Tag: protest

En de boer, hij klungelde voort

Zij die zich gemotoriseerd verplaatsten, met uitzondering van elektrische fietsers en landbouwvoertuigen, mochten het weggetje niet gebruiken. Dat stond op niet mis te verstane verkeersborden vermeld.

Uitgerekend zo’n landbouwvoertuig – een tractor met een hooischudder als aanhangsel – versperde de doorgang. Het gevaarte stond dwars over de weg, die aan beide zijden door een onoverbrugbare sloot begrensd was. Er was geen doorkomen aan. Ik hield derhalve noodgedwongen halt en sloeg de lome bezigheden gade van de morsige boer, die desalniettemin een agrarisch soort stevigheid over zich had en zonder veel enthousiasme aan de machine sleutelde. Het was duidelijk geen aangenomen werk. De man was nog luier dan een pamper.
─”Ik wil je niet haasten, maar duurt het nog lang?” durfde ik te vragen.
Het ging aan hem voorbij en het raakte hem niet. Hij negeerde me straal.

Niet veel later kreeg ik het gezelschap van een aantal andere fietsers en ook aan de overkant daagden wat wielertoeristen op. Met zijn dertienen stonden we daar te heisteren en met hel en verdoemenis te dreigen, maar dat was volkomen aan dat heerschap verspild. Hij bleef onhandig met sleutels en schroevendraaiers schutteren en algehele onverschilligheid tentoonspreiden. Sommigen maakten rechtsomkeer, maar samen met een half dozijn anderen volhardde ik in de boosheid en bleef wachten. Bijna een kwartier stonden we daar. Toen klom die boerenpummel eindelijk op zijn tractor, om ons doorgang te verlenen. De verwijten die we hem en passant naar het hoofd slingerden, waren kennelijk niet aan hem besteed. Ze dropen van hem af als water van een eend.

Sommige mensen kun je prikken met een speld, maar voor andere volstaat zelfs een hooivork niet.

Wrokken

Normaliter zou ik vanavond voor mijn televisietoestel postvatten om te kijken naar en mee te schrijven aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Zoals verleden jaar zal ik dat echter niet doen, omdat ik nog steeds in de hoogste mate verontwaardigd ben over de onbeschofte manier waarop men de zeer door mij gewaardeerde presentatrice, Martine Tanghe, uitgerangeerd heeft. Men vond haar blijkbaar te oud, hetgeen vanzelfsprekend niet kon gezegd worden van haar medepresentator: de rochelende en onverstaanbaar wauwelende Philip Freriks. Ik zou de uitzending saboteren als ik daartoe in staat was, maar dat ben ik niet en dus dien ik mijn actie noodgedwongen tot boycotten te beperken.

Freriks en zijn huidige rechterhand, Freek Braeckman, kunnen wat mij betreft de (kerst)boom in en de Eerste Kamer der Staten-Generaal in Den Haag, waar het gebeuren plaatsvindt, mag van mij het moeras inzakken.

In plaats daarvan zal ik met mijn tenen spelen. Dat is ook leuk.

Leve Martine Tanghe!

Stand van zaken

Twee maanden geleden heb ik hier, in Oplichterij, de Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT) aan de schandpaal genageld.

Dit ‘Huis van Vertrouwen’ ─ zoals ze zichzelf graag optooien met een vlag die lang niet altijd de lading dekt ─ had het namelijk bestaan om tegen betaling de app Dagelijkse Kost aan te bieden, aldus goed garen spinnend bij het populaire kookprogramma van Jeroen Meus. Toen bleek dat het ding ernstige mankementen vertoonde, namen ze het klakkelings uit de handel, zonder enige vorm van restitutie voor de kopers ervan, inclusief de amateurkok, dwazekloot en schrijver van dit berichtje.

De amateurkok, dwazekloot en schrijver van dit berichtje is echter geen katje om zonder handschoenen aan te vatten, dus goot hij zijn protest in een e-mail, die hij naar de VRT stuurde en openbaar maakte in het bovengenoemde schrijfsel Oplichterij.

We zijn ondertussen twee maanden verder. Enige tijd geleden heb ik van de VRT deze e-mail ontvangen:

vrtmail
En gisteren heeft dat fameuze bedrag mijn bankrekening gespekt. Ik weet het: het is een halfslachtige oplossing, maar iets is beter dan niets zullen we maar zeggen. Ik zal in alle geval nooit meer een door de VRT uitgebrachte app aankopen.

