D-Day 2010

Het is geenszins mijn favoriete genre, maar er bestaan talloze films waarin dieren en insecten zich verenigen om de mens te belagen. Ik heb het over nijdige bijen met dodelijke angels, soldateske mieren zonder mededogen, wolken vraatzuchtige sprinkhanen … en Hitchcock liet zelfs zwermen zwarte vogels op ons los in The Birds.

Ik ben echter het slachtoffer van een onschuldigere, maar daarom niet minder onaangename invasie van … slakjes. Ja, jullie lezen het goed: slakjes! Ik kan me prettiger gezelschap indenken. In groten getale hebben ze vannacht mijn terras ingepalmd en ik kan niet bevroeden waar die wezentjes plots vandaan komen. Gisteren is er wat milde regen gevallen, maar dat heeft nooit eerder zo’n massale intocht veroorzaakt. Ik heb het hier immers niet over een tiental van die weekdieren, maar over honderden. Ze zitten overal: op de vloer, op de huisgevel, ja zelfs op de vensterruiten en de deur.

Het zijn huisjesslakken van een merk dat ik niet ken, want ik ben niet thuis in dat wereldje. Vanwege hun minuscule formaat — de huisjes hebben een diameter van maximum een halve centimeter — veronderstel ik dat het jonkies zijn. Wat willen ze van me? Wat moet ik met ze doen? Nee, niet doodmaken! Even dimmen, ja!

Ik heb ze in een schoenendoos verzameld en ik ben van plan om ze straks in een grazig weiland uit te zetten. ‘t Zal waarschijnlijk weer niet mogen, maar daar zit ik eigenlijk niet zo mee en ik ben toch van plan om het stiekem te doen. Wat niet weet, dat niet deert.

The Author