Tag: humor

Quiz

De letter Q, die zonder twijfel het ondergeschoven kindje van mijn toetsenbord is, heeft iets verlegens over zich dat hem aardig maakt. Daarom wil ik hem vandaag even extra in het zonnetje zetten.

Quizleider:  Een vliegtuig transporteert 500 stenen, maar verliest er onderweg één. Hoeveel blijven er nog over?
Kandidaat:  499!
Quizleider: Correct. Volgende vraag: Hoe stop je in 3 stappen een olifant in een vrieskist?
Kandidaat: Je opent de vrieskist, je stopt er de olifant in en je sluit de kist.
Quizleider: Uitstekend! Volgende vraag: Hoe stop je in 4 stappen een hert in een vrieskist?
Kandidaat: Je opent de vrieskist, je haalt er de olifant uit, je stopt er het hert in en je sluit de kist.
Quizleider: Prima! Volgende vraag: Het is de verjaardag van de Leeuwenkoning en alle dieren zijn op het feest op een na. Wie ontbreekt?
Kandidaat: Het hert, want dat steekt nog in de vrieskist.
Quizleider: Formidabel! Volgende vraag: Hoe kan een bejaarde vrouw een moeras vol krokodillen doorkruisen?
Kandidaat: Op de gewone manier, want alle krokodillen zijn op het feestje van de Leeuwenkoning.
Quizleider: Fantastisch! En zo komen we bij de laatste vraag: Toch sterft de bejaarde vrouw. Hoe?
Kandidaat: Eh … ze zakt in het moeras en verdrinkt … veronderstel ik.
Quizleider: Fout! Jammer maar helaas! Het correcte antwoord luidt: Ze krijgt de steen die uit het vliegtuig valt op haar kop.

Voorlichting

Als kleuter was ik op wandel met mijn vader toen we op een heuvelflank een hert en een hinde ontwaarden, die tot de paringsdaad overgingen. Ik had nog geen weet van bloemetjes en bijtjes en begreep dus niet wat er gebeurde.
─”Wat doen ze?” vroeg ik aan mijn pa.
─”Hij probeert zijn vriendinnetje tegen de helling op te duwen”, zei hij bloedserieus.

Deze anekdote schoot me plots te binnen toen ik gisteren onderstaande mop hoorde:

Een schooljuf is op lente-uitje … eh … op lente-uitstap met haar klasje zevenjarigen. Ze komen bij een weide, waar een hengst ongegeneerd het beste van zichzelf tentoonspreidt: een joekel van een erectie. Het spreekt vanzelf dat dit niet onopgemerkt blijft en hoewel de juf alle moeite van de wereld doet om haar pupillen tot de orde te roepen, slaagt ze daar niet in. Ze zijn horende doof en blijven zich aan dat opzienbarende geslachtsorgaan vergapen.
─”Problemen?” vraagt een langskomende boer.
─”Ik krijg ze niet bij dat paard vandaan”, zucht ze.
─”Dat los ik wel even voor je op.”
Met rasse schreden begeeft hij zich naar de kinderen. Even later stuiven die joelend bij de hengst vandaan en zoeken hun heil bij de juf.
─”Hoe heb je dat voor mekaar gekregen?” wil ze van de boer weten.
─”Ik heb op strenge toon gevraagd wie dat ding daar uitgetrokken had”, grijnst de man.

Een appeltje voor de dorst

Pfff … ik heb een natte rug en ben compleet uitgewoond!

“Laat ik nu eerst eens even de zolder opruimen”, dacht ik vanmorgen. “Een kat zou er haar jongen niet terugvinden.”

Christene zielen! Daar ben ik ook even mee bezig geweest. Ik heb me ongeveer een hernia gezeuld en me zowat het hart uit het lijf gesloofd, maar het resultaat mag er wezen. Ik ben zo trots op mijn prestatie dat ik voor een keertje alle privacy overboord gooi en jullie op een foto van mijn zolderkamer trakteer. Vinden jullie ook niet dat opgeruimd netjes staat?

