Tag: verslaving

Als de rook om je hoofd is verdwenen

Mijn agenda verklapt dat het vandaag Aswoensdag is. Mijn agenda verklapt eveneens dat het vandaag elf jaar geleden is dat ik nog eigenhandig as geproduceerd heb. Op 17 februari 2010 heb ik om 19.30 uur immers mijn allerlaatste sigaret opgestookt, hetgeen ik nog steeds als een heuglijk feit beschouw, want het heeft me ondertussen een aardige duit opgeleverd.

Aswoensdag is bij katholieken het begin van de veertigdagentijd, beter bekend als de veertigdaagse vasten. Lockdowns, avondklokken en nu nog vasten ook? Het zal aan hun pietje zijn! Wat ben ik blij dat ik een heiden ben.

Als we maar leut hebben

Ik ben een gulzige, ja zeg maar gerust een schier onverzadigbare gebruiker van de brave vloeistof die koffie heet: het bakje leut met andere woorden.

Om die nooddruft te lenigen pleeg ik een toestel van Senseo in te schakelen. Hoewel ik me al jaren allerhande merken en koffiesoorten aanschaf, heb ik tot op heden nog steeds mijn gading niet gevonden. De pads Moka Royal van Douwe Egberts benaderen nog het meest hetgeen ik zoek, te weten de geurige, appetijtelijke kop koffie die men meestal in drankgelegenheden en restaurants voorgezet krijgt, maar geen enkel koffiekussentje kan die eigenschappen evenaren, wat me bijna tot wanhoop drijft. Zal ik me van kant maken, of moet ik me werkelijk zo’n heel duur apparaat met een Italiaanse naam aanschaffen om aan mijn trekken te komen?

Het zal nog eens zo gaan dat ik noodgedwongen op thee overschakel en ik hou niet van thee. Hoewel … met de melange ─ dat is een chic woord voor mengsel ─ ‘Het Geheim van Toetanchamon’ brouw je niet bepaald een inferieur drankje en zou me eventueel wel kunnen vermurwen.

Het Geheim van Toetanchamon … Zoiets verzin je toch niet! Tja, ieder kind moet een naam hebben natuurlijk.

Ik zal het nooit meer doen

Het was opgelegd pandoer dat ik de verleiding niet zou kunnen weerstaan en er veel geld zou laten, maar toch had ik het volste vertrouwen in de goede afloop van mijn onderneming. Ik blijf mezelf als een rots in de branding beschouwen.

Ik mag onder geen beding binnentreden in de handelszaken waar men papierwaren, schrijfgerief of boeken verkoopt. Zoals ik hier al eerder verklapte – lees in dit verband ’t Kan ooit van pas komen – worstel ik met een verslaving, waardoor ik op heden de rechtmatige eigenaar ben van honderden vul- en kogelpennen, van metershoge stapels papier en van duizenden boeken. Ik overdrijf geenszins.

Laat ik nu een e-mail krijgen van Toerisme Limburg, met de mededeling dat ik een gratis exemplaar van hun nieuwste vakantiegids – meer dan 330 inspirerende pagina’s – mag afhalen bij een krantenboer naar keuze.

Nog dezelfde dag verneem ik dat het bekroonde jeugdboek ‘Kruistocht in spijkerbroek’ van Thea Beckman voor slechts € 2,50 beschikbaar is in alle boekwinkels, in het kader van van de campagne ‘Geef een (prenten)boek cadeau.’

Niettegenstaande mijn verslaving, edoch met het vaste voornemen om me aan te lijnen, begaf ik me naar een boekhandel, annex tijdschriftenafdeling. Ik eigende er me de gratis Limburggids toe, voorzag me van het goedkope boek, begaf me naar de kassa … en besloot toen om toch nog even rond te kijken en in de roesverwekkende geur van nieuwe boeken te verwijlen.

Ik heb het pand verlaten met het goedkope boek, met de gratis gids … en met een ‘Wachtwoorden notitieboek’, met ‘Mijn verhaal’ van Michelle Obama, met ‘Mythos’ van Stephen Fry en met ‘Helden’ van dezelfde auteur.

Hoewel ik me voorgenomen had om slechts € 2,50 te besteden was ik toch bijna € 100 armer.

Ik ben een zwakkeling. Hoe ben ik er in vredesnaam tien jaar geleden in geslaagd om probleemloos met roken te stoppen?

boeken

Uitgerookt

Over een kleine week, op 17 februari, zal het acht jaar geleden zijn dat ik afscheid nam van de sigaret. Die prestatie vervult me nog steeds met enige trots, al heb ik nauwelijks wat gemerkt van de voordelen die naar men beweert aan zo’n rookstop verbonden zijn.