Heb ik een tweede kop gekregen of zo?

Al fietsend kwam ik opnieuw en nog maar eens op een plek terecht waar alleen maar verte te zien was, hetgeen in het pretpark Vlaanderen nochtans geen sinecure is. Nu ja, ik overdrijf eigenlijk een beetje, want er bevonden zich wel degelijk twee woningen op mijn weg.

Bij het eerste huis hoorde een lapje grond, waarop zich een zwarte en uierloze geit ophield, zodat men geredelijk mocht veronderstellen dat het een bok betrof. Toen hij me in de smiezen kreeg, stormde hij op voortvarende en luidruchtige wijze naar me toe, maar werd in zijn vaart gestuit door een afsluiting. Christene zielen! Dat was geen blaten of mekkeren meer wat hij deed, maar ronduit krijsen alsof hij in een mes hing.

Het tweede optrekje, zo’n vijftig meter verderop, bezat een beveiligingsinstallatie van het type Rottweiler. Het beest kon mijn bloed wel drinken, maar aangezien een hekken verhinderde dat hij daartoe overging, zette hij het op een blaffen dat horen en zien verging.

Even later streek ik neer op een bank, om een appeltje te verorberen en een cola tot me te nemen. Talloze fietsers reden me voorbij en opeens viel het me op dat geen van hen enig protest bij de geit of de hond losweekte. Geen geblaf, geen gekrijs. Dat bevreemdde me dermate dat ik, eenmaal gelaafd en gespijsd, op de fiets klom en rechtsomkeer maakte, teneinde beide dieren nog een keer met mijn persoontje te confronteren. Heremijntijd! De hond trakteerde me op een blaffende woede-uitbarsting en de geit op gillende kwaadheid.

Nu vraag ik me natuurlijk af hoe dat zo komt. Waarom maak ik de duivel in die beesten wakker en anderen niet? Straal ik iets vijandigs uit? Heb ik een opjuttende geur? Zou ik soms een zombie zijn?

Oplichterij?

Mijn moeder was kokkin van beroep en ik doe de waarheid geen geweld aan als ik beweer dat zij aardig wat kon samengooien. Moge zij in vrede rusten, al vermoed ik dat de engelenscharen in de hemelen een beroep op haar vaardigheid doen, om het bereiden van de rijstpap tot een goed einde te brengen.

Ze heeft het virus aan me doorgegeven. Ik kook graag en sommigen beweren dat ik het culinaire equivalent van groene vingers heb. Ik mag ze graag geloven. Omdat ik niet te beroerd ben om van anderen te leren ben ik niet echt een trouwe, maar toch zeker een regelmatige toeschouwer van hetgeen Jeroen Meus in zijn programma Dagelijkse Kost uitvoert. Verleden jaar heb ik me zelfs laten verleiden om de door de VRT uitgebrachte app met dezelfde naam op mijn iPad te installeren, tegen betaling weliswaar, en terwijl ik toch geld aan het verkwisten was, bracht ik er ook nog  een aantal extra receptenpakketten in onder.

Enkele weken geleden sprong het ding compleet op tilt en viel er geen land meer mee te bezeilen. Ik bracht de VRT per e-mail op de hoogte van het euvel, wachtte een dag of veertien en kreeg toen het volgende te lezen:  

Bedankt voor uw belangstelling voor de VRT.
De app van dagelijkse kost is al enkele maanden geleden uit de appstore gehaald. Uit nazicht blijkt dat dat die app ook niet meer te zien is in de store. Dus u kunt enkel een oude versie die lang geleden is gedwonload (sic) mogelijk beschikbaar hebben op uw mobiel toestel.
Een half jaar geleden, wanneer de app uit de store is gehaald, is hierover door de VRT gecommuniceerd.
Met vriendelijke groet,
Linda …
Klachtencoördinator VRT
Klantendienst VRT
Met vriendelijke groeten,
Elise …
Klachtencoördinator VRT

Dat de app maanden geleden uit de AppStore werd verwijderd, klopte alleszins niet met de werkelijkheid, want ik had die daar enkele weken eerder nog aangetroffen. Over de communicatie die ze daaromtrent zouden gevoerd hebben, had ik niets vernomen en ik kon er ook geen enkel spoor van terugvinden op internet. Ik antwoordde dus:

