Tag: Nederlands

Bijna juist ─ 23

Deze overwinning was de kroon op de taart.
Vroeger placht een kroon zich op een koninklijk hoofd, of ook nog op het werk te vestigen, en moest een taart zich met een kers tevredenstellen, maar de tijden veranderen en dus ook de gebruiken.

Mededeling tijdens een veldrit: De toeschouwers worden verzocht om geen gebruik te maken van een bel om te supporteren, want dat brengt de renners in verwachting.
Deze mededeling bracht mij helemaal in verwarring, want ik had nooit kunnen bevroeden dat men iemand met een bel kon bezwangeren.

Ik heb het pakket geroutineerd, want het artikel beantwoordde niet aan mijn verwachtingen.
De koeriersdienst heeft het vervolgens op geretourneerde wijze terug naar de afzender gebracht.

De regen viel met bakstenen uit de lucht.
Heremijntijd! Ik vond bakken al ruimschoots voldoende, of desnoods oude wijven en pijpenstelen, maar bakstenen nog aan toe!

Ik beschouwde multifocale brillenglazen al als een fantastische verwezenlijking. Heeft iemand van jullie een idee waar meerstemmige (multivocale) glazen goed voor zijn?

multivocaal

Wrokken

Normaliter zou ik vanavond voor mijn televisietoestel postvatten om te kijken naar en mee te schrijven aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Zoals verleden jaar zal ik dat echter niet doen, omdat ik nog steeds in de hoogste mate verontwaardigd ben over de onbeschofte manier waarop men de zeer door mij gewaardeerde presentatrice, Martine Tanghe, uitgerangeerd heeft. Men vond haar blijkbaar te oud, hetgeen vanzelfsprekend niet kon gezegd worden van haar medepresentator: de rochelende en onverstaanbaar wauwelende Philip Freriks. Ik zou de uitzending saboteren als ik daartoe in staat was, maar dat ben ik niet en dus dien ik mijn actie noodgedwongen tot boycotten te beperken.

Freriks en zijn huidige rechterhand, Freek Braeckman, kunnen wat mij betreft de (kerst)boom in en de Eerste Kamer der Staten-Generaal in Den Haag, waar het gebeuren plaatsvindt, mag van mij het moeras inzakken.

In plaats daarvan zal ik met mijn tenen spelen. Dat is ook leuk.

Leve Martine Tanghe!

Vocabulaire 7

Kennen jullie het werkwoord verburgertrutten? Het staat (nog) niet in Van Dale, maar ik heb het onlangs in een tekst aangetroffen en vind dat het best wel een overlevingskans verdient. De betekenis ervan is: verworden tot een burgertrut (dat Van Dale wel vermeldt), of als vrouw ontaarden in aanstellerij en een benepen, bekrompen mentaliteit. Ik probeer er een mannelijke variant voor te verzinnen.

Een ander nieuw woord is enektie, wat staat voor een stijve nek, naar analogie van … inderdaad! Ik hoef er waarschijnlijk geen tekeningetje bij te maken en daar ben ik blij om, want ik kan niet tekenen.

Weten jullie wat een porte-manteauwoord is? Men noemt het ook een vlechtwoord, een hypogram of een kofferwoord en het is een woord dat ontstaat door een samensmelting van twee andere, zoals bijvoorbeeld brunch (breakfast en lunch), smog (smoke en fog), formidastisch (formidabel en fantastisch), blog (web en logboek) en motel (motor en hotel). Nieuw in dit rijtje is straatsen: schaatsen op een straat die met een natuurlijke ijslaag bedekt is. Wat ze allemaal niet verzinnen! Het toetsen aan de praktijk laat ik aan me voorbijgaan, want ik kan niet schaatsen. Als ik het zo bekijk, kan ik eigenlijk niet veel.

Mijn tot nader order laatste nieuwkomer is tolteller: het toestel dat men tegenwoordig aan boord van vrachtwagens aantreft en dat het tolbedrag berekent op basis van de afgelegde weg, het gewicht en de uitstoot van het voertuig in kwestie.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Beestenboel

Hieronder een overzicht van de nationale sportploegen in België:

De Yellow Tigers: volleybal vrouwen
De Red Dragons: volleybal mannen
De Red Panthers: hockey vrouwen
De Red Lions: hockey mannen
De Belgian Red Flames: voetbal vrouwen
De Red Devils: voetbal mannen
De Belgian Cats: basket vrouwen
De Belgian Lions: basket mannen
De Red Wolves: handbal mannen
De Red Knights: motorcross mannen
De Belgian Diamonds: korfbal mannen
De Belgian Bullets: bobslee vrouwen

Is in België het Nederlands op? We kunnen het Engels niet laten, zoveel is zeker, en ik betreur dat ten zeerste.

