Solist

─”Waar zat je toch weer?” veegde een vriendin me de mantel uit. “Ik probeer je al de hele middag te bereiken, maar ik kom telkens bij je automatische beantwoorder terecht en ik praat niet tegen een machine.”
─”Ik was niet thuis”, zei ik.
─”Zo’n toestel heet een mobieltje”, verkondigde ze. “Weet je ook waarom? Omdat je ’t overal kunt meenemen.”
─”Geen haar op mijn hoofd dat daaraan denkt”, sputterde ik. “In de eerste plaats omdat ik een hekel aan telefoneren heb en in de tweede plaats omdat ik hoegenaamd niet altijd en overal bereikbaar wil zijn.”
─”Je bent me toch een rare”, schuddekopte ze, maar dat wist ik eigenlijk al.

Tijdens een reünie vroegen vroegere klasgenoten me of ik hun facebookvriend wilde zijn.
─”Dat zal moeilijk gaan,” zei ik, “want ik zit niet op Facebook en ik ben absoluut niet van plan om dat ooit te gaan doen, maar desgewenst kunnen jullie me wel e-mailen of een tweet sturen.”
Ze keken me aan alsof ik een stom duinkonijn, indien al niet een achterlijk ezelsveulen was.

Misschien ben ik dat wel, maar dat zal me een roodkoperen rotzorg zijn. Ik mag dan misschien geen facebookvrienden hebben, maar ik heb wel een handvol echte vrienden en ik zal zelf wel bepalen wat ik leuk vind.

Einzelgänger

The Author