Tag: roeien

Blindvaren

De ranke boot sneed zich een weg door het water. Aan boord bevonden zich acht moderne galeislaven en een stuurmannetje, dat bij nader toezien een stuurvrouwtje bleek te zijn. Vanaf het jaagpad op de oever werden ze op toezichthoudende wijze bijgestaan door een man op een fiets, die zich van een megafoon bediende om op dictatoriale wijze bevelen en richtlijnen over te brengen. Die roeptoeter bezeerde in niet geringe mate de stilte waarin het kanaal zich placht te hullen en was eigenlijk volstrekt overbodig, omdat de roeiers zich ruim binnen de gehoorsafstand van een onversterkt stemgeluid bevonden.   
“Als ik ja zeg,” riep het heerschap, “doen jullie tien slagen met de ogen dicht en dan kijken jullie of jullie in mekaars ritme gebleven zijn. Ik zal nu ja zeggen. Ja!”

Zijn geroeptoeterde ja was nog niet helemaal koud of er ontstond een groot geharrewar van roeispanen en armen aan boord van het vaartuigje, dat van de weeromstuit vervaarlijk begon te wiebelen. Het was zelfs voor een leek als ik overduidelijk dat de inzittenden niet de kunst verstonden om in mekaars ritme te blijven als ze de ogen sloten.

Gelachen dat ik heb! Ik vraag me trouwens nog steeds af welk nut dat blindvaren zou kunnen hebben. En die roeptoeters mogen ze van mij met onmiddellijke ingang verbieden.

Aan de lijn! Klaar!

Op het kanaal lag een rank en scherp vaartuigje, waarin zich negen meisjes genesteld hadden, al is nestelen hier wellicht niet de vlag die de lading dekt, want veel plaats om te nestelen bood die roeiboot niet. Is roeiboot trouwens de correcte benaming voor zo’n geval? Wacht, ik zoek het even op. Zoek, zoek …

Ja, roeiboot is wel degelijk juist, al mag men in deze verengelste tijden ook het woord scull gebruiken, wat ik dus niet zal doen.

Op het kanaal lag een ranke en scherpe roeiboot, waarin zich acht galeislavinnetjes en een stuurvrouw ophielden. Ze waren vertrekkensklaar, maar eerst luisterden ze nog aandachtig naar een instructeur, die vanaf de oever aanwijzingen gaf van hoe ze een en ander in het vat moesten gieten. De man hield een fiets binnen handbereik en op zijn rug bungelde een megafoon. Als straks een startsein zou weerklinken en de meisjes als een pijl uit een boog – ik overdrijf waarschijnlijk – door het water kliefden, zou hij ze langs het jaagpad volgen en via die roeptoeter zowel raadgevingen naar ze schreeuwen als op niet te onderschatten wijze de langs het kanaal heersende rust verstoren.

Opeens kwam er echter een olijkerd aangefietst en toen hij ter hoogte van het bootje kwam riep hij luidkeels: start! Twee van de galeislavinnetjes gaven gehoor aan zijn oproep en begonnen verwoed te roeien, maar omdat zes anderen dat niet deden ontstond er enig geharrewar van in elkaar hakende riemen, wat dan weer resulteerde in een vervaarlijk wiebelend bootje en … Nee, ze slaagden erin om niet te kapseizen, maar ik beleefde wel dolle pret aan de vertoning.

Ik weet het niet helemaal zeker, maar ik denk dat ik even voordien zelf ook de neiging gevoelde om uit volle borst start te roepen, want ik ben eveneens de grappigste, zowel thuis als in de belendende percelen.

Een (niet zo) wreed accident

In mijn niet aflatende hang naar waterverzamelingen, zoals daar zijn oceanen, zeeën, meren, vijvers, stromen, rivieren en zelfs plassen hield ik me op aan de rand van het kanaal Gent-Brugge-Oostende, dat in sierlijke bochten doorheen het polderlandschap kronkelde. Vermoedelijk bevond ik me in de buurt van een watersportclub, want er was nogal wat bedrijvigheid op het water: vrouwen en mannen in ranke roeiboten sleurden zich ongeveer het lazarus aan de riemen waarmee ze zich voortbewogen, vaak ook opgehitst door met roeptoeters toegeruste begeleiders op het jaagpad.

Ik sloeg een wijle het schouwspel gade tot ik opeens, links van me, een ’twee zonder stuurman’ zag naderen en rechts een eenzaat in een skiff. Aangezien roeiers tegengesteld aan hun vaarrichting kijken, hadden ze elkaar niet in het snotje. Bovendien eigenden beide boten zich het midden van het kanaal toe, wat vermoedelijk niet geoorloofd is, maar ik ben niet op de hoogte van de verkeersregels op waterlopen. Zien jullie het aankomen?

Ik zag het alleszins aankomen en ik riep nog een waarschuwing, maar het was te laat. Ze botsen pardoes tegen elkaar, hetgeen enig gekraak veroorzaakte, want een riem van de skiffeur brak doormidden en ik zag het blad ervan met een keizerlijke boog in het water duiken. Ik wachtte likkebaardend op wat er verder te gebeuren stond: ik zag hoe de rivierpolitie met opdringerige zwaailichten en loeiende sirenes kwam aangesjeesd …

… maar dat was helaas niet het geval, want de betrokken partijen bleken de zaak in der minne te schikken. Teleurgesteld droop ik af.