Week van het Nederlands 2

De week van het Nederlands loopt ten einde en ik heb er al met al weinig aandacht aan besteed. Ik zou me moeten schamen, maar ik doe niet zo aan schaamte.

Ik vertel jullie geen nieuws met de mededeling dat ik me uit hoofde van mijn beroepsbezigheden dagelijks met taal en vertalen onledig houd en dat het Nederlands een stokpaardje is dat ik uitermate graag berijd. Ik heb dan ook, in de loop der jaren, een klein fortuin besteed aan vaak onmisbare hulpmiddelen, zoals daar zijn woordenboeken, thesauri, grammatica’s en consorten. Vandaag de dag kunnen we, dankzij internet, veel van die naslagwerken gratis verwerven, tenminste als het de Engelse, Franse, Duitse en Spaanse taal betreft, om er maar enkele te noemen. Voor het Nederlands kom je echter onvermijdelijk bij Van Dale terecht en dat zijn regelrechte geldwolven. Die willen voor ongeveer alles betaald worden en niet te min.

Hier is ongetwijfeld een taak weggelegd voor de Nederlandse en Vlaamse overheid. Misschien kunnen zij ervoor zorgen dat men de dikke Van Dale gratis aanbiedt of toch voor een redelijkere prijs dan nu het geval is. En kan er nu eindelijk eens een degelijke Nederlandse thesaurus verschijnen? Van Dale heeft in 2010 een schuchtere poging in die richting gewaagd, maar het resultaat is pover en zeker geen € 79 waard, want dat is de prijs die ik ervoor neertelde. Ik behelp me nu nog steeds liever met het veel betere Het Juiste Woord: het standaard betekeniswoordenboek der Nederlandse taal van Dr. L. Brouwers. Lang zal dat echter niet meer duren, zoals jullie hieronder kunnen zien. Het boekwerk zal er eerlang compleet de brui aan geven ─ dat zie je er zo aan af ─ en ik kan vooralsnog nergens een vervangingsexemplaar vinden.

thesaurus

Week van het Nederlands

weekNederlands

Ik mag er zonder enige pretentie prat op gaan dat ik me slechts zelden aan taalfouten bezondig. Zo heb ik bijvoorbeeld niet de minste moeite om de staart van werkwoorden van de correcte d’s en/of t’s te voorzien. Ook het obstakel van de verbindings-n zorgt nauwelijks voor hinder. Vaste voorzetsels beschouw ik niet als loslopend wild en leestekens krijgen van mij een rechtmatige behandeling. Ik weet goed de weg in samengestelde zinnen, mors niet met superlatieven en gemeenplaatsen, roer bijna nooit Engels door mijn Nederlands en hoed me voor uitputtende beschrijvingskunst, waarvan het einde al zoek is nog voor ik er met tegenzin aan begin.

Het kan vanzelfsprekend altijd gebeuren dat er een foutje tussen de mazen van het net glipt. Als men me daarop wijst, stel ik dat op prijs en ben ik niet te beroerd om me ootmoedig op de borst te kloppen, maar onlangs …

In de dorpskroeg kwam een man naar me toe. Hij is narcosearts, ofte anesthesist, maar ook een kloothommel die zijn eigendunk nauwelijks kan tillen en een betweter in een academisch steunkorset. Ik heb onlangs een vertaling voor hem gemaakt en daar wilde hij kennelijk een kanttekening bij plaatsen.
─”Je moet nog eens beweren dat het Nederlands nauwelijks geheimen voor je heeft”, sprak hij op een nogal stellige toon met een gelijkhebberige bijklank. “Ik heb in één zinnetje twee flaters ontdekt.”
─”Kom op met je kommetje!” stak er licht onbehagen in me op, omdat hij het blijkbaar nodig vond om die tekortkoming met luider stemme te afficheren.
─”Jij schrijft: het meisje zei dat ze scampi lekker vond. Dat moet zijn: het meisje zei dat het scampi’s lekker vond. Meisje is een onzijdig woord en het meervoud van scampi …”
─”… is scampi”, onderbrak ik hem. “Scampi is van oorsprong al de meervoudsvorm van het Italiaanse scampo. In het Nederlands mag je ook scampi’s gebruiken, maar dat is dubbelop en dus hoeft het niet. Meisje is inderdaad een onzijdig woord, maar in het Nederlands gaat biologisch geslacht vóór grammaticaal geslacht. Bij meisje moet je dus zij of haar gebruiken. Anders nog wat?”

