgens internet zijn dat handgemaakte pralines van 100% chocolade van de hoogste kwaliteit, met verfijnde vullingen van verschillende smaken, zoals koffie, karamel en praliné.

Kijk N-VA, ik ben ook lid geworden in 2018 en ik woon in niet in Leuven, maar in West-Vlaanderen. Jullie hebben me helemaal niet gefêteerd. Dat die Ralph heel toevallig het tweeduizendste nieuwe lid is, beschouw ik hoegenaamd niet als een verdienste. Dat jullie het nodig vinden om hem louter om die reden in de bloemetjes te zetten, getuigt alleszins niet van klantvriendelijkheid, maar eerder van partijdigheid, om niet te zeggen vriendjespolitiek, en zo’n ingesteldheid zou jullie wel eens zuur kunnen opbreken.

Ik stel dus voor dat jullie alle nieuwe leden van 2018 zo’n versnapering aanbieden, al mogen dat in mijn geval ook Brugse kletskoppen zijn.

Boerenbedrog

Wie beschrijft mijn verbazing toen ik boven Vlaamse velden plotsklaps een roofvogel van niet geringe afmetingen aanschouwde, die daar hing te bidden, want zo heet die bijna roerloze activiteit. Onderstaande foto die ik van deze waarneming nam, is een beetje wazig. Ik diende immers op ruime afstand te blijven en flink in te zoomen, want het vogeltje dat in mijn camera huist ─ kijk eens naar het vogeltje! ─ was nogal bang van zijn grote soortgenoot.

roofvogel

Wie beschrijft mijn verbazing toen ik even later ontdekte dat de roofvogel in kwestie aan een buigzame stok bleek vast te hangen en dat het dus eigenlijk een namaaksel betrof en niet meer dan een mobiele vogelverschrikker was.

roofvogel2

Wie beschrijft mijn verbazing toen ik in Vlaamse velden plotsklaps een rosse gedaante ontwaarde, die daar een eigenlijk niet thuishoorde …

vos

… en bij nader toezien een vos bleek te zijn die mij aan het besluipen was…

vos2

… en zich bij nog nader toezien tot een plastieken geval ontpopte dat daar neergepoot was om ik weet niet wie of wat af te schrikken.

vos3

Die boeren! Ze worden met de dag vindingrijker.

“Niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt”, schreef de Utrechtse auteur C.C.S. Crone in lang vervlogen tijden. Hij had nog gelijk ook.

Opgeruimd

Plassendale

Op de plek waar de kanalen Gent-Oostende en Oudenburg-Nieuwpoort zich verenigen, vind je het sluizencomplex Plassendale, dat een beschermd dorpsgezicht is. Men ─ het stadje Oudenburg ─ heeft er een idyllische pleisterplaats ingericht met een half dozijn robuuste picknicktafels. Het is er heerlijk toeven aan de rand van het water, behalve tijdens de weekends. Dan krioelt het er immers van veelal luidruchtige wielerterroristen en van galeislaven in roeiboten, die vanaf de oever bijgestaan worden door fietsende trainers met roeptoeters die een herrie als een oordeel maken.

Op weekdagen is deze plek echter een oase van rust. Af en toe spartelt er een boot door het water; eenden spelevaren; vogels repeteren eindeloos; vissers zitten te vissen … en heel soms verschijnt er plots een vuilniswagen. Dat gebeurde gisterenmorgen toen ik daar zat. Een bemanningslid van dat voertuig bekommerde zich om de vier tjokvolle, overlopende bakken die daar opgesteld stonden, maar hetgeen op de grond lag liet hij ongemoeid.

Ik was daaromtrent in niet geringe mate verbaasd en diepte mijn cameraatje op, om deze aanfluiting van beroepsijver vast te leggen. Terwijl ik de opname maakte, kwam er een dame met een labrador aangewandeld. Of was het een labrador met een dame? Wie zal het zeggen? Ze begon de boel op te ruimen.
─”Dat ze dat niet meenemen!” gaf ik lucht aan mijn verwondering.
─”Daar worden ze niet voor betaald”, zei ze. “In hun contract staat dat ze die bakjes moeten leegmaken, maar niet dat ze het zwerfvuil dienen op te ruimen, dus doen ze dat ook niet.”
─”Heb je van je leven!” schuddekopte ik.
─”En daar!” vervolgde ze en ze wees naar een van de gebouwen. “Daar zitten vijf van die sluiswachters godganse dagen met hun tenen te spelen en met hun duimen te draaien, want veel bootverkeer is er hier niet, maar even naar hier komen om de boel netjes te houden … Vergeet het!”