Ik ben het volstrekt oneens met het antwoord dat u me toestuurt in verband met de in de rand vermelde klacht.
De app in kwestie was drie weken geleden nog te zien en aan te kopen in de App Store, maar is nu wel verdwenen.
Aangezien de app volstrekt niet naar behoren werkt en niet meer geüpdatet zal worden, verzoek ik u om terugbetaling van deze aankoop, hetzij:
kostprijs app = € 4,99
6 receptenpakketten à € 1,99 = € 11,94
Totaal: € 16,93

Mijn rekeningnummer is: …

Desgewenst zal ik u een kopie van de facturen van Apple bezorgen.

Ik diende slechts enkele uren op het antwoord te wachten:

Om uw klacht verder te onderzoeken, gelieve ons een kopie van de facturen te bezorgen via …
Met vriendelijke groeten,
Elise …
Klachtencoördinator VRT

Ik heb de facturen doorgestuurd en wacht op wat er verder gebeurt. Het is betreurenswaardig dat Jeroen Meus, die ik nochtans een fidele kerel vind, zijn naam aan dergelijke oplichterij verbindt, want ik zal ongetwijfeld niet de enige zijn die met de gebakken peren blijft zitten …

… maar ondertussen kook ik lustig verder.

De dag der vergelding

Normaliter zou ik vanavond voor de zesentwintigste keer kijken naar en meeschrijven aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Zoals ik op 2 november al mededeelde – zie Hu paard, je staat te schuimbekken! – zal ik dit keer de uitzending compleet negeren, uit solidariteit met Martine Tanghe, die door de organisatie schaamteloos uitgerangeerd werd.

Ik schrijf niet mee en zal zelfs niet naar het programma kijken. Ik hoop dat zij die dat wel doen zich aan een buitensporig groot aantal fouten bezondigen en dat de presentatoren, Philip Freriks en Freek Braeckman, zich herhaaldelijk verslikken, ja zich voortdurend verspreken en stotteren dat het niet mooi meer is.

Niemand spreekt fraaier dan Martine. Het Nederlands geurt uit haar mond.

Leve Martine Tanghe!

De protestant

De hoofdstraat van het dorp waar ik nog net woon ─ ik heb me aan de rand ervan in een bos verschanst ─ is een uiterst drukke verkeersader, die bovendien op zeer ondoordachte wijze aangelegd is: twee smalle rijstroken, eilanden, drempels, asverschuivingen … Ik heb zo al geen al te hoge dunk van ingenieurs, maar de stedenbouwkundigen aan wiens bouwvallige geest dit misbaksel ontsproten is, hebben volgens mij aan de bron der intelligentie slechts de lippen bevochtigd en ze werden alleszins niet gehinderd door enige kennis van zaken.

Als zwakke weggebruiker en vooral als fietser waag je daar voortdurend je hachje. Artikel 40ter van het verkeersreglement stelt dat een bestuurder bij het inhalen een zijdelingse afstand van minimum één meter moet laten tussen zijn voertuig en een fiets of een tweewielige bromfiets. Jawel, morgen brengen! Ze scheren rakelings langs je heen en ik kan jullie verzekeren dat dit een bijzonder angstaanjagende ervaring teweegbrengt, vooral als het voertuig in kwestie een wegkasteel is, met van die reusachtige en derhalve meedogenloze molenstenen van wielen. Alleen al de jacht van zo’n vehikel blaast je bijna van de sokken.

Vanmorgen reed een fietser met een slakkengang door die straat. In zijn kielzog dobberden wel vijftig voertuigen, want hij had zich doodgemoedereerd in het midden van de weg geposteerd, zodat niemand hem kon inhalen. Telkens als iemand het waagde om achter hem op een claxon te rammen, ging zijn hand de lucht in en stak hij zijn middelvinger op. Aan de rand van het dorp hield hij halt, draaide zich om en herhaalde zijn protest in de andere richting. Bij zijn vierde doortocht heeft iemand hem aangereden, gelukkig zonder erg.

Ik ken de man niet, maar ik zou hem wel wierook toezwaaien, ware het niet dat ik niet goed de geur van wierook verdraag. Zal ik hem dan maar een veer in het achterwerk steken?