Ik heb, geloof ik, nog nooit zo triomfantelijk gekeken als op dat moment in de dorpskroeg. Ik wil het niet beter weten dan een ander, maar juist is juist.

Bijna juist ─ 22

─ In het journaal van de VRT had een journalist met zin voor overdrijving het over het overgrote merendeel van iets. Het overgrote deel van iets volstaat wat mij betreft, of desnoods het merendeel.
─ Een vriendin van me had tijdens haar vakantie een katholieke eredienst bijgewoond en tijdens de concentratie van die mis was er iets grappigs gebeurd. Ik heb ook eens bijna hardop moeten lachen, maar bij mij was dat tijdens een consecratie.
─ Diezelfde vriendin had ook een fanfare zien voorbijtrekken, die voorafgegaan werd door marionetten. Het is eens wat anders dan die eeuwige majorettes.
─ Weerman Frank Deboosere zei tijdens een van zijn profetieën: warm zomerweer is uit den boze. Frank bedoelde wellicht ‘niet aan de orde’ of ‘niet van toepassing’. Uit den boze betekent immers misdadig, zondig, volstrekt verwerpelijk.
─ ‘Deze herhaling is vatbaar’ verklaarde de man tegen de televisiecamera. Dergelijke verslonzing van het Nederlands is wat mij betreft niet voor herhaling vatbaar.
─ Met vriendelijke groenten …

slaatje

Verloedering

De meesten van jullie zullen onderhand weten dat ik een fervent en warm pleitbezorger ben van het Nederlands in het algemeen en van de West-Vlaamse streektaal in het bijzonder. Zo duld ik bijvoorbeeld geen woekeringen van het Engels in Nederlandse zinnen en ik probeer er alles aan te doen om mijn moedertaal, het West-Vlaams, voor aftakeling en ondergang te behoeden.

Ik erger me bijvoorbeeld mateloos aan de vlees noch vis zijnde tussentaal, waarvoor Geert van Istendael de term Verkavelingsvlaams bedacht, die men in de vervolgseries van Vlaamse televisiezenders hanteert en waarmee ouders vandaag de dag hun kinderen te woord staan. Het is een verloedering van zowel het dialect als van de standaardtaal en het is zo gekunsteld als de neten. Ik smeek jullie op mijn blote knieën: roer zo weinig mogelijk Engels door je Nederlands en bedien je, naargelang de omstandigheden, van je  dialect of van het algemeen Nederlands, maar laat je niet verleiden tot een overspannen brouwsel daartussenin.

Kijk, ik sprak West-Vlaams met mijn moeder, Castellano ─ de Zuid-Amerikaanse variant van het Spaans ─ met mijn vader, Esperanto met mijn buren … en met mij is dat toch ook goed gekomen, wel? Ik blijf vechten, ook al is dat dan misschien tegen de bierkaai.

Bijna juist ─ 21

Een vriend van me kwam met een ijzingwekkende historie op de proppen. Iemand uit zijn kennissenkring had bezoek gekregen van … een vleesetende bacterie. Dat gedrochtje had een ware ravage aangericht in het lichaam van zijn gastheer, bij zoverre dat men zijn beide benen geadopteerd had.

Dat adopteren zorgt trouwens vaker voor verwarring. In de dorpskroeg aanhoorde ik het verhaal van een man, die in zulke verdachte omstandigheden om het leven gekomen was, dat men het nodig vond om een adoptie op hem uit te voeren.

In de supermarkt stuitte ik op een bordje met de volgende mededeling: De gratis deegrollen zijn helaas uitverkocht.

Ik diende een brief te vertalen voor een oudere dame. Ze schreef onder meer dat ze overwoog om naar een serviesflat te verhuizen.

De zoon van een vriendin heeft een bril nodig. Daarom heeft zijn moeder een afspraak gemaakt met een optimist. Hoewel optimisten bij mij een wit voetje hebben, leek het me toch beter dat ze zich tot een optometrist wendde.

Toen ik onderweg de boodschap hieronder in het vizier kreeg, heb ik me toch even in de haren gechareld … eh … gescharreld.

scharreleieren

Met dank aan Francis Busschots voor zijn bijdrage.