Waarna we samen het zwerfvuil opruimden en opgeruimd onze weg vervolgden.

Plassendale2

Gebakken lucht?

In het stadje Oudenburg viel mijn oog op het uithangbord van een friettent met een originele naam: Hakuna Patata.

HakunaPatata

De bedenker ervan heeft zich waarschijnlijk laten inspireren door de titel van het beroemde lied, Hakuna Matata, uit de tekenfilm De Leeuwenkoning van Walt Disney Pictures. Daarbij heeft hij evenwel de betekenis ervan over het hoofd gezien. Hakuna Matata is Swahili en betekent letterlijk: er is/er zijn geen problemen. Als men die matata door patata vervangt, krijgt men dus: er is geen patat/er zijn geen frieten.

Dat zal vermoedelijk niet de bedoeling zijn, want een friettent zonder frieten is net zo erg als een café zonder bier.

Losse flodders

Tijdens mijn wandel- en fietstochten laat ik mijn gedachten de vrije loop en die gaan me daar toch een gang! Je leven zo niet! Om niets verloren te laten gaan van mijn als steekvlammen oplaaiende hersenarbeid heb ik altijd een digitaal dicteerapparaatje op zak en zodoende ook binnen handbereik, waaraan ik al mijn zielenroerselen toevertrouw, om die na afloop thuis te ziften en wat ervan overblijft als aantekeningen te bewaren voor als die ooit eens te pas komen.

Laten we even kijken wat ik verleden zondag zoal geoogst heb. Eos, de rozenvingerige dageraad ─ ja, ik dweep nog steeds met Homerus en andere oude Grieken ─ liet er geen twijfel over bestaan dat er een weldadige decembermorgen op til was, dus begaf ik me per benenwagen op weg om baldadig door herfstblaren te stappen, door weilanden te soppen en dartel in de natuur rond te raggen. 

Onderweg registreerde ik hetgeen volgt:

1.
Het valt me op dat er dit jaar bijzonder weinig kerstversierde tuinen, bomen en huizen te zien zijn. Zelfs de adventskransen op de voordeuren ontbreken. Ik sprak met een man die zich gewoonlijk aan buitenissige decoratie pleegt over te geven, maar nu geen aanstalten maakt om ook maar iets op te tuigen. Hij verklaarde ronduit dat hij bang is dat religieuze fanatiekelingen, die Kerstmis als een aanfluiting beschouwen, zich aan zijn eigendom zullen vergrijpen. Bij een vriend van hem hadden zulke onverlaten immers een zich buitenshuis bevindende kerststal vernield en tevens een ruit van zijn woning ingegooid. Is het werkelijk al zover gekomen?

2.
Waarom vertonen de meeste fietsers zo’n afgezakt smoel en een getourmenteerde gelaatsuitdrukking? Ruiken ze iets smerigs of zo? Ze moeten van mij niet onbedaarlijk veel plezier in het leven hebben, maar ze mogen toch best wat vrolijker kijken.

3.
Als mijn fiets een raar geluidje produceert, kan ik me daar verschrikkelijk over opwinden en moet dat meteen verholpen worden. Sommige mensen verplaatsen zich echter op ongegeneerd piepende, tikkende, kreunende en jammerende rijwielen en storen zich daar blijkbaar niet aan. Ik zou er het spetterend van krijgen.

4.
De meeste wegen brengen je langs keurige woningen met verzorgde voortuintjes. Fiets- en wandelpaden daarentegen voeren je soms langs de achterkant van diezelfde huizen. Je kunt je eigen haast niet indenken wat je daar allemaal aantreft aan rare bouwsels, afvalbergen en hopen schroot. Volgens mij staan er trouwens meer badkuipen in Vlaamse weiden en achtertuinen dan in Vlaamse badkamers.