Krakende wagens …

In een zalig vroeger, toen ik nog jong en lenig van geest was en met pientere oogopslag op schoolbanken zat om wat letters en cijfers te eten, verscheen er op zekere dag een jonge leraar Latijn in de klas, die een toch wel heel merkwaardige stempel op mijn leven zou drukken. De man had namelijk de afgrijselijke gewoonte om in zijn handen te wrijven dat het knerste en dat mogen jullie gerust in de letterlijke zin opvatten. Het geluid van die knakkende kneukels was ijzingwekkend en bijna net zo onaangenaam als het gesnerp van vingernagels op een schoolbord. Het spreekt dan ook vanzelf dat mijn klasgenoten en ik telkens op luidruchtige wijze ons protest kenbaar maakten, maar de man had daar geen oren naar. Hij bleef zich aan die verfoeilijke daad overgeven, dus gooiden wij het over een andere boeg en begonnen hem treiterend te imiteren: telkens als hij het deed, deden wij het met zijn allen ook. Proberen jullie zich vooral geen voorstelling te maken van die pokkenherrie.

Wisten wij toen veel dat men verslaafd kan raken aan deze weerzinwekkende handeling. Ik laat immers nog steeds mijn kneukels knakken en meestal ben ik er me zelfs niet eens van bewust, maar ik haal er me wel het ongenoegen mee op de hals van zij die op zo’n moment in mijn buurt vertoeven. Tijdens een reünie ontmoette ik onlangs mijn toenmalige klasgenoten en het onderwerp kwam ter sprake. Bleek dat zestien van de drieëntwintig aanwezigen zich nog aan de daad bezondigen. Je kunt er bijgevolg maar beter niet aan beginnen.

Enkele jaren geleden brak ik een enkel en toen ik het daarmee gepaard gaande gipsverband mocht verlaten, diende ik een beroep te doen op een fysiotherapeut. Die wrede, maar zeer efficiënte masseur beschikte onder veel meer over een verbazingwekkend toestel, dat het midden hield tussen een vlakschuurmachine en een vibrator en dat we beiden, in onze hoedanigheid van West-Vlamingen, gemakshalve ‘het schudderke’ noemden. Ik kan nauwelijks het zalige gevoel beschrijven dat mij te beurt viel als hij dat schudderke op mijn stramme voetzool plantte en zodra hij er de bal onder mijn grote teen mee aanraakte, klonk er een knakkend geluid en uitte ik een kreet van verrukking en welbehagen, waardoor de man die mij behandelde heel even dacht dat ik een hersenverslindend orgasme aan het beleven was. Sindsdien beleeft die bal van mijn voet drukke dagen en nachten, want telkens als de gelegenheid zich aanbiedt, bezorg ik dat gewricht een heerlijke ontspanning.

Gisteren liet ik toevallig mijn ellebooggewricht knakken en ik ontdekte dat het me een prettig gevoel bezorgde, dus …

Als krakende wagens inderdaad het langst lopen, is er mij alleszins een lang leven beschoren.

The Author