Tag: doordenkertjes

Instinkers

Naar jaarlijkse gewoonte heb ik gisteravond mijn spelkunst getest door mee te schrijven aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. De tekst van deze jubileumuitgave (25) was van de hand van Bart Chabot, die zich kennelijk uitgeleefd had in het Nederlands.

Tussen niemendalletje en blankebabybilletjesprivilege

Geef het Dictee terug aan de kijker, kopte De Telegraaf vorig jaar. Daar schrok het Dictee wel even van. De genuttigde zwezeriken lagen plotseling zwaar op de maag. Maar na een medoc te hebben gedronken, toog het Dictee alsnog welgemoed aan de slag.
Dames en heren thuis en in deze parlementariërsruimte, bij dezen proficiat: u hebt, onder toeziend oog van koning Willy de Tweede, nog steeds nul fouten in uw brossel!
O, als gisteren herinner ik me het eerste Dictee: na aankomst in een havelock met andere BN’ers bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal bekroop me het rodelopergevoel. Een halfuurtje later kwam een kokospalm voorbij, en zee-egels uit het Middellandse Zeegebied en een kasuaris en nochtans; en apensoort, apenrots en apekool: een taalkundig houtenjassenpark, en kookte ik vanbinnen want ik kende de Van Dale niet vanbuiten.
De oe’s en a’s waren niet van de lucht tijdens dat gillendekeukenmeidenvertoon van het Nederlands.
Sindsdien hebben we ongelooflijk veel geleerd: aanwensel, bespioneren, ge-sms’t en kippenragout kennen voor ons bollebozen geen trubbels meer, en ook uitentreuren, hawaï-shirt of gestrest en een rock-‘n-rolllegende in goeden doen spellen wij foutloos.
Ooit mocht ik het Kinderdictee schrijven en vergastte de bollewangenhapsnoeten op de oeioeimachine, een perubalsempopulier en een tafa of West-Australische penseelstaartbuidelmuis; een gribbelgrabbel van woorden, alle uit de Dikke Van Dale, de toverballenautomaat van onze taal.
Sla de Dikke willekeurig open en ontdek de geheimenissen van de brougham, een gesloten rijtuig voor twee personen getrokken door één paard; blader door die Ali Babataalschatkamer en ontdek dat een turbe een menigte is, en een turco een Noord-Afrikaanse inlandse tirailleur in Franse krijgsdienst.
Dat was het jubileumdictee. Rest de vraag: wilt u de komende jaren meer of minder dicteeën? Het antwoord moet wel luiden: ‘Meer! Meer! Meer!’

De deelnemers die aanwezig waren in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal in Den Haag maakten gemiddeld 23 fouten.
De bekende Vlamingen in de vergaderzaal maakten gemiddeld 25 fouten.
De lezers van De Morgen in de vergaderzaal maakten gemiddeld 16 fouten.
De bekende Nederlanders in de vergaderzaal maakten gemiddeld 31 fouten.
De lezers van De Volkskrant in de vergaderzaal maakten gemiddeld 19 fouten.

De winnaar in de vergaderzaal was de eenentwintigjarige Randy van Halen uit Dordrecht met slechts 7 fouten. Wie doet het hem na?!

Ik alleszins niet, want ik maakte 9 fouten. Ik heb ze hierboven in het rood aangeduid en geef hieronder wat toelichting:

– ik schreef Médoc, met accent en met een hoofdletter
– ik schreef van buiten, met een spatie
– ik schreef kippenragoût met een dakje
– ik schreef troubles
– ik schreef Hawaï-shirt met een hoofdletter
– ik schreef gestresst, met dubbele s
– ik schreef rock-and-rolllegende
– ik schreef kinderdictee, met een kleine letter
– ik schreef brown, want ik had nog nooit van een brougham gehoord

Voor meer tekst en uitleg kun je de website van Onze Taal aanklikken, waar men de pennenvrucht van Bart Chabot uitgebreid onder de loep neemt.

Bijna juist ─ 17

Het lijkt wel een wet van meten en persen dat je elkaar moet bedriegen in een huwelijk.
Daaromtrent hebben de Meden en Perzen duidelijk niets in de melk te brokken.

Ik heb geen zin om het huis op te ruimen en daar zal geen hond naar kraaien.
Zelfs de haan doet alsof zijn neus bloedt.

Hij vond mijn opmerking bijzonder onpasselijk.
Hij mag zich gelukkig prijzen dat ik het ongepast vind om iemand op fouten te wijzen.

Op deze pagina vindt u alles wat u moet weten over multivocale glazen.
Het liedje van de multifocale is kennelijk uitgezongen.

Tijdens de achtergelopen weken werden we herhaaldelijk met terroristische daden geconfronteerd.
Het moet nu eens en voor altijd afgelopen zijn met die onzin.

In de zijstraatjes van het Nederlands ─ 6

Voormalig Belgisch wielrenner en wielercoach, José De Cauwer, vervult vandaag de dag regelmatig de rol van cocommentator. Hij heeft een wit voetje bij me, want hij spreekt met kennis van zijn zaken, al erger ik me zo nu en dan aan een aantal van zijn hebbelijkheden, vooral waar het zijn nogal stiefmoederlijke behandeling van de Nederlandse taal betreft. Zo heeft hij bijvoorbeeld de neiging om tijdens zijn verslaggeving ten overvloede het verfoeilijke woordje effe ─ verbastering van even ─ te gebruiken en ik stel tot mijn grote ongenoegen vast dat zijn metgezel, Michel Wuyts, dat slechte voorbeeld enthousiast begint na te volgen.    

Een andere commentator bij een wielerwedstrijd waagde zich tijdens de aankomst aan de volgende boutade:
“Steek die armen omhoog! Strek dat lijf! Laat zien wat je in huis hebt!”
Tja, als je de uitmonstering van wielrenners in ogenschouw neemt, kan het toch niet al te veel moeite kosten om te laten zien wat je in huis hebt.

Tijdens een oorlogsherdenking in Leuven kreeg de televisiekijker dit te horen:
“Meer dan bijna 250 mensen werden terechtgesteld.”
Meer dan bijna … Ik doe mijn best, maar raak daar niet goed wijs uit.

In verband met de oplopende studiekosten interviewde men een studente die zich inschreef aan de Leuvense universiteit. Ze zei:
“Mijn ouders zijn gescheiden en dat is een heel groot voordeel.”
Het is maar hoe je het bekijkt.

Er verschenen twee Brusselse zussen op het ruitje. Ze waren oud en der dagen zat, maar ze hadden een gladde babbel in de aanbieding. Het grammelot waarin ze zich onverstaanbaar maakten, was zo sappig als smeltend asfalt. 
“Dat is ons temperatuur niet”, zei een van hen opeens en haar zus was het daar zichtbaar mee eens.
Ik vermoed dat ze eigenlijk temperament bedoelden.

In de zijstraatjes van het Nederlands ─ 5

trein

Het tegendeel zou mij zeer verbazen en waarschijnlijk velen met mij.

De overvloed aan hemelwater die we tijdens de voorbije week toebedeeld kregen, heeft hier en daar voor overlast gezorgd. De televisie besteedde daar aandacht aan en tijdens het journaal kregen we ene Katrien Smet opgedist, die namens de Vlaamse Milieumaatschappij wat duiding gaf. Ze opende de mond en sprak:

Rivieren en beken zijn buiten hun oevers getreden door het vele water.

Door het vele water nog aan toe! Wie had dat kunnen denken? Als het nu een trein geweest was, die een voertuig ontweek en zodoende …