FortKnox

Tuinarbeid is dorstig

De gelagkamer van de drenkplaats behelsde slechts vier mensen: een kastelein die kleine beroepsbezigheden verrichtte en drie kroegtijgers van middelbare leeftijd, die naast elkaar aan de tapkast zaten, er enigszins aangewit uitzagen, zich over blonde rakkers ontfermden en daar zichtbaar verstand van hadden. Ik hees me eveneens op een kruk en bestelde een Hoegaarden. Op het moment dat die voor mijn neus landde, zwaaide de deur open en op de drempel verscheen een wezen van engelachtige schoonheid …

Nee, ik vergis me. Ik heb kennelijk nog steeds last van het dichtvuur dat gisteren plotsklaps in me ontbrandde. De deur zwaaide open en op de drempel verscheen een nogal verzopen man die een door drank aangerichte glimlach tentoonspreidde en zich met improviserende tred bij ons voegde.
“Ik was in de tuin aan ’t spitten,” wauwelde hij, “maar mijn spade viel opeens stil. Geen brandstof meer, dus kom ik noodgedwongen even tanken.”

dronkenBinnen de kortste keren ledigde hij het glas en toen vroeg hij:
“Hoe lang moeten de uitlopers van pootaardappelen eigenlijk zijn voor je die mag planten?”
Ik wist het niet, maar een van de aanwezigen blijkbaar wel.
“Ongeveer een centimeter”, zei die.
“Dat halen die van mij volgens mij niet”, kregen we te horen, “Ik denk dat ik net genoeg tijd heb voor nog een pils.”

Ik schoot in de lach en de man was duidelijk blij met het succes dat hij bij me oogstte.
“En geef die brave mens ook wat,” zei hij en hij wees me aan met een ietwat onzekere vinger.

Moddervet

Ik heb hier al eerder over mijn calepingske geschreven: het notitieboekje dat mijn onafscheidelijke metgezel is en waaraan ik de dingen toevertrouw, waarvan ik denk dat die ooit eens te pas zouden kunnen komen.

Naar aanleiding van iets dat me gisteren overkwam, heb ik net even opgezocht wat ik allemaal over dikke mensen genoteerd heb. Hier volgt een kleine bloemlezing:

  • Hij/zij is zo dik zijn dat er een planeet rond zijn/haar kont cirkelt.
  • Hij/zij is zo dik dat zijn/haar schoolfoto een luchtopname is.
  • Hij/zij zou een prima inbre(e)k(st)er zijn, want zijn/haar kont zou zijn/haar voetsporen uitwissen.
  • Hij/zij is zo dik dat het paard op zijn/haar T-shirt echt lijkt.

Ik zat gisteren in een café dat ook wel te eten schaft, als je niet op pauwentongetjes uit bent. Aan de belendende tafel waren twee jongens van de gestampte pot bezig gein met elkaar te hebben en uien te tappen. En wat zei een van hen opeens?
─”Ooit had ik een lief dat zo dik was dat ik er al drie slows mee gedanst had voor ik merkte dat ze nog op haar stoel zat.”

Ik probeerde te verhinderen dat ik het uitproestte, maar daardoor verslikte ik me dusdanig dat ik bijna stikte.

Christene zielen! Hoe verzinnen sommige mensen het?

Achteropwerkers

Er ontplooide zich een wielerwedstrijd op het ruitje en plots kregen drie coureurs het in hun bolle kop om uit het peloton te ontsnappen. Soms doen renners dat, vooral als ze op de overwinning azen, want daarvoor moet je vanzelfsprekend als eerste over de meet komen. Het zal eenieder duidelijk zijn dat men zijn zegekansen aanzienlijk verbetert door bijvoorbeeld voorsprong te nemen.

Een manspersoon die de sportieve gebeurtenis van niet al te deskundige en nogal dialectische commentaar voorzag, had de actie ook opgemerkt en wilde daar ten behoeve van de kijkers wat over kwijt.
“Nu hopen ze in hun achterste dat er nog een paar man bijkomen”, verkondigde hij.

Het zal ongetwijfeld zo zijn dat er ook gelijkslachtig geaarde wielrenners bestaan, die derhalve de Griekse beginselen toegedaan zijn, maar dat hun achterste tijdens een wedstrijd de komst van mannen verbeidt, vind ik een nogal wilde gissing. Daarom wil ik de verslaggever in kwestie het voordeel van de twijfel geven en aannemen dat hij niet achterste, maar achterhoofd bedoelde.