Tag: rariteiten

Een exotisch drama

Op 20 november maakte ik hier ─ lees: In Vlaamse velden … 12 ─ melding en publiceerde ik een afbeelding van de verrassende ontmoeting die mij in de buurt van Brugge te beurt viel, namelijk de confrontatie met een uit zijn habitat losgerukte olifant (zie inzet).

olifantenleed

Onlangs kwam ik opnieuw op die plek en tot mijn grote ontsteltenis ─ nu ja, laten we wel wezen: zo groot was die nu ook weer niet ─ lag de olifant in kwestie daar op apegapen, indien hij al niet de geest gegeven had. Ik dacht eerst dat een Amerikaanse tandarts, die voor zijn plezier leeuwen vermoordt, zich nu ook met olifanten onledig hield. Vervolgens maakte ik aanstalten om stropers te beschuldigen, maar aangezien het dier nog over zijn slagtanden beschikte, weliswaar in afgebroken toestand, waren ook zij boven verdenking verheven. Vandalen misschien?

Ik ging op onderzoek uit en vernam dat een venijnige wind de zevenhonderd kilogram wegende mastodont omvergeblazen had, hetgeen me danig teleurstelde, want van een olifant verwacht men geredelijk dat die tegen een (wind)stootje kan. Niet dus. Naar verluidt zijn de eigenaars wel van plan om het beest te laten herrijzen.     

De modderkruiper

Het kan niemand ontgaan: Vlaanderen kreunt onder de omleidingen, die dan ook nog vaak op z’n janboerenfluitjes aangeduid zijn, zodat de gebruiker ervan geredelijk in het hol van Pluto terechtkomt.

Als men zich op gemotoriseerde wijze verplaatst en een aantal kilometer moet omrijden is dat eigenlijk een fluitje van een cent, maar als men dat per fiets en dus op eigen krachten moet doen, scheelt dat toch een slok op een borrel. Zo ondernam ik zondagmorgen een tocht die in normale omstandigheden iets meer dan vijftig kilometer lang is, maar door enkele wegomleggingen zeven kilometer meer trapwerk vergde. Dat gaat je niet in je koude kleren zitten.  

Maar goed, als zo’n omleiding positieve gevolgen heeft, zoals bijvoorbeeld een nieuw wegdek of een betere infrastructuur, neem ik dat ongemak er graag bij, zolang men me maar niet regelrecht een modderig veld instuurt, wat men in het West-Vlaamse Gits voor mekaar krijgt:

omleiding

In Vlaamse velden … 9

aronskelk

Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ik niet onderlegd ben in de botanica, ofte de plantkunde. Toen ik derhalve de gevalletjes van de foto’s hierboven langs mijn weg aantrof, wist ik eerst niet goed wat ik zag en dacht ik vervolgens dat ik dwergtrostomaatjes aanschouwde. Niet dus. Het blijkt de vrij zeldzame Italiaanse aronskelk te zijn. Of is het de gevlekte? Ik mag me in alle geval gelukkig prijzen dat ik niet van die tomaatjes geproefd heb en dit nog kan navertellen, want naar verluidt zouden die giftig zijn.

Voor hetzelfde geld was ik dood geweest. Om erger te voorkomen, kan ik dus maar beter met bekwame spoed een boekje kopen ─ een vademecum heet dat, geloof ik ─ met tekst en uitleg over de groeisels in onze contreien.