Ik zou nu bijvoorbeeld vrijer moeten ademen en minder snel buiten adem raken, maar als ik tegenwoordig trappen beklim of met de fiets een helling moet overwinnen, kom ik nog steeds een beetje hijgend boven.
Ik zou een gezondere huidskleur en minder rimpels moeten verworven hebben, maar als ik in de spiegel kijk, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de rimpels met de dag toenemen.
Ik zou minder hoesten, maar ik hoestte al niet toen ik nog rookte.
Mijn reuk-en smaakvermogen zouden aanzienlijk verbeteren, maar ook dat is me niet meteen opgevallen.
Het financiële voordeel moet zowat het enige zijn dat ik aan den lijve ondervonden heb. Als je drie pakjes per dag opstookt, scheelt dat natuurlijk een slok op een borrel.

Nu blijkt echter dat heel mijn ontwenning verspilde moeite geweest is. Ik verneem namelijk uit een zeer betrouwbare bron dat houtrook dertig keer schadelijker zou zijn dan sigarettenrook. Tabaksrook is trouwens eerder plaatselijk schadelijk en schaadt vooral de roker zelf, terwijl een haardvuur of een houtkachel een ganse woonwijk schaadt, tot meer dan tweehonderd meter in de omtrek.

Knoop dat maar even in jullie oren, buren van me, en steek een sigaret op als jullie nodig rook willen produceren.

Goed veel centen in mijn zak

Vandaag, maar dan zes jaar geleden, nam ik een kloek besluit. Als verstokte roker van twee pakjes per dag stookte ik ’s avonds om 19.30 uur mijn laatste sigaret op en sindsdien heb ik alle tabak uit mijn leven gebannen.

Voel ik me nu beter en gezonder? Niet echt eigenlijk. Het valt me alleszins niet op. In die zes jaar heb ik wel zo’n 25.000 euro voor wat anders kunnen gebruiken en dat maakt veel goed natuurlijk. Vijfentwintigduizend euro! Ik denk dat ik me een nieuwe auto zal aanschaffen. Heb ik genoeg voor een Ferrari?

Emancipatie

In de supermarkt waren zes kassa’s bemand. Letterlijk dan, want ze werden allemaal door mannen bediend. Waar zijn de caissières van weleer?

Het caféterras behelsde veertien personen: acht vrouwen en zes mannen. Geen van de mannen rookte. Alle vrouwen deden dat wel. Zonder uitzondering!

Aan het station van Brugge nam ik de bus om me naar de andere kant van de stad te begeven.
“Alle vrouwen die niet geëmancipeerd zijn mogen voorgaan”, zei ik lachend tot de wachtenden achter me.
Ze gingen allemaal voor.

Wat schuift het?

Ik heb wat te vieren. Vanavond om halfacht zal het namelijk vijf jaar geleden zijn dat ik mijn laatste sigaret opstookte. Ik besef dat dit een nogal onnozele aanleiding is om in feestgedruis los te barsten, maar met de jaarwisseling heb ik besloten om iedere gelegenheid ─ hoe onbenullig ook ─ aan te grijpen om in een goed humeur te sukkelen en, in afwachting van het vermoedelijke niets, plezier te beleven aan het voorlopige iets.

Ik stel verheugd vast dat ik in die vijf rookloze jaren behoorlijk wat geld uitgespaard heb ─ twee tot drie pakjes per dag lopen aardig in de papieren ─ al is dat bedrag een lachertje als ik het vergelijk met hetgeen de Belgische voetballer, Eden Hazard (24), voortaan zal vangen. Hij heeft bij de Engelse topclub Chelsea een nieuw contract ondertekend en voortaan zal hij € 270 000 binnenrijven. Da’s een aardig jaarinkomen, dacht ik nog. Daar teken ik voor.    
“Per week”, voegde de nieuwslezer daar fijntjes aan toe.

€ 270 000 per week?! Het weze me toegestaan om dat ‘lichtjes’ overdreven te vinden. Herstel! ik vind het ongehoord en zelfs obsceen. Geen mens kan dit waard zijn en alleszins geen voetballer. We leven in bizarre tijden.

honger

Gezondheid!

Ik ben vrij tevreden over mijn stoffelijk omhulsel en over hetgeen ik er allemaal vermag mee uit te voeren. Ik doe eens even iets geks, dacht ik nog niet zo lang geleden en toen stelde ik een lijstje op met de top vijf van de dingen waaraan ik het meeste plezier beleef: de lichamelijke geneugten met andere woorden.

