Tag: gedenkdag

Over duivels en kwenen

Mijn scheurkalender – De Druivelaar – verklapt dat het vandaag Kwenenzondag is. Ik had daar tot vanmorgen nooit van gehoord, al weet ik natuurlijk dat een kween onder andere een oude zeurkous is, dus ging ik op zoek naar tekst en uitleg over dit fenomeen, want ik ben nogal een nieuwsgierig en folkloristisch persoon.

kwenenzondagMijn queeste leverde slechts weinig resultaat op. In een heel oud weekblad – ’t Getrouwe Maldeghem van 18 maart 1906 – vond ik het artikeltje dat jullie hiernaast aantreffen. Alle worstjes op een stokje! Oude wijven opstoken om het einde van de winter te vieren … Dat waren nog eens tijden!

Ik boorde vanzelfsprekend verder en ontdekte dat het niet zo’n naargeestige vaart liep. Op de derde zondag van de veertigdagentijd – de katholieke vasten – verbrandde men de winter, Pier Vrieze, onder de gedaante van een aangeklede stropop. Dat was al een heel stuk minder bloeddorstig en kinderen maakten het verhaal nog zoetsappiger, want die plachten op die dag de straat op te gaan met een mandje, waarin zich een pop bevond die de winter moest voorstellen en dan zongen ze:

Oude quene babelboone
Isse oudt, s’en is nid schoone
Gheeft ze doch een ey,
Daer me looptse wey.

Als ik het allemaal goed begrijp, kun je de winter ook met een gewoon ei verjagen.

Dat was dat, maar toen wilde ik ook nog even uitvogelen waar de in het krantenartikeltje vermelde benaming stomduivelzondag vandaan kwam. Het evangelie dat men op de derde zondag van de vasten voorleest in katholieke kerken handelt over een door Jezus uitgevoerde duiveluitdrijving bij een stomme man, die van de weeromstuit kon spreken. Wie wil weten hoe dat allemaal in zijn werk ging, kan dat nalezen in Lucas, hoofdstuk 11, verzen 11 tot en met 28.

En zodoende is mijn nieuwsgierigheid helemaal bevredigd en ik hoop die van jullie ook.

Gedichtendag

Ik ben nog fit
van lijf en verstand

Met mij is er totaal niets aan de hand.
Ik ben nog fit van lijf en van verstand.
Wel wat artrose in mijn heup en in mijn knie.
Als ik me buk, is het net of ik sterretjes zie.
Mijn pols is iets te snel, mijn bloeddruk wat te hoog,
maar ik ben nog fantastisch goed … zo op het oog.

Met de steunzolen die ik heb gekregen,
loop ik weer langs ’s Heerens wegen,
kom ik weer in winkels en ook op het plein.
Wat heerlijk zo gezond te mogen zijn.
Wel gebruik ik een tabletje om in slaap te komen
en over vroeger wat te kunnen dromen.
Mijn geheugen is ook niet meer wat het was
en ben ik weer vergeten wat ik gisteren nog las.
Ook heb ik steeds meer last van mijn ogen
en mijn rug raakt langzamerhand wat meer gebogen.
Mijn adem is wat korter, mijn keel is vaak erg droog,
maar ik ben nog fantastisch goed … zo op het oog.

Het leven is zo mooi, het gaat zo snel voorbij.
Als ik kijk naar foto’s, over vroeger van mij,
dan denk ik terug aan mijn jeugdige jaren.
Wilde ik mooie schoentjes, moest ik daar heel lang voor sparen.
Ik ging fietsen en wandelen, overal heen.
Ik kende geen moeheid, zo ’t scheen.
Nu ik ouder word, draag ik vaak blauw, grijs en zwart
en loop ik heel langzaam, vanwege het hart.
Doe het maar op uw gemak, zei de cardioloog,
u bent nog fantastisch goed … zo op het oog.

De ouderdom is goed, ja begrijp me wel,
maar als ik niet slapen kan en ik schaapjes tel,
dan twijfel ik of het wel waar is
en of schaapjes tellen niet wat raar is.
Mijn tanden liggen in een glas met water,
mijn bril ligt op de tafel even later.
Mijn steunkousen naast het bed op de stoel.
U weet dus wat ik met die twijfel bedoel.
Trek niets in twijfel, zei mijn pedagoog.
U bent nog fantastisch goed … zo op het oog.

’s Morgens, als ik ben opgestaan
en eerst de afwas heb gedaan,
lees ik het nieuws in de krant.
Het werk in huis doe ik naderhand.
Ik doe de ramen, ik stof wat af,
ik kom tijd te kort, staat u niet paf?
Wel gaat alles wat traag,
heb na het eten wat last van de maag.
Maar ik wil niet zeuren, want het mag,
het is heel normaal bij de oude dag.
Aanvaard het rustig, zei de psycholoog.
U bent nog fantastisch goed … zo op het oog!

Annie M.G. Schmidt