Tag: lachertjes

Schipper mag ik overvaren?

Het betonweggetje kreeg enkel fietsers en voetgangers over zich heen, want het was gesloten voor gemotoriseerd verkeer, maar toch kon het bogen op een heuse spoorwegovergang met alle daarbij horende toeters en bellen.

Ik kwam daar aangepeddeld, lustig als altijd, en je zult het nooit anders zien: de bel begon te rinkelen, het rode licht flikkerde en de slagboompjes gingen dicht. In mijn hoedanigheid van voorbeeldig weggebruiker hield ik halt en wachtte. Twee minuten later stond ik daar nog steeds en was er in geen velden of wegen een trein te bespeuren. Toen gingen opeens de slagboompjes omhoog en het rode licht maakte plaats voor twee witte. Ik aarzelde nog even en maakte vervolgens aanstalten om de sporen over te steken, maar de bel zette het weer op een rinkelen, het licht sprong op rood en de slagboompjes versperden me de weg. Nu ja, versperren is veel gezegd. Ik wachtte op een trein die niet opdaagde en keek even later toe hoe de slagboompjes de armen spreidden en de rode lamp doofde. Gaan met de banaan! Ik had niet eens de tijd om de daad bij de gedachte te voegen, want ten derden male trad het hele alarmsysteem in werking.

Ik spiedde om me heen. Was er soms een verborgen camera in de buurt, die nauwgezet mijn doen en laten registreerde? Toen ging de deur van de keet aan de overkant van de spoorweg open en er verscheen een man.
─”Amuseer je je een beetje?” riep ik hem toe.
─”Steek maar over!” wenkte hij. “Ik wist niet dat je er was. Hier komt bijna nooit iemand.”

Voor ik overstak, heb ik toch eerst goed gekeken of er geen trein naderde. Ik vertrouwde die grapjas niet.

Een babylonisch spraakverwarrinkje

Al enkele dagen bied ik onderdak aan een Argentijnse logeergast en vanmorgen stond ik met hem in de wachtrij aan de kassa van de supermarkt. We waren in een druk gesprek verwikkeld over koetjes, kalfjes en wat er nog meer aan interessante dieren bestaat. Op een gegeven moment beantwoordde hij iets wat ik zei met de Spaanse uitroep: ‘Muy bien! Muy bien!’ Vertaald betekent dat: ‘Heel goed! Heel goed!’

De dame die voor ons stond, draaide zich met een ruk om, kogelde ons neer met haar blik en grauwde: ‘Ik zou je een klap geven, maar ik maak mijn handen niet vuil aan een fluim.’
Ik wist even niet waar ik het had. Toen ik dat wel wist en haar om tekst en uitleg verzocht, bleek ze ‘muy bien’ als een enigszins West-Vlaamse verbastering van ‘mooie benen’ geïnterpreteerd te hebben, waardoor ze dacht dat we haar onderdanen op ongepaste wijze lof toezwaaiden.

Gelachen dat we hebben!

Aan de lijn! Klaar!

Op het kanaal lag een rank en scherp vaartuigje, waarin zich negen meisjes genesteld hadden, al is nestelen hier wellicht niet de vlag die de lading dekt, want veel plaats om te nestelen bood die roeiboot niet. Is roeiboot trouwens de correcte benaming voor zo’n geval? Wacht, ik zoek het even op. Zoek, zoek …

Ja, roeiboot is wel degelijk juist, al mag men in deze verengelste tijden ook het woord scull gebruiken, wat ik dus niet zal doen.

Op het kanaal lag een ranke en scherpe roeiboot, waarin zich acht galeislavinnetjes en een stuurvrouw ophielden. Ze waren vertrekkensklaar, maar eerst luisterden ze nog aandachtig naar een instructeur, die vanaf de oever aanwijzingen gaf van hoe ze een en ander in het vat moesten gieten. De man hield een fiets binnen handbereik en op zijn rug bungelde een megafoon. Als straks een startsein zou weerklinken en de meisjes als een pijl uit een boog – ik overdrijf waarschijnlijk – door het water kliefden, zou hij ze langs het jaagpad volgen en via die roeptoeter zowel raadgevingen naar ze schreeuwen als op niet te onderschatten wijze de langs het kanaal heersende rust verstoren.

Opeens kwam er echter een olijkerd aangefietst en toen hij ter hoogte van het bootje kwam riep hij luidkeels: start! Twee van de galeislavinnetjes gaven gehoor aan zijn oproep en begonnen verwoed te roeien, maar omdat zes anderen dat niet deden ontstond er enig geharrewar van in elkaar hakende riemen, wat dan weer resulteerde in een vervaarlijk wiebelend bootje en … Nee, ze slaagden erin om niet te kapseizen, maar ik beleefde wel dolle pret aan de vertoning.

Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik denk dat ik even voordien zelf ook de neiging gevoelde om uit volle borst start te roepen, want ik ben eveneens de grappigste, zowel thuis als in de belendende percelen.