Op de eerste plaats, met ruime voorsprong, staat klaarkomen. Verdere uitleg lijkt me overbodig en een tekeningetje hoef ik er waarschijnlijk ook niet bij te maken. Nummer twee is met een wattenstaafje in mijn oren pulken. Dat is een genot, hoor! Het knakken van mijn kneukels is de derde in het rijtje: een verfoeilijke en door velen verafschuwde gewoonte, waaraan ik me evenwel met grote graagte overgeef. Vier is krabben waar het jeukt, vooral als ik er, al dan niet gebruik makend van een hulpmiddel, in slaag om een schier ontoegankelijk plekje op mijn rug te bereiken. Niezen maakt mijn top vijf compleet …

Zoals jullie weten is niezen een reflectorische beweging, waarbij de lucht met kracht uit de neus wordt gestoten, ten gevolge van een prikkeling van de slijmvliezen. Ik doe het gaarne, ook al gaat dat in mijn geval gaat dat met grote onstuimigheid gepaard. Als ik nies, beleef ik een soort orgasme in mijn hersens en verlies ik heel even de controle over mijn lichaam en mijn ledematen. Op het moment dat zich gisteren een nies aankondigde, hield ik evenwel met mijn hand een kop koffie in labiel evenwicht op een schoteltje. Ik probeerde mijn neus nog op andere gedachten te brengen, door mijn tong tegen mijn gehemelte aan te drukken ─ ik heb ergens gelezen of gehoord dat dit een nies kan onderdrukken ─ maar het mocht niet baten. Ik ontplofte, mijn hele lichaam schokte … en de kop sprong gezwind van het schoteltje, om neer te strijken op de schouder van de persoon die ik koffie aangeboden had.

Gelachen dat we hebben. Nu ja, niet heus eigenlijk.

Ik heb al eerder over mijn lichamelijke geneugten geschreven. Voor wie eens echt wil lachen …
Over niezen: Een nieuw mobieltje
Over oorpulken: Het oorgasme
Over kneukelknakken: Krakende wagens …

Als men zichzelf niet kietelt …

Samen met een vriend belandde ik in de omgeving van het Brugse station. Begrijp me vooral niet verkeerd: stationsbuurten zijn vaak rosse oorden des verderfs, maar dat is in het zedige Brugge niet het geval. Bovendien ben ik, voorbeeldig zijnde, niet geneigd om plaatsen waar lusten makkelijk overspringen met een bezoek te vereren. Mijn vriend evenmin. Nee, onze zakelijke afspraak was sneller afgelopen dan verwacht, zodat we wat tijd zoek te maken hadden.

Eerst maakten we een ritje ─ heet dat zo, of is omwenteling een beter woord? ─ met het reuzenrad dat daar ter gelegenheid van de feestdagen opgesteld staat, maar dat was geen onverdeeld genoegen, vanwege het frisse waaiweer en vooral ook vanwege de hoogtevrees die me parten blijft spelen. We zochten onze toevlucht in The land of the Hobs: een tent, bevattende een verbazingwekkende tentoonstelling van ijssculpturen. Zodoende kwamen we echter van de regen in de drop, want daar was het nog kouder dan in de reet van een pinguïn: zes graden onder nul asjeblieft! Het duurde dan ook niet lang of we verhuisden naar brasserie Den Ysput, waar het niettegenstaande de onheilspellende naam lekker warm was. Toen we daar in ontdooide toestand buitenkwamen zag ik opeens … een dubbele roltrap.

Nu ben ik al sinds mijn kindertijd verslaafd aan roltrappen. Ik doe bijna niets liever dan ermee hemelwaarts stijgen en/of grondwaarts zijgen en het zal jullie dan ook niet verbazen dat ik van de gelegenheid gebruik maakte om mijn goddelijke driehoek te gaan. Ten prooi aan totale verrukking liet ik me naar hogere sferen brengen en ik stond op het punt om gelijk weer lagere regionen op te zoeken, toen mijn vriend plots een winkel van Media Markt ─ ik ben toch niet gek! ─ in de smiezen kreeg en daar per se een kijkje wou gaan nemen. Ik gunde hem zijn pleziertje, ging met hem mee … en kocht daar in een soortement opwelling een tablet … en niet zomaar een tablet maar een iPadAir 2 Wi-Fi 128 GB Silver. Dat zal ze leren, de Sinterklazen, de Kerstmannen en de paashazen die me al jaren compleet negeren! Als men zichzelf niet kietelt, lacht men nooit.  

Ik zit nu al een aantal dagen met dat speeltje te klooien en ik amuseer me kostelijk, maar ik veronachtzaam wel mijn andere werkzaam- en bezigheden, zoals bijvoorbeeld bloggen.

Is ’t nu gedaan, ja!?