Tag: kanker

Zolang we maar gezond zijn

Het zal me een roodkoperen rotzorg zijn of tomaten tot de vruchten dan wel tot de groenten behoren, want ik vind ze eigenlijk niet lekker, maar toch verorber ik ze bij de vleet en ken ik op het gebied van tomaten slechts één adagium: meer van dat! Men beweert namelijk dat ze heilzame krachten bezitten: ze bevatten immers het antioxidant lycopeen en zouden daardoor naar verluidt het risico op prostaatkanker verlagen.

Nu ben ik nogal lichtgelovig en zeker als het pseudowetenschappelijke prietpraat aangaande het lichamelijk welzijn betreft. Bovendien ben ik met zorg vervuld over mijn conditie en derhalve ook over het welbevinden van mijn prostaat, dus stouw ik regelmatig tomaten in mijn voerklep, ook al zijn die niet mijn kostje. Baat het niet, het schaadt ook niet.

oetkerEen niet gering aantal maanden geleden verlustigde ik me aan een pizza, meer bepaald aan een Pizza Tradizionale met mozzarella en pesto van Dr. Oetker, waarop zich ─ luidens de verpakking ─ ongeveer 8,3 % cherrytomaten bevonden. Mensen kinderen! Die rinse gevalletjes moeten zonder enige twijfel de lekkerste kerstomaatjes zijn die ik ooit achter de knopen stak. Sindsdien zoek ik me het schompes naar hun soortgenoten en heb ik me al een bonte mix van kerstomaten aangeschaft, maar zonder resultaat. Kan dokter Oetker me misschien eens laten weten welke variëteit kerstomaten hij gebruikt en waar ik die kan vinden?

Nog zoiets! Jeroen Meus verkondigde ooit in zijn kookprogramma Dagelijkse Kost dat de tomatensoort Rose de Berne veruit de smakelijkste is die men op deze aardkloot kan vinden. Dat kan best zo wezen en ik wil hem graag geloven, maar kan Jeroen misschien ook een keertje verkondigen waar men die op de kop … eeh … op het kroontje kan tikken? Ik heb mijn stinkende best gedaan en ongeveer alle klavieren bespeeld, maar die Rose de Berne kreeg ik nergens te pakken.

Hèhè.

Hondenleed

De man wandelde vrijwel iedere dag voorbij mijn woning, steevast in het gezelschap van een buitengewoon sierlijke windhond, meer bepaald een Galgo Español. Als ik toevallig buiten was als hij passeerde, wisselden we niet meer uit dan een eenvoudige groet, al herinner ik me dat ik één keer tegen hem gezegd heb dat ik hem een bijzonder fraaie hond vond hebben: compliment waarvoor hij me vriendelijk bedankte.

Enkele maanden geleden kwam er plots een eind aan hun dagelijkse passage. Zeggen dat ik me daaromtrent zorgen maakte, zou overdreven zijn, maar toch vroeg ik me soms af waar ze gebleven waren. Gisteren kreeg ik opheldering.

Ik stond buiten bij de brievenbus toen ik ze in de verte zag aankomen, de hond huppelend van blijdschap. Spoedig bleek echter dat het huppelen niet door blijdschap veroorzaakt werd, maar door het ontbreken van een voorpoot.
– “Oei!” schrok ik. “Hoe is dat zo gekomen?”
– “Een kwaadaardige tumor,” verduidelijkte de man, “maar hij houdt zich kranig, hoor.”
– “Doet u dat dan ook maar”, zei ik, want ik zag dat hij zich even verloor.
– “Ze zijn niet met velen die me dierbaar zijn,” vertrouwde hij me toe en er wankelde vertedering in zijn stem, “maar hij staat helemaal bovenaan dat lijstje.”

Ze vervolgden hun weg en ik keek ze na, scheel van emotie. Tja, die weekhartigheid van me … Het is een kwaaltje dat met de jaren verergert.

Nauwelijks drie uur later … maar dat vertel ik jullie eerstdaags. Voor vandaag is het welletjes geweest met de ellende.

Geen lichtend voorbeeld

kogelpennenIn de aankomst- en tegelijkertijd ook vertrekhal van de supermarkt trof ik dit keer niet enkel in slagorde opgestelde winkelkarren aan, maar ook een nogal primitieve tafel, bestaande uit een houten blad op twee schragen. Daarop had men wat spullen uitgestald: kinderboeken, kogelpennen, wondpleisters en viltstiften. ‘Steun onze kankerpatiëntjes’ verkondigde een A4’tje in zwarte, aan een printer ontlokte letters.

Het zag er allemaal nogal onprofessioneel uit. De dame die het boetiekje bemande … eh … bevrouwde, rookte bijvoorbeeld als een kalkoven en was derhalve niet bepaald een levende reclame voor het goede doel dat ze vertegenwoordigde. Ik besloot om daar voor de verandering eens geen opmerking over te maken, want een mens kan niet blijven op alle slakken zout leggen. Wat mij betreft kan ze zich de kanker paffen.
“Alles kost tien euro”, zei ze terwijl rook alle daartoe beschikbare openingen in haar hoofd verliet.

Zodoende ben ik op dit moment dus tien euro armer en vijf kogelpennen rijker. Ik zal ze bij mijn verzameling voegen, die ondertussen al meer dan tweeduizend schrijfstiften behelst. Alles wel beschouwd, had ik eigenlijk beter die wondpleisters kunnen nemen, voor als ik tijdens het schillen van aardappelen in mijn vingers snijd, of anders zo’n kinderboek, om weg te geven aan een heel arm kindje, van wie de ouders zich geen lectuur kunnen veroorloven.

Ik blijf me afvragen of dit eigenlijk geen truc was van gewiekste oplichters, die een goed doel misbruiken voor eigen gewin. Zou Colruyt de ‘geloofsbrieven’ van die luiden controleren, voor men toestemming geeft om in hun winkelkarrendepot aan de slag te gaan?